donderdag 10 september 2015

Team 1 2014/2015

                                 
  RSB seizoen 2014/2015, Team 1





HZP  SCHIEDAM 1  VECHT  TEGEN  DEGRADATIE!!
HZP SCHIEDAM 1 - SOF/DZP 1  4,5-3,5

Aan het begin van het seizoen was het idee dat ons sterke eerste team wel “even” zou promoveren. Maar naarmate er meer wedstrijden gespeeld werden, ontstond er steeds meer twijfel over dat promoveren. Tot bij de vorige wedstrijd de definitieve klap viel: geen promotie!!

HZPS 1 doet 't wel even...


Dan, met beide benen weer op de grond, ga je eens kijken naar de stand. We hebben 7 wedstrijdpunten... maar we kunnen degraderen op bordpunten!!! Ons eerste team moet in de laatste ronde vechten tegen degradatie!!! Als iemand dat aan het begin van het seizoen gezegd zou hebben dan zou aan zijn verstandelijke vermogens getwijfeld worden.

Maar hoe zit dat nu met de bordpunten? Als onze tegenstander SOF/DZP 1 van ons wint dan komen zij ook op 7 wedstrijdpunten. Maar als we 2.5 bordpunten weten te scoren dan houden we in totaal één bordpunt meer dan onze tegenstanders en zijn we dus veilig.

Een belangrijke wedstrijd dus en dan mis je de sterkste speler: FM John van Baarle schaakte in het buitenland. Cees Verhagen was ook verhinderd. Andries Schukking en Gerard Turkenburg waren bereid om in te vallen. Toen was de vraag wie gaat aan het eerste bord zitten (in plaats van FM John). Aad Juijn was bereid om enkele borden op te schuiven en aan het eerste bord plaats te nemen!

Bij deze thuiswedstrijd zat wedstrijdleider Frans Groeneweg de interne competitie nog in te delen en daarom hield Aad het inleidende praatje en wees hij iedereen hun plaats.

... teamleider Frans


Frans...
kon er geen chocola van maken
Later liep Frans langs de borden en zag (vrijwel) overal onoverzichtelijke toestanden. Overpeinzing van Frans: Als ik kon schaken zou ik kunnen beoordelen hoe we er voor stonden en ook nog een redelijk verslag kunnen schrijven. Frans kwam bij het bord van Jan Zoorob en kon er echt geen chocola van maken. Jan zag dat en kwam helpen: het was het Siciliaans Vierpaardenspel waarbij we vanaf de eerste zet afweken. Dat is nuttig om te weten.

Om kwart over 10 was de situatie nog steeds erg onduidelijk: Alex en Gerard beter, Andries slechter, de rest onduidelijk.

Aan bord 2 had Alex Kapitonenko (2145) wit tegen Adriaan Tieleman (1903). Beiden ontwikkelden eerst en rokeerden kort. Adriaan had geen g-pion meer voor zijn koning en Alex ging op pion h7 af. Alex blokkeerde eerst de verdediging van Adriaan, waarna pion h7  niet meer te redden was door de aanval van Alex met dame en toren. Maar het was niet eenvoudig, want de koning zou kunnen ontsnappen via f8. Alex speelde het zeer zorgvuldig en veroverde de pionnen h7 en f7. Alex ging door met de aanval en Adriaan moest de dame offeren. Alex heeft nu de dame, een paard en 6 pionnen. Adriaan heeft een toren, 2 lopers en 4 pionnen. Alex handelt het bekwaam af. Prachtig gespeeld!!
(1 – 0).

Alex... prachtige winst!


Theo van Zessen (1803) had aan bord 5 zwart tegen Jan Vonk (1826). Beiden rokeerden kort, waarna beiden er hard tegenaan gingen: Theo met pionnen b5, c4 en d5, Jan met pionnen op f4 en g5. Na afruilen hebben beiden een toren, lopers van gelijke kleur en 4 pionnen. Maar Theo verliest een pion. Theo verovert de pion terug, waarbij alle stukken geruild worden. Beiden houden 2 pionnen over, maar de koning van Theo staat slechter. Theo lost het keurig op: beiden houden 1 pion, de pion van Theo gaat verloren, maar nu is de koning van Theo in staat om de laatste pion van Jan tegen te houden. Knap gedaan: een minder eindspel knap naar remise afgewikkeld! (1.5 – 0.5).

Theo... knap!


Aan bord 3 had David van der Mast (1933) zwart tegen Johan du Pree (1858). Johan heeft veel ruimte met c4, d4 en e4 en rokeert kort. Geleidelijk pakt David ook ruimte, maar hij laat zijn koning in het centrum staan. David krijgt een lastige penning, maar gaat voor de aanval met g5 en h4. Hij heft de penning gedeeltelijk op. Maar daarna komt de penning veel gevaarlijker terug en het kost David een stuk. Maar Johan heeft nog maar 50 seconden bedenktijd in een gecompliceerde stelling. David wint op tijd! De koning steeds in het centrum laten staan terwijl er op het hele bord van alles gebeurt. Je moet het maar durven! Hiermee stonden we met 2.5 – 0.5 voor en konden we niet meer degraderen!!! Frans kon eindelijk opgelucht ademhalen… David mailde achteraf nog wat commentaar: Toch wil ik transparant zijn over mijn partij (wel zo fair naar mijn tegenstander toe). Ik was te gefocust op de klok van mijn tegenstander (hij was in tijdnood). Hierdoor kreeg ik bijna de deksel op mijn neus. De chess engine is confronterend hoor!

David... topscorer! (5,5 uit 6!)


Aad Juijn (1903) had zwart aan bord 1 tegen Ronald Sparreboom (1866). Aad opende agressief en rokeerde lang, terwijl Ronald kort rokeerde. Aad valt aan en krijgt al zijn stukken actief, terwijl Ronald alleen 2 paarden actief heeft. Maar Ronald speelt de a, b en c-pionnen op en krijgt ook spel. Om kwart over tien was het moeilijk te zien wie er beter stond. Daarna slaagt Aad er in om een zeer sterke koningsaanval te ontwikkelen, al valt Ronald ook aan. Dan gaat er bij de aanval van Aad wat mis (geeft pardoes stuk weg), maar Aad weet toch remise te bereiken. Spectaculaire partij!! (3 – 1).

Aad gelegenheid bord 1 speler... remise


Aan bord 8 nam Gerard Turkenburg (1553) het met wit op tegen Andre Poldervaart (1566). De stukken van Gerard komen wat beter te staan: hij krijgt twee torens op de open d-lijn. Gerard komt met een toren binnen op de voorlaatste rij, speelt prima en verovert een stuk. Er volgt een afruil, waarna Gerard een toren, loper, paard en 5 pionnen heeft. Andre heeft toren, loper en 6 pionnen. Andre heeft nog maar 2.5 minuten. Na de volgende afruil heeft Gerard loper, paard en 2 pionnen, terwijl Andre een loper en 4 pionnen heeft. Andre heeft inmiddels erg weinig tijd. Gerard vindt remise prima en zo wordt besloten. Prima invalbeurt Gerard! (3.5 – 1.5).

Gerard... prima invalbeurt!


Jan Zoorob (1942) had aan bord 6 wit tegen Jan van Genderen (1870). Jan Zoorob mailde het volgende verslag van zijn partij. Ik was ingedeeld aan bord 3, maar David wilde ruilen, daar hij zich met zwart had voorbereid en aan bord 6 wit zou hebben. Aldus geschiedde. Mijn tegenstander verbruikte veel tijd in de opening; op een bepaald moment, vroeg in de opening, had ik ruim 40 minuten meer tijd beschikbaar. Mijn tegenstander vertelde mij na afloop dat hij gecompliceerde stellingen moest fabriceren. Het werd echter een voor mij bekende openingsstelling waarin er veel gelaveerd dient te worden door beide partijen. Moeilijk te zeggen wie er beter stond in verscheidene fasen van de partij; zowel wit als zwart had kansen. Zwart vlocht valstrikken in de stelling, doch wit omzeilde deze en kon zodoende de stelling versterken. Dit kostte wel veel tijd, waardoor we beiden met ongeveer evenveel tijd het eindspel ingingen nadat de dames waren geruild. Door de versnipperde pionnenstelling van zwart won wit 2 pionnen. In tijdnood verloor zwart ook nog een loper waarna Jan van Genderen opgaf (4.5 – 1.5).

Jan... teamwinst!


Er hiermee hadden we zelfs al gewonnen!! Niks degradatie vermijden door een  bordpuntje meer te hebben!!

Daniël van Loenen (1824) speelde met wit aan bord 4 tegen Ivo Lagendijk (1844). Daniël heeft veel ruimte door pionnen op d4, e4 en f4. Ivo rokeert kort en Daniël rokeert lang. Daniël heeft nog steeds wat meer ruimte. Maar Daniël doet een verkeerde torenzet en verliest (4.5 – 2.5).

Daniël... verkeerde torenzet


Andries Schukking (1664) had aan bord 7 zwart tegen Marcel de Ruiter (1807). Beiden rokeerden kort. Andries zei zeer tevreden dat hij een pion ging veroveren. Even later veroverde hij via een schijnoffer een tweede pion. Prachtig. Wat later loopt Frans langs het bord en Andries staat een stuk achter (maar nog wel die twee pionnen extra). Andries zegt dat hij het stuk geofferd heeft. Frans verbijsterd, ziet echt niet wat Andries met dat offer is opgeschoten. Maar het was een grapje van Andries: hij was het stuk gewoon kwijt geraakt.
Andries krijgt wel tegenspel en gaat met 4 pionnen op de koning van Marcel af. Andries wint een pion en heeft nu 3 pionnen voor dat stuk. Maar Andries komt in een verloren eindspel. Jammer, één foute zet!

Andries... geintje?!


Hiermee wonnen we met 4.5 – 3.5 en eindigen we in de bovenste helft van klasse 1A. Volgend seizoen gaan we weer voor promotie!!

Volgend seizoen gaan we weer voor promotie!!


We vermelden nog enkele teamleden met een hoge score: David van der Mast is topscorer met 5.5 punten, gevolgd door Alex Kapitonenko met 5 punten en Aad Juijn met 4 punten. (het persbericht vindt u hier)

Verslag/Fotografie: Frans Groeneweg
Ballonnetjes: Aad Juijn





NIEUWERKERK AAN DEN IJSSEL 1 - HZP SCHIEDAM 1   5 - 3

De wet van Murphy…
Roze brillen kunnen
opgeborgen worden...
"Anything that can go wrong, will go wrong". U heeft daar vast wel eens van gehoord. Nu was het ook weer niet zó, dat werkelijk alles verkeerd ging, we zijn bijvoorbeeld niet in fatale ongelukken op de rijksweg beland, en FM John heeft bijvoorbeeld wél weten te winnen… Er zijn vast nog wel meer positieve dingetjes te bedenken, hoewel ze me niet een-twee-drie te binnen willen schieten, nu ja, wat misschien nog wél positief aan deze nederlaag is zou het feit kunnen zijn dat we nu definitief met het “als en dan” gemijmer hebben afgerekend, m.a.w. de roze brillen kunnen dus weer netjes in hun brillenkokers opgeborgen worden, berg ze vooral niet te goed op. Eind september, begin oktober gaan we ‘natuurgetrouw’ wederom voor het hoogst haalbare, het kampioenschap… Het lijkt het verhaal van de ezel en de wortel wel.

“Tactische” opstelling…
Wat betreft die zogenaamde wet van Murphy: de aanloop naar deze wedstrijd voorspelde al weinig goeds. Het uitgangspunt was simpel… gewoon winnen van die Nieuwerkerkers (liefst met een flink doelsaldo), en dan moeten deze zelfde Nieuwerkerkers, in hun uitgestelde wedstrijd, ‘even’ afrekenen met Sliedrecht. Dan pas verschijnt het ‘ideaalscenario’, drie teams met 9 matchpunten, en in de laatste ronde een verschrikkelijke bordpunten race… Goed, even winnen van die Nieuwerkerkers aldus. Teamleider Frans Groeneweg is bepaald niet van de tactische opstellingen, sterker nog, hij verfoeit zulke zaken. Helaas is Frans niet dictatoriaal (genoeg), en gaf heel democratisch enkele voorstanders van de tactische ingreep inspraak. Er werd nu geschoven aan de eerste 4 borden (?!), en dit was voor enkele spelers dan weer reden om te stellen dat dit geen echte tactische opstelling was. Een tactische opstelling, dan zet je de ‘zwakke’ spelers aan de 2 eerste borden, was het argument. De wet van Murphy doet zijn intrede…

David...
Cees...
Topscorer David van der Mast (1933) kampt al geruime tijd met longklachten, Cees Verhagen (1829) is eveneens in de lappenmand, en gaat binnenkort onder het mes. Teamleider Frans Groeneweg had andere verplichtingen, en kon dus ook niet mee. F.G. Maas zou als interim teamleider optreden. Twee spelers moesten dus vervangen worden. Normaliter is Frans Groeneweg (1801) de vervanger, maar die kon dus niet en bovendien heeft Frans al drie keer ingevallen. De andere vaste reserve is Andries Schukking (1664), Andries’ dochtertje was jarig… en om nu je relatie op het spel te zetten voor een schaakpartijtje. F.G. Maas (1477) dus geen teamleider maar speler! De andere invaller werd gevonden in de teamleider van het viertal Gerard Turkenburg (1553)… De ratingverhoudingen binnen onze club liggen nogal merkwaardig, zo is er geen enkel lid dat een rating in de 1700 categorie heeft (Ben Riksen is de uitzondering, maar die speelt extern voor Fianchetto). Dan komen we weer terug op de tactische opstelling, er waren geluiden te horen die er vóór waren om F.G. en Gerard te “slachtofferen” aan de borden 1 en 2. Dit voorstel werd door teamleider Frans Groeneweg weggehoond “je wilt toch niet dat mensen zich straks gaan bedanken als lid”. Tja, het weerwoord luidde “of zij nou aan de onderste, of aan de bovenste borden verliezen”…  Om kort te gaan, er was nogal sprake van verdeeldheid…

“Stukkie” schrijven…
Fotoarchief HZPS...
Dan was er nog het probleem van een ‘stukkie’ schrijven en foto’s maken om de alom geroemde website op niveau te houden (adel verplicht). Normaliter verzorgt Frans Groeneweg de foto’s of eventueel David van der Mast… helaas waren de heren, als gezegd, niet van de partij. De aantekeningen voor dit verslag zouden normaliter door F.G. Maas worden verzorgd, waarna ondergetekende er chocola van probeert te maken. Helaas, helaas, F.G. moest nu zelf aan de bak. Gezellig foto’s maken was er dus ook niet bij vanavond, maar dat lossen we natuurlijk gemakkelijk op met het onmetelijk grote archief dat inmiddels is ontstaan (4,6 Gb). Een waarschuwing is dus op zijn plaats: wanneer u uzelf op de foto’s achter een andere stelling ziet zitten, of zelfs met andere kleren aan en een ander kapsel, raak vooral niet in paniek en bel niet meteen uw psychiater… Het verslag doe ik grotendeels uit mijn hoofd, en kan om deze reden dan ook niet als volledig betrouwbaar en of diepgaand worden beschouwd. De 6e ronde is dus mede dank zij Edward A. Murphy’s wet een rondje behelpen geworden…

Nieuwerkerk aan den IJssel 1 - HZP Schiedam 1 “5-2”!
De vloek van Nieuwerkerk? Zijn zij gewoon beter? Ik ben eens in de RSB archieven gedoken, en op zoek gegaan naar onze onderlinge resultaten (vanaf de fusie tussen HZP en Schiedam in het seizoen 1986/1987). Ik kom dan tot het volgende en tevens schokkende staatje:

1998/1999
Prom. klasse
Nieuwerk. a/d IJssel 1
HZP Schiedam 1
6½-1½
1999/2000
Prom. klasse
HZP Schiedam 1
Nieuwerk. a/d IJssel 1
3-5
2000/2001
Prom. klasse
HZP Schiedam 1
Nieuwerk. a/d IJssel 1
5½-2½
2001/2002
Prom. klasse
Nieuwerk. a/d IJssel 1
HZP Schiedam 1
2½-5½
2003/2004
1e Klasse
Nieuwerk. a/d IJssel 1
HZP Schiedam 1
5-3
2012/2013
1e Klasse
Nieuwerk. a/d IJssel 1
HZP Schiedam 1
5-3
2014/2015
1e Klasse
Nieuwerk. a/d IJssel 1
HZP Schiedam 1
5-3

 U ziet het, 7 maal gespeeld en slechts 2 maal gewonnen, en dat is alweer wat jaartjes geleden. De ontmoetingen in de 1e klasse draaien zelfs standaard op 5-3 verlies uit! Het zou dus een hele geruststelling zijn wanneer het Nieuwerkerkse gezelschap zichzelf, maar vooral ons een plezier doet en naar de promotieklasse opsodemietert…

Genoeg geouwehoerd…
De reis verliep spoedig, en iedereen wist het Hervormd Kerkelijk Centrum heelhuids te bereiken, Daniël van Loenen kwam onder begeleiding van vader Daan (geen minuut te vroeg, overigens). Op voorhand mochten er geen wonderen van onze invallers F.G. Maas en Gerard Turkenburg worden verwacht, het ratingverschil met de tegenstanders zou wel eens (te) flink kunnen uitpakken (en dat was ook zo). Dit gegeven betekende voor de rest van de spelers dat de mouwen extra opgestroopt moesten worden, en dus niet al te lichtzinnig met remises moest worden gestrooid. Wedstrijdleider Tjerk Tinga deed zijn gebruikelijke ding, en de partijen konden los gaan… (ik hanteer de KNSB ratinglijst van 1 februari).

Vader van Loenen... trouw supporter


“Dynamisch evenwicht”…
Aan bord 7 (wit) nam onze voorzitter Theo van Zessen (1803) het op tegen Richard Zyleman (1797), een verwaarloosbaar ratingverschil aldus. De partij van Theo kwam in de voor hem bekende patronen terecht. Wit heeft ruimte op de koningsvleugel, en zwart op de damevleugel. Het goede nieuws was dat Theo er in slaagde een pion voor te komen. Het zag er veelbelovend uit, maar op de een of andere manier zag Theo geen kans progressie te boeken. Theo plaatste een remiseaanbod, en dat werd natuurlijk niet afgeslagen. Na afloop vroeg ik aan Theo over het hoe en wat. Theo was vrij duidelijk en legde mij uit dat er niet veel bijzonders in zat, en dat er van een zeker dynamisch evenwicht sprake was… Op de website van Nieuwerkerk is evenwel te lezen dat het remiseaanbod als nogal onverwacht werd ervaren, maar desalniettemin in dank werd aanvaard…
½-½      

Theo... 'discutabele' remise...


Dichtkunst?
Aan het 2e bord (zwart) trof Daniël van Loenen (1924) in Edo Pouwelse (1888) een taaie klant. Edo speelde een dubbelfianchetto, met daarbij een pion op c4. Er werd langdurig en voorzichtig geopereerd door beide heren. Daniël probeerde in eerste instantie ‘iets’ op de koningsvleugel. Edo grendelde met enkele pionzetten zijn koningsstelling hermetisch af. Toen was het centrum aan de beurt, en hier gebeurde iets soortgelijks. Dan maar op de damevleugel iets proberen moet Daniël gedacht hebben. Daar leek wat meer spel tevoorschijn te komen, ook hier wist Edo de zaak grondig te dichten. Edo had al eens remise aangeboden, maar Daniël ging nog even door, maar kwam uiteindelijk vast in de file te staan… Toch maar remise dan. Verder spelen in zo’n stelling laat zelfs de meest doorgewinterde masochist aan zich voorbijgaan…
1-1

Daniël... geen doorkomen aan!


… the “Joker”             
Tja, een man als FM John van Baarle (2164) is in feite overal inzetbaar, je kan hem eventueel ook nog in de meesterklasse kwijt. Het op “tactische” gronden aangelegde noodverband zorgde er voor dat FM John aan bord 3 (wit) ‘mocht’ plaatsnemen, of tegenstander Jeroen Eijgelaar (1842) deze had zien aankomen, of er bijvoorbeeld blij mee was, kunnen we slechts naar gissen. FM John ging er eens goed voor zitten, en kreeg al vrij vlot goed spel op de damevleugel. Er ging een zwart pionnetje verloren. Jeroen probeerde nog wel, maar de bui begon zich al af te tekenen. Er werd nog geruild en FM John wist nog een pionnetje te klauwen. Het toreneindspel met 2 pionnetjes meer kende voor FM John geen problemen… Jeroen geloofde het wel.
1-2

FM John... overal inzetbaar?


Tegenvallertje…
Ons andere ratingkanon Oleksii (Alex) Kapitonenko (2145) was in de tactische malaise aan bord 4 (zwart) verzeild geraakt. Tegenstander was Rob Hoogland (1848). De partij kwam langzaam op gang, en de pionnen bleven lang op het bord. Het werd een echte touwtrek partij. Alex ruilde de witveldige lopers, en trachtte langs de c-lijn spel te krijgen. Alex leek langzaamaan beter te komen. Rob startte actie op de koningsvleugel, en dat deed hij goed. Zowaar wist Rob met een goed getimed stukoffer een eeuwig schaak mechanisme in de stelling te hebben gebreid! Voor Rob een knappe prestatie (gezien het ratingverschil)… Alex was minder gelukkig met de gang van zaken, en noteerde voor de derde achtereenvolgende keer een ietwat teleurstellende remise…
1½-2½

Alex... berusten in remise


“Gekkenwerk”…
En dan vermoed u waarschijnlijk wel over wie dit gaat. Aan bord 5 (wit) had Aad Juijn (1903) de eer om tegen voorzitter Hans Ranft (1868) te mogen plaatsnemen. Reeds op de 4e zet sloeg Aad toe met een paardoffer op f7, 2 pionnen kwamen daar voor terug. Na inslaan op f7 zei Hans “ik voelde dat je dit ging doen”… Het werd een spectaculaire partij, die veel aandachtige toeschouwers trok. De zwarte koning zocht naarstig naar een veilig onderkomen. Op de 13e zet bracht Hans een uitstekend tegen offer dat bij aanname de partij in volkomen evenwicht gebracht zou hebben. Uiteindelijk vond de zwarte koning rust op veld h7. Hans bood wederom een stuk aan, en deze keer nam wit. Aad stond nu een gezonde pion voor, maar had nog wel wat ontwikkelingsprobleempjes. Het vervolg werd niet adequaat genoeg aangepakt door Aad. De stukken van Hans kwamen optimaal te staan, terwijl wit enigszins gekunsteld kwam te staan. Op zet 24 was het witte voordeel gereduceerd tot = 0.30. Toen Aad de pion besloot terug te geven, werd op de 30e zet de vrede getekend.
2-3

Aad... psychiater bellen?


200 punten...
In het voetbal is 2-3 een gunstige tussenstand te noemen, met schaken ligt dat net wat anders. Een blik op de overige 3 borden deed het allerergste vermoeden. De invalkrachten hielden lang en dapper stand tegen hun veel hoger gerate tegenstrevers, maar F.G. begon in tijdnood te komen, en Gerard en Jan hadden zware slagzij opgelopen en begonnen water te maken. Het had er alle schijn van dat er in de drie overige partijen een lange rokade aan scorend vermogen zat aan te komen… Dan zijn we nu inmiddels bij onze twee dappere invalkrachten gearriveerd. Een bekende indicatie binnen het schakerwereldje is de ongeschreven 200 regel. Wanneer het ratingverschil zo’n 200 punten bedraagt moet de minder gerate speler in staat worden geacht te kunnen winnen (niet makkelijk, maar mogelijk). Wanneer er sprake is van een groter verschil, kan er natuurlijk ook wel eens gewonnen worden door de ‘mindere’ speler, maar dan gaan we het al over uitzonderingen hebben. De door “schaakcultuurrelativisten” vaak gebezigde term “ratings zeggen niets” kan wat mij betreft dan ook gezien worden als een schampere poging het eigen verlies te rechtvaardigen…   

… 291 puntjes!
Aan bord 8 (zwart) had invalkracht Gerard Turkenburg (1553) de bijna onmogelijke taak om zijn partij tegen Jasper Valstar (1844) tot een goed einde te brengen. De 291 ratingpunten verschil in het nadeel van Gerard voorspelden op voorhand al weinig goeds. Aanvankelijk verliep de partij hoopvol voor Gerard (en ons). Jasper offerde conform de strategie van de opening zijn f- pion. Gerard stond dus geruime tijd deze pion voor, Jasper had als compensatie daarvoor meer ruimte en aanknopingspunten. De dame van Gerard vond geen rust, en de zwarte damevleugelpionnen werden zwak. Gerard trachtte door ruil de stelling te verlichten, het pakte ongunstig uit… pionnen gingen verloren en de beoogde koningsaanval, die Gerard opzette werd eenvoudig gepareerd. Einde oefening…
3-3

Gerard... dappere poging


… 312 puntjes!    
F.G. Maas (1477) had zich het avondje nogal anders voorgesteld, een beetje rondlopen, wat aantekeningetjes maken… Niets van dat alles! Aan het zwarte 6e bord was de tegenstander Johan de Koning (1789). Zoals we dat van F.G. kennen… rustige opbouw en vooral niet overhaast. Lange tijd bleef de partij in evenwicht, wat echter niet in evenwicht was… de tijdfactor. F.G. had op een bepaald moment slechts 7 minuten over, terwijl Johan nog ergens in de 30 minuten had. F.G. besloot een riskante actie op de b-lijn. Een zwarte toren bereikte veld b2, maar werd jammerlijk afgesneden door een sluwe paardzet, kwaliteitverlies. Inmiddels met nog maar 3 minuten, stortte de zwarte stelling volledig in… Na een heroïsch gevecht, helaas toch ten onder.
4-3     

F.G. ... kan er wel om lachen


Instant kopman…
‘A moment of fame’… Hoewel ik niet denk dat gelegenheid kopman Jan Zoorob (1942) dat zo beleefde. Tegenstander was Leon Willemen (1978). Toen Jan gevraagd werd om tactische redenen eens in de huid van FM John van Baarle te willen kruipen, stuitte dat op weinig weerstand (ook FM John kon er de humor wel van inzien). De partij was interessant, Jan kwam tijdelijk een pion voor, terwijl Leon zijn ontwikkeling eerst voltooide. Zoals in deze opening gebruikelijk is de pluspion vaak niet te handhaven. Tot zover bekend terrein… Het middenspel werd gekenmerkt door veel stukkenactiviteit in het centrum, een moment van witte onachtzaamheid werd door Leon uitstekend ‘misbruikt’. Met een goed getimed kwaliteitoffer maakte Leon de kleine kwaliteit buit. Jan probeerde nog van alles, maar Leon speelde het uitstekend uit!
5-3  

Jan... in de huid van FM John


Tja… en toen waren we definitief wakker. Het theoretische promotiekansje was nu 100% vervlogen. Eigenlijk geeft dat toch ook wel rust, wanneer je basis wel sterk maar erg smal is ben je toch kwetsbaar in een sterke klasse als de promotieklasse. Ik merkte een berustend sfeertje bij mijn teamgenoten, en ondanks het kleine theoretische kansje, geloofde eigenlijk niemand in dit kansje. Het seizoen zit er natuurlijk nog niet op. We zijn nu op de 4e plek terecht gekomen, en dat is natuurlijk wel (ver) beneden onze stand (hoogst gemiddelde van de 1e klasse). In de laatste ronde vinden we onszelf in de gewetenloze rol van beul. De nummers 7 en 8 degraderen, nummer 8 zal SO Rotterdam 3 wel worden. De 7e plek kent 3 gegadigden: SOF/DZP 1, Spijkenisse 3 en Dordrecht 2. Spijkenisse 3 lijkt de dans te ontspringen omdat zij zelf mogen afrekenen met het erg zwakke SO Rotterdam 3. Dordrecht 3 krijgt Nieuwerkerk a/d IJssel 1 op bezoek en wij krijgen op maandag 23 maart SOF/DZP 1 op bezoek…

Het persbericht van de wedstrijd tussen Nieuwerkerk a/d IJssel en HZP Schiedam leest u hier...

Verslag: Aad Juijn
Fotografie: Studio HZPS         

        




HZP SCHIEDAM 1 – DORDRECHT 2   4½ - 3½

Afgelopen maandag speelde ons eerste team thuis tegen Dordrecht 2.

... doen we even!
Eerst wat beschouwingen vooraf. Aan het begin van de competitie gingen we er eigenlijk van uit dat we met ons sterke team wel even zouden promoveren. Maar toen kwamen er teleurstellingen: een nederlaag en een gelijkspel. Na de afgelopen vier rondes stonden we op de derde plaats met 5 wedstrijdpunten. Sliedrecht 2 en Nieuwerkerk a/d IJssel stonden boven ons met 2 wedstrijdpunten meer. Veel hangt af van de wedstrijd aanstaande donderdag tussen Sliedrecht 2 en Nieuwerkerk a/d IJssel en omdat we nog moeten spelen tegen Nieuwerkerk a/d IJssel, komen alle drie de teams in het voor ons gunstigste geval op evenveel wedstrijdpunten. Er zijn dus nog promotiekansen. De eerste voorwaarde was natuurlijk wel dat we van Dordrecht moesten winnen en liefst met grote cijfers want mogelijk worden de bordpunten belangrijk.

Het idee van “even” promoveren was eigenlijk vanaf het begin wel erg optimistisch. Sliedrecht 2 heeft een gemiddelde rating van 1894 ELO punten, Nieuwerkerk a/d IJssel heeft 1854 ELO punten en ons team heeft afhankelijk van de invallers ongeveer 1920 ELO punten. Iets meer dus, maar zeker geen overtuigend verschil.

Jij gaat niet bellen!!!
Dan de aanloop naar de wedstrijd. Toen Aad Juijn teamleider was van het bekerteam schreef hij dat de aanloop naar de wedstrijd zenuwslopend is voor een teamleider. Teamleider Frans Groeneweg heeft dat gemerkt. Zo'n vijf dagen voor de wedstrijd kwam er het bericht dat twee teamleden wat griepverschijnselen hadden en mogelijk niet zouden kunnen spelen. Heerlijk. Frans mag al niet meer invallen en Andries mag nog maar één keer invallen. Zo raken we snel door onze invallers heen. Gelukkig sloeg de griep toch niet toe!! Dan de wedstrijddag. Als teamleider kijk je dan de hele dag erg dreigend naar je mobieltje: “Jij gaat niet bellen. Jij gaat niet bellen”. Maar desondanks toch een inkomend gesprek. Daniël van Loenen. Het zal toch niet waar zijn! Welnee, Daniël wilde alleen maar weten hoe de twee vooruit gespeelde wedstrijden geëindigd waren! Weet hij dan niet dat je de teamleider hartkloppingen bezorgt als je enkele uren voor de wedstrijd belt!

Woest zocht Frans iets om
kapot te smijten...
Maar het kan nog erger, veeeel erger. 's Avonds zet Frans alles klaar en wil dan de wedstrijdformulieren pakken. Geen wedstrijdformulieren. De materiaalkast wordt drie keer binnenste buiten gekeerd. Geen wedstrijdformulieren. De eerste tegenstanders komen binnen. GEEN WEDSTRIJDFORMULIEREN. Dan ziet iemand de formulieren op de kast liggen. Kennelijk was de kast vorige week al op slot toen de formulieren er nog in moesten, de kast even open maken was dan te veel gevraagd! Woest zocht Frans iets om kapot te smijten. Zelfs dat mislukte: de vazen met bloemen waren al weggehaald om plaats te maken voor de schaakborden.

Teamleider Frans Groeneweg...


Nu de wedstrijd tegen Dordrecht 2. Onze tegenstanders hadden gevraagd of zij aan bord 4 en 8 een week eerder mochten spelen. En zo geschiedde. Alex Kapitonenko (ELO 2145, we houden de ELO ratings van 1 februari aan) speelde met wit aan bord 4 tegen Victor Koppelaar (1832). Alex vermeldde dat Victor aanviel, maar Alex kon het opvangen en de stand was ongeveer gelijk. Dan maakt Alex een foutje en verliest een pion. Alex moet dan vechten voor remise en dat lukt. Gezien het ratingverschil een knappe prestatie van Victor.          
(0.5  –  0.5).

Cees (lv) naast Alex... vooruit gespeeld 


Cees Verhagen (1829) had wit aan bord 8. Cees mailde het volgende verslag. Grappig was dat ik moest spelen tegen Johan van der Griend (1945), degene die mij 34 jaar geleden schaakles heeft gegeven toen ik lid werd van HVO. Ik kwam zeer goed uit de opening, maar deed overmand door de zenuwen een paar slechte zetten. De partij werd onnodig gecompliceerd en ik had zelfs nog kunnen verliezen. Gelukkig stond de zwarte koning nog slechter verdedigd dan de witte en kon ik met een penning één of meerdere stukken winnen.1 – 0 dus. PS. Pupil verslaat Meester! 
(1.5 – 0.5).

Dan de partijen van afgelopen avond. Frans liep vanaf bord 1 langs de borden en zag dat er netjes werd ontwikkeld (precies volgens de richtlijnen van Euwe, het grote voorbeeld van Frans). Dit ging zo door tot hij aan bord 7 was. Daar had Aad Juijn (1903) zwart tegen Adri Timmermans (1789). Daar had men andere opvattingen. Stukken ontwikkelen? Belachelijk ouderwets idee. De dame pas later in het spel brengen? Hoe verzin je zo'n idioot idee! Aad trok ten strijde met dame en loper en meer had hij voorlopig niet nodig. Geleidelijk ontwikkelt Adri wat meer en rokeert. Aad blijft dreigen met dame plus loper. En dat werkt!!! Een combinatie met een schaakje leidt tot stukwinst en Adri geeft op. Frans zei tegen Aad: “Ik dacht dat je zou gaan verliezen met die nauwelijks ontwikkelde stukken”. Aad: “Hoe kom je daar nu bij! Ik was de baas op alle zwarte velden!” 
(2.5 – 0.5).

Aad (wint ook eens)...


Aan bord 1 had FM John van Baarle (2164) zwart tegen Ton Slagboom (1916). Er was veel strijd op de a- en b-lijn. John offert tijdelijk een pion om de witte pionnenstelling daar te verzwakken. Ton heeft nu een achtergebleven pion op a2 op een half open lijn. Ton biedt een kwaliteit aan. Als John toehapte zou Ton verbonden vrijpionnen op de a- en b-lijn hebben. John gaat hier wijselijk niet op in. John bouwt druk op tegen pion a2 met dame en toren op de a-lijn. Maar het slaat niet door en men besluit tot remise 
(3 – 1).

FM John... aanval sloeg niet door


Aan bord 6 speelde David van der Mast (1933) met wit tegen Henk Timmermans (1779). David ontwikkelt iets sneller en krijgt wat meer ruimte en initiatief. David slaagt er in om twee torens op de open d-lijn te krijgen. Daardoor kan hij binnenvallen op de zevende rij en daar pionnen bedreigen. Uiteindelijk hebben beiden een toren, een paard en 5 pionnen. Maar door het initiatief van David ziet Henk er niets meer in en geeft op. (4 – 1).

David... Topscorer met 4,5 uit 5!!


Jan Zoorob (1942) had zwart aan bord 3 tegen Ben Sitton (1842). Na de opening heeft Ben een half open d-lijn en Jan een half open c-lijn. Het spel gaat er nu om, de pionnenstelling van de tegenstander in de buurt van die lijnen aan te tasten en zelf een betere pionnenstelling te verkrijgen. Erg gecompliceerd. Toen de stand nog 3 – 1 was vroeg Jan aan Frans of hij herhaling van zetten mocht doen. Frans liet de beslissing aan Jan. Toen maakte David 4 -1 en Jan dacht nog steeds na of hij herhaling van zetten zou doen. De overige partijen stonden wat minder. Van een afstand keek Frans naar het achterhoofd van Jan en dacht zeer geconcentreerd: “Doe herhaling van zetten. Doe herhaling van zetten”. Of dit telepathisch over gekomen is, is niet duidelijk, maar tot grote opluchting van Frans besloot Jan tot herhaling van zetten. 
(4.5 – 1.5).

Jan... Telepathie?


Aan bord 2 speelde Daniël van Loenen (1924) tegen Piet Pluymert (1976). Na de opening viel Piet met g5 de koningsstelling van Daniël aan. Daniël ving dit op en het kwam daar vast te staan. Piet had wat meer ruimte. Daniël lost de problemen op en lijkt ook kansen te krijgen. Maar dan staat Daniël ineens een kwaliteit achter voor een pion. In het eindspel heeft Piet een toren en Daniël een loper. Daniël heeft een pion extra. Geleidelijk verdwijnen er steeds meer pionnen van het bord. Daniël probeert van alles, maar dit eindspel gaat verloren. 
(4.5 – 2.5).

Daniël... 1e verlies in de competitie!


Theo van Zessen (1803) speelde aan bord 5 met zwart tegen Iwahn Apon (nog geen rating). Iwahn heeft meer ruimte in het centrum en staat klaar voor de aanval (pion d4 en e4 gesteund door Td1 en Te1). Na het gevecht in het centrum slaagt Iwahn er in om een pion op d6 te krijgen die gesteund kan worden door Le7, midden in de stelling van Theo, Theo moet zwaar in de verdediging. Beiden komen in tijdnood. Na afruil staat Theo verloren 
(4.5 – 3.5).

Theo... na afruil verloren


Het eerste doel (winnen) is gelukt, maar het tweede doel (veel bordpunten) mislukte volkomen. De vraag dringt zich op of we zo nodig naar de promotieklasse moeten. Na donderdag weten we of we nog theoretische kansen hierop hebben. 

Het verslag in de krant leest u hier...

Verslag/Fotografie/Wedstrijdleider/Crisismanager/Slachtoffer zinloos geweld/Aspirant psychiatrisch patiënt: Frans Groeneweg
Gedachtebeheer (Ballonnetjes): Aad Juijn







SO ROTTERDAM  3  –  HZP SCHIEDAM  1  1 - 7

Theo... aantekeningen
Afgelopen vrijdag speelde ons eerste team een uitwedstrijd tegen SO Rotterdam 3. Cees Verhagen moest helaas afzeggen. Teamleider Frans Groeneweg zette zich in zijn plaats aan diens bord. Theo van Zessen was erg snel klaar met zijn partij. Op verzoek van Frans heeft Theo daarna aantekeningen gemaakt. Dit is het verhaal van Theo.

Aan bord 7 speelde Theo van Zessen (1798) met wit tegen René Geuskens (1621). Theo kiest een scherpe variant waar Ben Riksen zich af en toe ook in verslikt. Bij goed spel van zwart heeft wit niets, maar... degenen die deze opening spelen houden van rustig spel en bij meteen wildwest gaat er dan snel iets mis. Ook vanavond keek zwart na de 7e zet van wit aan tegen mat of stukverlies aan. (0 – 1).

Theo... in 7 zetten gewonnen! 


Bij  Alex Kapitonenko (zwart bord 2, 2113) tegen Wim van Munster (1770) ontstaat na een zet of 17 een eindspel met beiden een paard, een toren en 7 pionnen. De structuur van Wims stelling is licht beter. Dit gaat naar remise. Twee jaar geleden speelde Wim een eindspel tegen Freerk Gerkema op bord 7. Ze stonden om de beurt gewonnen, maar uiteindelijk  werd het remise. (SO Rotterdam-3 won toen met 5.5 – 2.5 of iets dergelijks). Gaat het weer zo? Nee, na 22 zetten is het ook echt remise. (0.5 – 1.5).

Alex... remise


... tussenbalans
Om 21.50 uur maakt Theo een tussenbalans op. De ratings van de SO-spelers zijn dan wel aan de lage kant, maar het zijn toch voor het grootste deel zeer ervaren spelers (van Bekkum, van Munster en Schreutelkamp haalden jarenlang promotieklas- of eersteklas-niveau). Ook  Ap Willeboordse kan een aardige pot schaken. De overige vier ken ik verder niet, maar – afgezien van mijn tegenstander – is nog niemand na ongeveer 20 zetten ernstig in de problemen geraakt.

De tussenbalans om 21.50 uur: John iets beter, Alex al half punt, Jan ?, Daniël ?, Aad ?, David iets minder, Theo al een punt, Frans iets beter (dreigt Pxg4).

Aan bord 8 heeft Frans Groeneweg (1782) zwart tegen Rob Laban (1594). Na 13 zetten heeft Frans zijn tegenstander een achtergebleven d-pion bezorgd. Tegengestelde rokades, Frans “lang”. De dames gaan al snel van het bord. Behoedzaam spel. Kan Rob een paard op d5 krijgen (Pe1-g2-e3-d5)? Dan zou Rob goed staan. Rob verzwakt echter zijn koningsstelling en heeft na 20 zetten ook een lelijk gat op e5. Wel komt er nu een wit paard op d5, maar dat kan Frans misschien verdrijven, al lijkt dat niet zo eenvoudig. Frans wint op zet 26 een pion en lijkt op weg naar de overwinning. Wits paard op d5 doet niet mee; de lopers van Frans worden steeds sterker nu er meer ruimte komt. Na 29 zetten dreigt Frans nog een pion op wits koningsvleugel te pakken. Hij staat nu op winst. Op de 32e zet geeft Rob om 10.25 uur op (0.5 – 2.5).

Frans... netjes naar winst


Aan bord 4 heeft Daniël van Loenen (1940) zwart tegen Roger Schreutelkamp (1782). Daniël gaat op de 13e zet met een opstoot het witte centrum aanvallen. De stelling wordt plotseling meer open. Roger ruilt de loper tegen een paard en nu lijkt Daniël spel tegen de koningsvleugel te kunnen krijgen, zeker als Roger verder zou ruilen op e5. Maar dat doet hij – ervaren als hij is – natuurlijk niet. Nu Daniël zijn Ta8 niet mee kan laten spelen staat hij misschien wat slechter. Daniël krijgt een remise aanbod en mag dit aannemen (1 – 3) (nog steeds 10.25 uur). We hebben nu al wel een bordpunt meer verspeeld dan Sliedrecht.

Daniël remise...


... vader Daan, trouwe supporter


Aan bord 3 heeft Jan Zoorob (1955) wit tegen Johan Steenbergen (1669). Jan heeft na 16 zetten meer ruimte. Johan heeft echter twee paarden die goed lijken te staan. Johan rokeert kort op de 24e zet en Jan richt zich nu op de koningsstelling van Johan. Johan lijkt echter stevig te staan. Toch weet Jan de partij nu snel te winnen. Zo staat het 1 – 4 (10.27 uur). We hebben nog een halfje nodig voor de wedstrijd. Het lijkt er op dat dit van John moet komen. Aad en David hebben toch wel problemen.

Jan... regelmatige overwinning


Aad Juijn (1919) speelt aan bord 5 met wit tegen Tom Boesten (1621). Tom speelt op 3 rijen. Aad heeft veel meer ruimte en staat veel actiever. Zwarts stelling oogt echter solide. Kan Aad de boel uit elkaar spelen? Aad gebruikt veel tijd om een aanval te verzinnen. Tom verdedigt actief, maar met 25… f5 misschien te actief. Aad offert nu een stuk, maar is dit een gok of heeft hij iets gezien wat mij ontgaat? Aad offert ook nog de pion op b4, maar krijgt hij daarmee zwarts dame van de dekking van Le7 af? Op de 34e zet bereikt Aad toch een stelling waarin Tom nauwkeurig moet verdedigen. Er dreigt ruil op f6 en schaak op h7. Tom speelt Db2 en nu moet Aad toch wel kunnen winnen. Hij heeft nog een kwartier om het door te rekenen. Aads koningsaanval  wordt steeds dreigender, maar zwart kan zich wellicht nog verdedigen (Lf5! op zet 36!?). Echter, zwart bezwijkt  onder de druk en Aad wint. Om 11.10 uur is het 1 – 5. Als John vervolgens een stuk inrekent worden de perspectieven voor HZPS ineens veel beter. Eindstand 1 – 7 komt in zicht.

Aad ook een soort van gewonnen...


David van der Mast (1884) heeft aan bord 6 zwart tegen Ap Willeboordse (1621). David kampt al snel met een enorme ontwikkelingsachterstand, maar de stelling is erg gesloten. Nog geen pion geruild. (Moet David geen scherpere openingen spelen?). Na 2 uur heeft David nog maar 13 zetten gedaan, zijn spel blijft moeizaam, op zoek naar een manier om de stukken te activeren. Zijn koning blijft op e8. Als Ap het centrum open zou weten te breken zou er een noodtoestand ontstaan. David krijgt omstreeks zet 26 gelijk spel als Ap geen breek weet te organiseren (waarom wacht hij zo lang met Tc1-d1?). Op de 29e zet wint David een pion met Dxh4. Gaat hij nu verder via de h-lijn of na rokade of Ke7 via de c-lijn? David rokeert (zet 35). Dan trapt Ap in een val en wint David een stuk. Ap geeft meteen op (1 – 6).

David wint natuurlijk ook...


Aan bord 1 heeft John van Baarle (2211) wit tegen Herman van Bekkum (1676). Herman stelt zich binnen 3 rijen degelijk op tegen het witte pionnenspel. John  staat veel beter ontwikkeld maar het is lastig een zwakte  in het zwarte bastion aan te wijzen. Herman blijft goed verdedigen. Misschien kan John iets bereiken via de open c-lijn, maar hij heeft ook een opgesloten paard op a1 en kan niet al zijn stukken mee laten doen. In Johns stelling ontstaat steeds meer tumult en dat is in zijn voordeel. Met een tactische wending wint John een stuk en daarna maakt hij het bekwaam af.

... en zelfs John speelde zich naar winst!!


Daarmee wordt het inderdaad 1 – 7, maar soepel ging het allemaal niet.
PS. U vindt het persbericht op websites van Dichtbij en Het Nieuwe Stadsblad 

Verslag: Theo van Zessen
Fanclub: Sylvia Groeneweg/Daan van Loenen/Dik van der Pluijm/Piet Hofstee
Gedachtebeheer: Aad Juijn


SLIEDRECHT-2   –   HZP SCHIEDAM-1    5½-2½

Afgelopen donderdag speelde ons eerste team een uitwedstrijd tegen Sliedrecht-2. Maar daar gaat wel wat aan vooraf. Zoals Aad Juijn al vermeldde toen hij teamleider was van het bekerteam: “Teamleider zijn is stressvol”. Aad had het erover dat je zelfs tot aan de wedstrijddag niet zeker bent dat alle teamleden ook komen. Aad had het echter over een thuiswedstrijd en dan heb je maar de helft van de stress: bij een uitwedstrijd ben je ook blij als het hele team ter plaatse is.

Hoe ging de voorbereiding? Jan Zoorob zegde van te voren af en teamleider Frans Groeneweg zette zichzelf vrij automatisch aan het derde bord waar Jan zou hebben gezeten. We misten dus een sterke speler, maar daarnaast zaten bij de vorige wedstrijd vier teamleden in de auto van Jan! Gelukkig boden F.G. Maas en Sylvia Groeneweg aan om te rijden. Daniël van Loenen zou op eigen gelegenheid gaan. Tellen, “@$%&”, een auto te weinig. Arnold van der Kammen gevraagd, maar helaas, hij kon niet.

Teamleider Frans... "blijven lachen"


Dan, een flitsend idee!!! Frans schaakt zelf niet, maar vraagt Andries Schukking om in te vallen. Andries kan, neemt David van der Mast mee, en alles is geregeld en gaat verder goed. Denk je!!

Want in Sliedrecht was de afslag, die we wilden nemen, afgesloten. Geen probleem voor Sylvia: volgende afslag en de TomTom stuurt ons wel door Sliedrecht. Maar F.G. Maas heeft geen TomTom, hoe gaat dat lukken? Maar Maas bleek gewoon de omleidingroute gevolgd te hebben. Als TomTom rijder luister je naar de TomTom en het omleidingbord gemist! Dan hoor je in de speelzaal dat er ook bij Maas een probleem was: door enkele telefoontjes was er verwarring over de plaats waar Cees Verhagen opgehaald moest worden. Als teamleider slaak je een zucht van verlichting als je hele team inderdaad ter plaatse is!!!

Sylvia en F.G...


Dan verrassing: Daan van Loenen (de vader van) is meegekomen om aan te moedigen!!! Gelijk ook een probleem: op de ledenlijst staat Daniël van Loenen als Daan vermeld (dank aan het automatische ledenadministratie systeem, probeer maar eens iets te wijzigen!!). Moeten we geheim houden dat er inderdaad een Daan is terwijl Daniël niet op de ledenlijst staat??

Daan... vader van Daniël!!


Dan eindelijk schaken. De gemiddelde ratings van beide teams zijn vrijwel gelijk, dus het belooft spannend te worden. Na enige tijd is er iets geks aan de hand. Bij Cees Verhagen en Alex Kapitonenko is er dezelfde pionnenstructuur en bij Daniël en David ziet het er ook gelijk uit. Zitten die jongens af te kijken??

Cees Verhagen (rating 1832 ELO) had zwart aan bord 8 tegen Pieter Pons (1853). De ratings zijn van de november lijst die verder aangehouden wordt. Cees zei na afloop dat het in de opening mis ging: hij had op c3 moeten slaan. Cees kwam een stuk achter, probeerde nog wel een koningsaanval, maar dat werd opgevangen en Cees moest opgeven (1 – 0). Geeft niets, nog zeven kansen om te winnen!

Cees... mis in de opening


Aan bord vier speelt Daniël van Loenen (1940) met zwart tegen Jerry van Rekom (1889). Er komt een open d-lijn en beiden rokeren kort. Er zijn weinig dreigingen. Frans dacht dat Daniël wat actiever stond. Jerry biedt remise aan. Daniël zegt tegen Frans: “Ik vind de stelling verdacht”. Dus aannemen die remise (1.5 – 0.5).

Daniël... "verdachte stelling"


Om half elf maakt Frans een tussenbalans op. Aad Juijn heeft goede winstkansen, dan zou het dus 1.5 – 1.5 worden, maar verder lijken we nergens beter te staan. 4 – 4 zou erg mooi zijn!

Theo van Zessen (1798) heeft wit aan bord zeven tegen Adrian Mensing (1827). De dames gaan van het bord en Adrian dreigt meer. Theo krijgt een geïsoleerde pion op e5, kan niet meer rokeren en heeft geen prettige plek voor zijn koning. Na afruilen heeft Theo twee lopers, een paard en 6 pionnen. Adrian een loper, twee paarden en 6 pionnen. Theo  kan zijn geïsoleerde pion ruilen, heeft nu het loperpaar en een betere pionnenstelling. Maar het voordeel is erg dun en meer dan remise blijkt niet haalbaar (2 – 1).

Theo... remise


Andries Schukking (1682) speelt met wit tegen Wout Boer (1924). Wat een ratingverschil! Wout krijgt een zwarte pion op e4 en dreigt met een paard op d3 te komen. Andries pareert. Wout krijgt pionnen op e4 en d5, Andries heeft pionnen op c5 en f5. Andries is eigenlijk wel tevreden en biedt remise aan. Dit wordt geweigerd. Er ontstaat een eindspel met beiden twee torens, een paard en 7 pionnen. Dan verliest Andries de kwaliteit en staat verloren (3 – 1).

Andries... verliest uiteindelijk


Alex Kapitonenko (2113) heeft zwart aan bord twee tegen Robert van Rekom (1988). Alex heeft een geïsoleerde d-pion en twee actieve lopers. Alex bedreigt Tf1 van Robert. Robert denkt erg lang na. Hij heeft nog 9 minuten en Alex heeft 59 minuten. Robert begint een dreigende koningsaanval met nog 32 seconden tijd. Later blijft het ongeveer 10 seconden. Dan wordt het herhaling van zetten. Alex was niet helemaal tevreden, had er meer in gezeten? (3.5 – 1.5)

Alex... herhaling van zetten


Aad tijdens de analyse thuis
Aad Juijn (1919) speelde met wit aan bord 5 tegen Teunis van Rooijen (1921). Uiteraard offert Aad in de opening een pion. Teunis denkt erg lang na. Na de vijfde zet heeft hij al 39 minuten gebruikt tegen Aad 7 minuten. Eerlijk gezegd was het Frans niet duidelijk welke compensatie Aad had voor de geofferde pion. Dan valt Aad aan met paarden op e5 en b5, met Ta1 (die kijkt naar pion a7) en de dame. Aad offert prachtig. De aanval van Aad ziet er heel erg dreigend uit. Aad verovert de kwaliteit en nog een pion. Dan pakt Aad met zijn paard een pion. Dat paard gaat verloren, maar het stuk van Teunis staat nu gepend. Teunis geeft het stuk direct terug. Je gelooft gewoon niet wat Aad allemaal op het bord tovert! Uiteindelijk ontstaat een eindspel waarin Aad een toren heeft en Teunis een loper. Beiden hebben twee pionnen. Aad offert de toren voor de loper, want hij denkt een tempo te hebben. Helaas remise! Omstanders suggereerden nog wel een winstpoging voor Aad, maar Aad had goed gezien dat hij dan zou verliezen. Aad was na afloop teleurgesteld: de winst ergens laten liggen. Maar dat middenspel met die offeraanval was prachtig!!!!! (4 – 2)

Aad... ondanks "prachtig" toch slechts remise


David van der Mast (1884) had zwart aan bord 6 tegen Andrew Mensing (1838). Andrew krijgt een pion op d6 gesteund door zijn stukken. David slaat die pion met zijn loper en Andrew verovert die loper, maar nu staat het stuk van Andrew op d6 gepend. Er volgt een grote afruil. David heeft daarna de dame, een paard en 7 pionnen. Andrew heeft twee torens een paard en 6 pionnen. Vreselijk ingewikkeld. Andrew komt binnen  op de zevende rij met een toren gedekt door het paard.  David raakt pionnen kwijt. David heeft de dame en 1 pion. Andrew 2 torens en 3 pionnen. David staat erg slecht, maar heeft dan een idee: hij biedt remise aan! Achter Andrew staat hun teamleider. Die zegt: “JE MAG HET AANNEMEN”. Want: de stand is 4 – 2 en bord 1 is nog erg onduidelijk. Akkoord en de stand wordt 4.5 – 2.5.

David... "tactisch" remise aanbod


John van Baarle (2211) heeft aan bord 1 wit tegen Tobias Dekker (2008). John verovert het loperpaar tegen loper en paard. Het middenspel verloopt erg langzaam. Na enige tijd hebben beiden dame, toren en 6 pionnen. John daarbij de loper en Tobias een paard. Geleidelijk verdwijnt er steeds meer van het bord. John heeft toren, loper en 5 pionnen. Tobias toren, paard en 5 pionnen. Uiteindelijk beiden een toren en Tobias een pion. Dan verliest John op tijd.

FM John... gevecht met de klok


Hiermee verliezen we de wedstrijd met 5.5 – 2.5. Geen enkele partij gewonnen, wel 5 remises. We weten onze plaats weer: in de eerste klasse waar we nu zijn en niet in de promotieklasse.

U vindt hier het verslag door Sliedrecht bril bezien...

Verslag/Fotografie: Frans Groeneweg
Psychologisch interventieteam: Sylvia Groeneweg / Daan van Loenen /  F.G. Maas
Gedachtebeheer: Aad Juijn



      HZP Schiedam 1 – Spijkenisse 3 5½ - 2½ (ronde 2) 

Anders dan dat de flinke uitslag doet vermoeden was deze match bepaald geen “walk-over”. In de memorabele eerste ronde zat het bepaald niet mee, hoe anders was dit deze keer. De wedstrijd tegen Spijkenisse is puur op doorzettingsvermogen en wilskracht gewonnen… 


Personeelszaken… 
... op weg naar de club
Non playing teamleider Frans Groeneweg zag zich in aanloop naar dit duel geconfronteerd met één afmelding. Jan Zoorob heeft namelijk op de maandagavond schaaktraining (en het werd tijd ook!) bij de s.v. Fianchetto, en gegeven door IM Jop Delemarre. Geen nood, Frans valt in een dergelijk geval zelf wel in (bord 3). Jan nam vervolgens weer contact op met Frans “de training gaat niet door”, iedereen (tijdelijk) blij. Frans zou zich dus onbekommerd met het leiden van de wedstrijd, en met het schrijven van dit verslag gaan bezigen. Nu moet u in acht nemen dat de gemiddelde leeftijd van ons eerste team, zonder ‘jonkie’ David van der Mast meegerekend op ongeveer 90+ jaar ligt. Dit betekent in de praktijk dat het team pas compleet is wanneer alle betrokkenen heelhuids over de drempel van ons speellokaal zijn gestrompeld (de drempel is de laatste gevaarlijke horde). Dacht u dat het toeval is dat ons nieuwe speellokaal in het “Seniorencomplex” (zoals dat zo mooi heet) “de Pionier” gevestigd is? “Seniorencomplex” lijkt meer een term uit de psychiatrie, het begrip complex laat zich o.a. als volgt omschrijven: “Complex is het geheel van angsten, dreigingen, fantasieën en wensen dat verbonden kan zijn met een fase in de persoonlijkheidsontwikkeling. Zo kent men het minderwaardigheidscomplex waarbij het individu geestelijk gebukt gaat onder de overtuiging niet aan de verrichtingen te kunnen voldoen die hem vermeend of in werkelijkheid worden gesteld”… Het begrip senior laat zich als volgt omschrijven: “In de regel worden 60-plussers beschouwd als senioren, maar in de toeristische sector hebben velen de grens al verlaagd tot 55 jaar” (!?). Het ‘grappige’ is dat de rijksoverheid de term “medioren” bezigt (55-75 jaar), dit zal echter wel een belastingtechnisch voordelige constructie voor onze vrienden van de overheid inhouden, na je 75e ben je dus (pas) senior volgens diezelfde overheid… 

FM John... rugklachten
Conform onze leeftijd, dringt zich de immer terugkerende vraag op… Waar waren we ook weer gebleven? O ja, bij compleetheid van ons ‘seniorenteam’… Het wekt dan ook niet de geringste verbazing dat teamleider Frans geconfronteerd werd met de telefonische afzegging van in dit geval FM John van Baarle (2211)… rugklachten, tja kan gebeuren (op deze leeftijd sowieso). Frans dus aan bord één! Dit betekende tegelijkertijd dat er wel even naar een plaatsvervangend wedstrijdleider moest worden gezocht. Ons één na oudste lid werd hiervoor bereid gevonden… F.G. Maas. 

"Schout-bij-nacht" F.G. Maas...


Het schrijven van het verslag is net als vorig seizoen een race tussen Frans Groeneweg en Aad Juijn, wie het eerst klaar is met zijn partij, is het ‘zaadje’. Ondergetekende (Aad) achtte (stiekem) de kans groot dat Frans (1782) met deze discutabele eer zou gaan strijken, immers; invallen aan bord één, en dat ook nog tegen de sterke Maurice Manoch (2019). Het liep allemaal ernstig anders, Aad won met ‘glans’ de schrijfrace. Frans zelf heeft hierover ook nog een en ander te melden, maar dat leest u verderop in dit verslag. Doordat ik rond tien uur remise aanbood, en mijn tegenstander dit aanbod pas om half elf aan nam, kon ik in dat half uur nog geen aanstalten maken om aan het verslag te beginnen (mag geen aantekeningen maken zolang je partij nog gaande is). Het verslag is dus een allegaartje geworden variërend van email informatie (ingestuurde partijen) van sommige spelers, mondelinge overdracht, eigen waarneming, en ook nog één handgeschreven stukje van een der spelers, maandagavond laat in het speellokaal. Uiteraard zal in de partijbesprekingen dus hier en daar het een en ander aan stijlverschil opleveren… Wat leverde dit alles op? 

Met dank aan YouTube… 
Aan bord 8 (wit) speelde Cees Verhagen (1832) tegen Michael van der Voorden (1716). Voor negen uur was de partij al in het voordeel van Cees beslist. Ondergetekende had niets van dit korte intermezzo meegekregen, en vroeg Cees laat op de avond er iets over te willen schrijven. Cees deed nog een schampere poging om onder het gevraagde uit te komen… “ik weet niet of dat nog gaat lukken, ik heb al vier glaasjes port (seniorendrankje) op!”. Enfin, Cees schreef het volgende: Wat betreft de opening, die had ik ’s middags toevallig op YouTube bekeken. Michael speelde te agressief en wist eigenlijk niet goed raad met de witte opzet. Kortom, na Pxf7 was de klus in 14 zetjes geklaard, wie wil dat niet? 
1-0 

Cees vroege 1-0... "Wie wil dat niet?"


…er iets zinnigs over toeteren?! 
Zoals gezegd, de training ging niet door, en zodoende kon Jan Zoorob (1955) toch nog aan bord 3 (zwart) plaatsnemen. Tegenover hem zat Bart de Glopper (geen rating, tpr 1924). Jan stuurde mij via de email het volgende commentaar vergezeld van zijn partij: ik heb tijdens de partij nimmer het gevoel gehad er 'in' te zitten. Kon de concentratie niet opbrengen. Merkwaardigerwijs volg ik na zet 7 wel de 1e of 2e keus van houdini4 tot zet 17. Hierna was het nog niet onmiddellijk verloren, maar wel het verkeerde pad. Aangewezen was of Lg4 of Dd6. Beide bekeken, maar kon de complicaties niet geheel overzien en dus gekozen voor de 'makkelijke' variant. Met als klap op de vuurpijl 21. ..; Lf6. Tijdens het uitvoeren van de zet zag ik de blunder. Zoals je (nu) weet, ken ik geen enkele theorie aangaande 1. c4. Hier zijn de zetten, misschien kan jij er iets zinnigs over toeteren… 

Tja… Ik vind 1.c4?! ook 'not done', duidelijk is wel dat zwart na 9… Dxd5?! de moeilijkheden over zichzelf afroept. Bart speelde overigens wel steeds de juiste zetten om het voordeeltje vast te houden. Op zet 19 gaat Jan pas werkelijk de fout in en levert op zet 21 een volle loper in… Het meest zinnige dat ik erover kan toeteren is: “vooral goed op blijven letten bij de trainingen, en misschien aan Jop vragen hoe met 1.c4?! om te gaan. 
1-1 

Jan... snelle 1-1


Rollatorschaak… 
Ondergetekende Aad Juijn (1919) ‘speelde’ met zwart aan bord 5. De jeugdige opponent was Nick Groeneweg (1744). In tegenstelling tot onze ‘eigen’ Groeneweg, speelde deze Groeneweg vrij tam. Misschien ingegeven door het ratingverschil, Nick speelde van meet af aan op vervlakking, en om niet in het nadeel te geraken moest zwart ingaan op deze strategie. Omstreeks tien uur resteerde een vier toren eindspel, met voor ieder een paard en een zevental pionnen. Open lijnen waren er niet, wel beschikten beide spelers over een halfopen lijn. Het politieke adagium “wie breekt, betaalt” leek ook hier van toepassing. Op de 24e zet bood ik remise aan, ik had mijn leergeld vanuit de eerste ronde al ruimschoots betaald. Bovendien stond ik te ‘popelen’ om de verslaggeving op mij te nemen. Nick besloot het remise aanbod een halfuurtje in overweging te nemen, verdorie… kon ik nog geen aantekeningen gaan maken. Nick wachtte tevergeefs af wat er aan de andere borden voor duidelijks boven kwam drijven, om half elf dan toch de verlossende hand. Deze partij mag aangemerkt worden als, de op de jaarvergaderingen na, meest saaie schaakgebeurtenis van de afgelopen jaren! 
1½-1½ 

Aad... snelle remise


Familie van… 
Na een half jaartje niet geschaakt te hebben, speelde Daniël van Loenen (1940) met wit aan bord 4. Tegenstander Steven de Wilde (1761) zette de partij nogal agressief op, en kwam een pionnetje achter (het was mij niet duidelijk of dit een offer of een donatie betrof). Wij weten dat Daniël nog een oom (twee zelfs!) bij ons op de club heeft rondlopen. Ome Ben (Riksen) staat erom bekend dat wanneer hij eenmaal ’n pionnetje heeft buitgemaakt, zo’n kleinood als familiebezit beschouwt. Daniël kwam dus een pion voor, en ik kwam erin toen beide heren een dame, toren en vier tegen drie pionnen over hadden (overigens had Steven een keer, zonder succes, remise aangeboden). Steven bezette met de twee zware stukken de h lijn, dat zag er link uit maar was het niet. Eén keertje schaak geven was zo’n beetje de enige dreiging. Daniël daarentegen was veel gevaarlijker bezig met zijn twee zware stukken, die beiden op de thee kwamen bij de zwarte koning. Dit liep natuurlijk fataal af, één zet voor mat gooide Steven de handdoek. 
2½-1½ 

Daniël... half jaartje niet geschaakt!


Hotseknotsebegonia schaak… 
Onze voorzitter Theo van Zessen (1798) gaf acte de présence aan het zwarte bord 7. Steyn de Lange (1705) zat tegenover Theo. In een oude maar niet ongevaarlijke opening (Theo wil niet dat ik de naam van de opening noem, i.v.m. overijverige toekomstige tegenstanders) sloeg al snel op de avond de vlam in de spreekwoordelijke pan. Na een door Theo gemiste manoeuvre ging de zwarte dame eraan, Theo meldde dat hij gelukkig nog net twee torens hiervoor kon inrekenen. Theo’s loperpaar en verdubbelde torens, en daarbij nog een vrijpion op c3 zorgden voor het nodige tegenspel. Merkwaardig genoeg ontstond er een zeker dynamisch evenwicht (of computerprogramma’s er ook zo over denken is nog maar de vraag). Beide heren gingen in ieder geval voor het halve ei. 
3-2 

Theo... half ei (!?)


... rust in de tent?
Bij deze 3-2 voorsprong zou er enige rust in de tent moeten zijn, het tegendeel was echter waar. Alex stond een kwaliteit en pion achter, en moest redelijkerwijs worden afgeschreven. David had zojuist een pion geofferd, maar zwart verdedigde uitstekend, remiseachtig derhalve. Frans was ingevallen aan bord 1 tegen de op papier sterkste speler (Maurice Manoch 2019) van dit Spijkenisse, Frans deed dit vooralsnog uitstekend, maar ratingverschil, eindspelletje, foutje is zo gemaakt. Het kon dus nog alle kanten op, maar het vertrouwen bij de HZPS aanhang en spelers die al klaar waren was miniem. Het zag er vrij duister uit… 

Hoe gek wil je het hebben? (1) 
Frans stuurde verslag
Onze teamleider Frans Groeneweg (1782) nam als gezegd zijn verantwoording en verving FM John van Baarle (2211) aan bord 1. Maurice Manoch (2019) nam plaats tegenover Frans. Frans stuurde mij een uitvoerig verslag over deze partij, waarvan acte: 

Het maakt nogal verschil of je nummer 8 of 9 van de KNSB-ratinglijst bent. Als nummer 8 speel je het hele seizoen aan het laatste bord van het eerste team tegen tegenstanders van ongeveer het eigen niveau. Prima dus. Frans Groeneweg is nummer 9 en dan heb je het genoegen om teamleider te zijn. De hele avond langs de borden lopen, kijken hoe goed de maten het doen, en aantekeningen maken voor het verhaal, waar webmaster Aad Juijn daarna iets moois van maakt voor de website en voor de kranten. Ook prima. Maar zo ging het de eerste wedstrijd niet. En ook nu niet: Jan Zoorob meldde dat hij op de speelavond training had bij zijn andere schaakclub. Dus: F.G. Maas vragen om wedstrijdleider te worden, zelf invallen aan het derde bord, waar Jan geschaakt zou hebben, en daarna nog het verslag regelen. 

Maar enkele dagen voor de wedstrijd meldde Jan dat de trainingsdatum was verschoven, zodat hij toch kon spelen. Prima, we spelen in de sterkste bezetting! Echter, twee dagen voor de wedstrijd meldt onze eerste bord speler, FM John van Baarle, dat hij door zijn rug is gegaan en echt niet kan spelen. Dan mag je het als nummer negen met zwart aan het eerste bord opnemen tegen Maurice Manoch die 237 ELO-punten meer heeft! 

De opening van de partij was grappig: net als een eerdere opening in een RSB partij van dit seizoen, speelde Maurice vrijwel net zo als Theo van Zessen altijd tegen Frans opent. Na een paardruil kreeg Frans een pion op d4. Het was lastig te zien of die pion hinderlijk was voor Maurice of dat die pion zwak zou worden. Geleidelijk ontstond er strijd om het centrum en Maurice had nogal wat gericht op de koningsstelling van Frans. Toen creëerde Frans een penning. Na een grote afruil stond Frans een pion voor, maar dat was wel een geïsoleerde d-pion. Beiden hadden, naast de pionnen, de dame en het loperpaar. Frans vroeg aan F.G. Maas of hij remise mocht aanbieden. Maas keek zuinig, want de situatie aan meerdere borden was onduidelijk, maar Frans mocht zelf kiezen. Doorschaken dus. 

Daarna ontstond de situatie van lopers van ongelijke kleur (en de dames). Maurice probeerde via matdreigingen binnen te dringen. Maurice kon remise maken door herhaling van zetten. Maurice dacht lang na, maar hij ging voor de winst. Maurice veroverde inderdaad hiermee een pion. Toen hij nog 11 seconden had, zag Maurice dat de klok verkeerd was ingesteld: we kregen er geen 5 seconden bij. De klok werd goed gezet en Maurice kreeg er 5 seconden bij. Hij wilde nog steeds geen remise. De dames werden geruild. Er ontstond een pionneneindspel met lopers van ongelijke kleur, waarin Maurice een b-, c- en h-pion had. Met de b-pion, gesteund door koning en loper ging hij af op het promotie veld. Het zag er erg dreigend uit. Frans sloeg de h-pion, ruilde de c-pion en offerde zijn loper voor de laatste pion van Maurice. Tot verbijstering van Frans sloeg Maurice de loper niet, maar zette hij zijn koning richting de twee overgebleven pionnen op het bord: de g- en h-pion van Frans (en dus nog lopers van ongelijke kleur). Frans wilde protesten vermijden en zei: “Vanwege het gedoe met die klok bied ik nog een keer remise aan”. Maurice accepteerde en liet zien dat hij die pionnen met loper en koning ook inderdaad had kunnen tegenhouden. Prima, Frans zeer tevreden. 

Dus op naar het verslag. Theo van Zessen stond dichtbij. Frans vroeg hoe het gegaan was en begon op te schrijven wat Theo zei. Theo, verbijsterd, zei: “Ik weet niet wat je aan het doen bent, maar Aad Juijn loopt steeds al aantekeningen te maken”! 

Frans... opschrijven wat Theo zei


Het is een feest om teamleider te zijn, maar Frans weet wel wat hij gaat doen: trainen, trainen en nog eens trainen, zodat hij volgend seizoen nummer 8 op de ratinglijst is. 
3½-2½ 

Frans... knappe plusremise aan 1!!


Hoe gek wil je het hebben? (2) 
David van der Mast (1884) speelde met wit aan bord 6. Ricky Schaap (1711) was de opponent. David mailde mij het volgende verslag: 

Op bord 6 mocht David van der Mast (1884) het met de witte stukken opnemen tegen Ricky Schaap (1711). Intern bij HZPS speelt David zeer sporadisch tegen een speler die jonger is dan hijzelf. Vandaag moest hij het opnemen tegen een tegenstander geboren in het jaar 1999. Qua ratingverschil voelde David zich voorafgaand de partij "verplicht" om te winnen. 

Al vroeg in de opening speelde Ricky een voor mij ongebruikelijke zijvariant. Tot zet 19 was de stelling gelijk of had wit een klein voordeel. Beide spelers hadden kort gerokeerd en de ontwikkeling was aan beide zijde goed verlopen. Wit kreeg een halfopen d- lijn en zwart kreeg een halfopen b- lijn. Hierna kreeg David de mogelijkheid om een pion te offeren door de breekzet pion f6 te spelen. Wit stond volgens Rybka + 0.84. Door een kleine onnauwkeurigheid koos David voor een iets mindere variant. Desondanks won hij op de 27ste zet zijn geofferde pion terug. Hierna stond David nog steeds beter met + 0.68. In tijdnood (minder dan 5 min) gaf David dit voordeel weg waardoor de stelling in evenwicht kwam. Het eindspel bestond uit elk 4 pionnen, een toren en een ongelijke loper. In deze fase sloeg David een remise aanbod van Ricky af. David wilde de remise uitmelken tot pot- remise! In de ‘dying seconds’ van de wedstrijd (beide spelers hadden minder dan 30 sec. op de klok) blunderde Ricky een volle toren weg. Tja… uit respect voor zijn tegenstander besloot David om van dat moment zo minmogelijk te zeggen. Wat moet je ook zeggen als je tegenstander de gehele partij ook goed heeft gespeeld en het zo verknoeide. 
4½-2½ 

David... respect voor tegenstander (?!)


Hoe gek wil je het hebben? (3) 
Ons 2e bord werd bemand door Oleksii (voor ons ‘gewoon’ Alex) Kapitonenko (2113). Tegenstander was Selman Ercan (1777). Volgens de met Spijkenisse meegereisde vader van Steyn de Lange (Theo’s tegenstander) is Selman sinds kort weer aan het schaken geslagen, en is hij behoorlijk goed. In de 1e ronde had Selman inderdaad gewonnen van Robert van Rekom (1980). Alex zette de partij scherp op (misschien te scherp), en overzag een fraai schijnoffer van het zwarte paard op de witte koningsstelling. Wit stond op slag verloren, een kwaliteit en een pion moesten het veld ruimen. Niemand gaf nog een cent voor de kansen van Alex. Alex groepeerde zijn resterende stukken rondom zijn koning en verdedigde hardnekkig. Met veel gepriegel wist wit zoveel mogelijk ruil te vermijden. Wanneer de tijdnood voor Selman mee gaat spelen wordt het nog kritiek ook! Na een flinke slagenwisseling weet Alex op geraffineerde wijze een paard en loper tegen de resterende zwarte toren te regelen, ook is de pionnenbalans inmiddels weer gelijk getrokken. Het feest voor HZPS wordt helemaal compleet wanneer Selman door zijn vlag gaat… 
5½-2½ 

Alex... wonderlijke winst!
*Oekraïens vrij vertaald ...Shit! 


Tja… wat moet je van zo’n wedstrijd zeggen? Veel geluk gehad? Het is in mijn opinie wel een vorm van afgedwongen geluk, het hardnekkige doorspelen van Frans, Alex en David leverde uiteindelijk de grote overwinning op. Het medeleven gaat m.i. wel uit naar de Spijkenissenaren, zij hebben aangetoond dat er kwaliteit genoeg in de ploeg zit, en gaan hun punten nog wel pakken. We kunnen stellen dat de ervaring en routine het gewonnen heeft van de (onervarenheid?!) van de jeugd. We hebben nu één wedstrijd pech gehad, en een wedstrijd geluk. We zullen afspreken de rest van het seizoen op ‘normale’ speelkracht in te zetten, dan komt alles goed… De volgende ronde gaan we donderdag 20 november op bezoek bij het sterke Sliedrecht 2. 

PS. Het persbericht van HZP Schiedam-Spijkenisse 3 is hier en hier te vinden...

Verslag/Ballonnenbeheer: Aad Juijn 
Fotografie: Frans Groeneweg





BARENDRECHT / IJSSELMONDE 1  –  HZP SCHIEDAM 1  4-4

Maandag 29 september speelde ons eerste team een uitwedstrijd tegen het eerste team van de gecombineerde verenigingen Barendrecht en IJsselmonde. Teamleider Frans Groeneweg had zich voorgenomen bij de wedstrijden van het eerste team de hele avond genietend langs de borden te lopen en aantekeningen te maken voor de verhalen op de website en in de krant.

Maar zo werkt het natuurlijk niet. Cees Verhagen zegde af en Frans zette zichzelf in zijn plaats aan bord 8. Toen het grote probleem: vervoer, want bij het eerste team zijn er erg weinig auto's. Daniël van Loenen zou op eigen gelegenheid gaan, Jan Zoorob kon er drie meenemen en dat was het. Gelukkig was F.G. Maas bereid om ook te rijden.

Maar Daniël moest ook afzeggen. Andries Schukking wilde wel invallen. Frans bood aan: bord 4 of 8 (waar Daniël en Cees hadden moeten spelen). Andries wilde wel op bord 4 spelen en Andries had gelukkig een auto. Omdat Frans moest spelen was F.G. Maas teamleider.

Gelegenheidsteamleider F.G. Maas...


F.G... kortste route
Toen de reis naar het Trefpunt in Barendrecht. Sylvia, de vrouw van Frans, rijdt er  wekelijks naar toe, niet om te schaken, maar om in een orkest te spelen. Sylvia had een uitgebreide routebeschrijving gemaakt, want er was op de rijksweg zoveel veranderd dat de Tom Tom zeker in de war zou raken. En dat klopte: volgens de Tom Tom sneed
F.G. Maas hele stukken af door dwars door de weilanden te rijden. Maar op het laatste stuk met 5 rotondes is zo'n Tom Tom wel gemakkelijk.

Stelling na 12... 0-0
wit speelt nu 13. Pd2??
Andries Schukking (1682 ELO) had zwart. Hij stuurde het volgende verslag van zijn partij tegen André Coenen (1861). Ik speelde een obscure gambietvariant van de Nimzowitsch verdediging waarbij zwart een sterk wit paard op e5 toelaat in ruil voor snelle ontwikkeling. Daarmee bracht ik mijn tegenstander overduidelijk in onbekend vaarwater. André gebruikte veel tijd maar wist tot en met de achtste zet de voor wit meest gunstige voortzetting te vinden, hetgeen in de analyse door Fritz wordt gewaardeerd met een half pluspuntje voor wit. Toen het afruilen van het paard op e5 echter onvermijdelijk werd, koos hij er niet voor deze te dekken met Lf4 wat deze loper een mooie gedekte positie op e5 opgeleverd zou hebben. In plaats daarvan trok André het paard terug naar d3, daarmee de zwarte ontwikkelingsvoorsprong versterkend. Vanaf dat moment komt wit steeds meer onder druk te staan en wordt de ontwikkeling van de witte stukken vrijwel onmogelijk gemaakt door een gebrek aan geschikte velden. Nadat zwart rokeert dreigt er een stormloop op de witte stelling die zeer moeilijk te stoppen zal zijn. Maar eerst is er nog de meer acute dreiging dat het paard op d3 feitelijk "in" staat (zie diagram). De witte dame lijkt dit paard te beschermen maar moet ook het veld f2 dekken om inslaan door de zwarte dame met verlies van toren en mogelijk mat te voorkomen. Wit verzuimt deze dreiging te pareren, verliest een stuk en geeft meteen op.
  
Invallen, met zwart tegen een tegenstander spelen die 179 ELO punten meer heeft en dan zo spelen. Voor Frans is Andries “man of the match”. Hiermee was de stand dus 0 – 1.

Andries... "man of the match"


Theo van Zessen (1798) speelde aan bord 7 met wit tegen Bert Drolinga (1826). Theo schreef dat beide spelers de opening correct behandelden. Daardoor zouden beiden grote risico's moeten nemen, als men wat wilde bereiken. Het bleef bij rustig duw- en trekwerk, waarbij beide spelers de ergste dreigingen wisten te voorkomen. Toen de dames geruild waren, zag het er erg gelijk uit. Wit bood remise en zwart zag geen reden het aanbod niet aan te nemen (0.5 – 1.5)

Theo... remise


Aan bord 8 had Frans Groeneweg (1782) zwart tegen Ed Lammens (1767). De opening was grappig: tot en met de zevende zet speelde Ed precies zo als Theo altijd tegen Frans speelt. Volgens Fritz had Frans tot de 23e zet vaak een klein voordeel. Toen ruilde Frans een centrumpion en dat was niet goed. Ed stond nu iets beter en hij bouwde dat mooi uit waardoor hij actief spel met dreigingen kreeg. Fritz vond dat Ed uiteindelijk de waarde van een pion voor stond, maar Frans kon alle dreigingen pareren en Ed wist niet hoe het verder moest. Ook later bij het naschaken was dit niet te zien. Ed koos voor herhaling van zetten en Frans vond dat prima (1 – 2).

Frans... remise


Frans had nu de tijd om langs de borden te lopen en zag tot zijn verbijstering dat we aan vier borden een pion achter stonden en David had een loper extra voor drie pionnen.

FM John van Baarle (2211) speelde met wit tegen Feike Liefrink (2025). Omstanders (en John ook) zeiden dat John beter had gestaan, maar daarna even niet oplette. John kwam enkele pionnen achter en Feike kreeg zo'n sterke aanval dat John opgaf. Na afloop bromde John dat hij voor HZPS nog niet had verloren (21,5 uit 22!) en dat deze nederlaag een volkomen onnodige was (2 – 2).

FM John... onverwacht verlies


Jan Zoorob (1955) had aan bord 3 wit tegen Steef Bergakker (1938). Er ontstond een eindspel waarin beiden de dame en een toren hadden. Jan had 3 pionnen en Steef 4. Maar Steef had een vrijpion en die bleek niet te stoppen (3 – 2).

Jan snel pion achter


David van der Mast (1884) had zwart aan bord 6 tegen Tjerk Peter de Bruijn (1847). David had een loper extra maar Tjerk had 3 pionnen extra. David had krachtig spel en verovert de kwaliteit voor een pion. David had nu 2 torens en 3 pionnen, Tjerk had 1 toren, 1 loper en 4 pionnen, maar de torens van David werkten prima samen. Na afruil had David een toren en 3 pionnen, Tjerk had een loper en 3 pionnen. Toen David nog een pion pakte vond Tjerk het genoeg (3 – 3).

David... fraai naar winst


Alex Kapitonenko (2113) had aan bord 2 zwart tegen Iroy Ockeloen (1973). Alex vertelde in de auto dat Iroy erg veel tijd gebruikte, Daarom besloot Alex het erg ingewikkeld te maken door een pion te offeren waardoor Alex krachtig spel kreeg, onder andere met de zware stukken dreigend op de half open c- en d-lijn. Frans zag dat Alex het prachtig afmaakte: Alex sloeg met zijn paard een pion die door een andere pion gedekt was, maar de dekkende pion was gepend. Hierdoor kon Alex nog meer pionnen veroveren. Alex had toen de dame, twee torens en 6 pionnen, Iroy had de dame, twee torens en 4 pionnen. En dat verschil was genoeg voor de winst voor Alex. (3 – 4).

Alex... gedecideerd naar winst


Aad...
verschrikkelijk stom onderuit
En toen had Aad Juijn (1919) aan bord 5 met wit de beslissende partij tegen Robbert Meijer (1870). Er ontstond een eindspel, waarin beiden de dame hadden en allebei een loper (van verschillende kleur). Robbert had 5 pionnen, Aad had er 4. Het was erg ingewikkeld, beiden hadden matdreigingen, die de ander steeds moest pareren, maar tegelijk ook de pionnen bedreigen of de eigen pionnen verdedigen. Aad zei later dat hij dit eindspel uiteindelijk gemakkelijk remise had kunnen houden en dan had ons team gewonnen. Maar Aad speelde op winst (je bent een vechter of je bent het niet!). En toen liep de koning van Aad ineens in een matnet. Aad was heel erg ontevreden over zichzelf.

Aad... "Matchloser"...


En daardoor werd de eindstand 4 – 4.  Zoals de wedstrijdleider van onze tegenstanders opmerkte: “Na deze eerste wedstrijd hebben we beiden 1 punt, dus we kunnen ieder gaan knokken tegen degradatie, of ieder strijden voor promotie.

Het persverslag van deze wedstrijd vindt u hier...

Verslag/Fotografie: Frans Groeneweg
Gedachtebeheer: Aad Juijn








Geen opmerkingen: