RSB seizoen 2016/2017, Team 1
HZP SCHIEDAM 1 – RSR IVOREN TOREN 3 5 – 3 (RONDE 7)
EGO... |
In dit
verslag gebruiken we de ratings van februari 2017.
Aan bord 3
had Frans Groeneweg (rating 1771) zwart tegen Arend Bongers (1836). In de
opening kwam Arend volgens Fritz ongeveer de waarde van een pion voor. Maar dit
voordeel verdween grotendeels. De partij was nog nauwelijks begonnen toen Frans
een stuk sloeg. Arend sloeg terug met zijn dame. Vervolgens bedreigde Frans die
dame met een gedekte loper en de dame had geen veld. Arend gaf direct op. Frans
is in een interne partij op soortgelijke wijze zijn dame al eens kwijt geraakt.
Er was dan nog niets aan de hand, je ziet niets aankomen en dan ineens denk je
“Nee hè”. (1 – 0).
Frans: wie wint die schrijft... |
Frans had nu het voorrecht om het verslag te schrijven. Het was nog vroeg en aan de andere borden was nog niet veel aan de hand.
Aan bord 8
speelde Daan van Loenen (1603) met wit tegen Leon Cornelissen (1543). Er werden
drie stel stukken geruild. Daan had slechtere pionnen, maar hij kon dit
repareren. Er ontstond een eindspel met beiden alleen vijf pionnen en beide
koningen in het centrum tegenover elkaar. Leon bood remise aan en Daan
accepteerde (1.5 – 0.5).
Daan: remise... |
Cees Verhagen (1860) speelde aan bord 5 tegen Wouter Scheffer (1599). Een enorm ratingverschil in ons voordeel. Er werd veel afgeruild en er ontstond een eindspel waarin beiden een loper, een paard en 7 pionnen hadden. De lopers werden geruild. Toen veroverde Cees een pion en met zijn koning kon hij nog meer pionnen bedreigen. Wouter gaf op (2.5 – 0.5).
Cees (r) gewonnen... |
Aad Juijn (1933) speelde met zwart aan bord 1 tegen Dick Straathof (1846). Dick ging niet in op het gambiet dat Aad hem voorschotelde. Ondanks dat beide heren tegengesteld rokeerden bleef de stelling in een zeker dynamisch evenwicht. Dick consumeerde wel beduidend meer tijd. Gezien de voorsprong en de situatie aan de andere borden bood Aad reeds op de 15e zet remise aan, hetgeen na lang nadenken door Dick werd geaccepteerd…
Met deze
remise werd het 3 – 1.
Aad: korte remise... |
Aan bord 7 speelde Arnold van der Kammen (1469) tegen Rob van der Lee (1733). Hier een enorm ratingverschil in ons nadeel. Rob viel de koningsstelling aan met D+L+P, maar alles was gedekt. Er werd geruild. Daarna hadden beiden 2T+2P, Rob had 7 pionnen, Arnold had 6 pionnen, maar Rob had slechtere pionnen. Er werd remise overeengekomen. Gezien het enorme ratingverschil een prima resultaat van Arnold (3.5 – 1.5).
Arnold: wandeling in het park |
Arnold: remise, en dus 'n uitstekend debuut! |
Theo van Zessen (1783) speelde aan bord 4 met wit tegen Mark Beijen (1824). In het begin kwam Theo een pion achter en hij had slechtere pionnen. Mark viel aan. Beiden hadden D+2T+P. Mark had 6 pionnen en Theo had 5 pionnen. Er werd geruild en hierna vielen beiden om beurten aan. Theo veroverde zijn pion terug. De koning van Theo stond op de achterste rij achter pionnen en zijn toren dekte de onderste rij. Tot Theo zijn toren naar voren speelde en de koning van Theo stond mat achter de paaltjes. Het “Nee, hè” moment van Theo. Grappig is dat de interne partij waarbij Frans zijn dame liet insluiten, was tegen Theo. En zo was de “Nee, hè” cirkel rond (3.5 – 2.5).
Theo: "mat achter de paaltjes"... |
Andries Schukking (1692) had wit aan bord 6 tegen Arrian Rutten (1671). In deze partij gebeurde van alles. Arrian viel aan, veroverde een pion en bleef dreigen. Toen gaf Arrian zijn loper weg. Er ontstond een eindspel waarin Arrian een toren en 6 pionnen had en Andries een toren, een loper een 4 pionnen had. Beiden veroverden pionnen. Andries weigerde remise, maar uiteindelijk werd het toch remise (4 – 3).
Andries (l): toch nog remise... |
De beslissing zou vallen aan bord 2 waar Daniël van Loenen (1902) met wit speelde tegen Sebastiaan Janse (1784). Beiden rokeerden kort en toen werd het heel druk op de koningsvleugel. Sebastiaan ging met f- en g-pion naar voren. Het werd erg spannend. Na afruil weigerde Daniël remise en hij komt beter te staan. In het eindspel dreigt Daniël te gaan promoveren en wint.
Daniël: matchwinner! |
3e plaats! |
Het persbericht van deze wedstrijd, dat o.a. is gestuurd naar de regionale kranten en Look TV leest u hier...
Verslag/Fotografie:
Frans Groeneweg
Eigen
bijdrage: Arnold van der Kammen
Gedachtebeheer: Aad Juijn
Gedachtebeheer: Aad Juijn
Dordrecht-2 – HZP
Schiedam-1 4.5 – 3.5 (ronde 6)
Afgelopen
dinsdag speelde ons eerste team een uitwedstrijd tegen Dordrecht-2. Voor beide
teams stond er veel op het spel. Dordrecht stond bovenaan en wilde dat
natuurlijk graag zo houden. Wij waren bijna veilig voor degradatie, maar het
zou nog kunnen misgaan. Enige wedstrijdpunten zouden dus welkom zijn, of anders
zouden we veilig zijn als WSV deze week zou verliezen (WSV verloor inmiddels
met 1,5 - 6,5 van de Willige Dame).
... aardige mensen in Dordrecht (maar ze winnen wel!) |
Toen we net
aan tafel zaten werd Frans Groeneweg door spelers van Dordrecht aangesproken:
“Jullie hebben een leuke website, vooral ook de tekstballonnetjes zijn leuk met
al die humor”. Toen Frans later remise aanbood kreeg hij van omstanders direct
commentaar: “Niet doen, dan ben jij eerder klaar dan Aad Juijn en dan moet jij
het verslag schrijven!”. Ongelofelijk: zij citeren uit onze website! Webmaster
Aad Juijn zal dit allemaal ongetwijfeld prachtig vinden. En: aardige mensen in
Dordrecht!!!
Bij de
volgende verslagen gebruiken we de rating van februari 2017.
Snipverkouden = Grog = Groggy |
Aan bord 5
had Frans Groeneweg (rating 1771) wit tegen Sander Vogelesang (1946). Frans had
daarmee de eer om tegen de speler met de hoogste rating bij het team van
Dordrecht te spelen. Maar er was compensatie: Sander was snipverkouden en dat
zal de concentratie niet ten goede komen. Maar Sander benadrukte dat dit geen
invloed had. Frans kwam
volgens Fritz in de opening de waarde van een pion voor, maar na de 10e zet
vond Fritz de stand gelijk. Daarna kwam Frans iets slechter te staan (de waarde
van een halve pion). Op de 25e zet was het volgens Fritz gelijk. Frans bood
remise aan, maar Sander wilde doorspelen. Beiden hadden een loper, een paard en
6 pionnen, die precies op dezelfde lijnen stonden. De pionnen van Frans stonden
op zwart en veel pionnen van Sander stonden op wit. Frans had een witveldige
loper, dus de goede loper (op de kleur van de pionnen van de tegenstander).
Sander had ook een witveldige loper, dus een slechte loper. Frans had een
probleem: de loper van Sander pende het paard van Frans en als Frans het paard
zou spelen, kon Sander de lopers ruilen en dat wilde Frans niet, want hij had
de goede loper! Tot verbijstering van Frans loste Sander het probleem op:
Sander sloeg het paard. Nu was het dus de goede loper van Frans tegen het paard
van Sander. Fritz vond dat door die ruil Frans van een achterstand van 0.2 pion
naar een voorsprong van 0.2 pion was gegaan. Het was dus nog lang niet uit. Beiden
brachten eerst hun koning op het beste veld. Daarna ging Frans met pionnen naar
voren om open lijnen voor zijn loper te krijgen. Dit lukte en Frans kwam
volgens Fritz op de waarde van een pluspion. Sander probeerde een vrijpion op
de koningsvleugel te krijgen, maar dat liep vast. Frans veroverde een
centrumpion en had toen twee verbonden vrijpionnen in het centrum en dat
besliste snel. En daarmee stonden we om kwart voor tien met 0 – 1 voor.
Frans als eerste klaar (gewonnen), en dus verslag schrijven... |
Aan bord 4
had Theo van Zessen (1783) zwart tegen Hans Berrevoets (1915). Weer een groot
ratingverschil. Na de opening van Hans speelde Theo een scherpe variant. Hans
ging hier niet op in en Theo kreeg een voorsprong in ontwikkeling en een
pluspion. Theo dacht te gaan winnen. Ton Slagboom van Dordrecht zag voor Theo
een winnende probleemzet. Maar Theo zag die zet niet en het werd remise (0.5 –
1.5).
Theo (l): remise... |
Aan bord drie
had Aad Juijn (1933) wit tegen Ton Slagboom (1881). Ton stelde zich compact op,
en Aad valt graag aan. Op het oog leek wit gevaarlijke kansen op de
koningsvleugel te krijgen, nadat beide spelers kort hadden gerokeerd. Ton heeft
echter dit seizoen in RSB verband nog niet verloren (+1, = 4) en dat vermoedde
een stabiele tegenstander. Op de 18e zet zocht Aad het avontuur met
h4… maar plaatste tevens een remise aanbod. Een riskante stelling voor beide
spelers, die feitelijk vlak voor de storm in remise eindigde (op dat moment zag
het er voor HZPS vrij rooskleurig uit).
Aad: tactisch remiseaanbod, dat achteraf niet goed uitpakte... |
En met deze
remise stonden we in de tussenstand 1 – 2 voor.
Aan bord 2
speelde Daniël van Loenen (1902) met zwart tegen Marcel Pluymert (1938). Toen
Frans voor het eerst langs liep hadden beiden de dame, een witveldige loper en
8 pionnen. Daniël had de slechte loper. De dames werden geruild en het was
remise (1.5 – 2.5).
Ook voor Daniël remise... |
John van
Baarle (2107) had wit aan bord 1 tegen Iwahn Apon (1848). Hier dus een enorm
ratingverschil in ons voordeel. John had in het middenspel iets meer ruimte en
hij viel aan. Na enige tijd stond John de kwaliteit en een pion voor. Een stel
paarden werd geruild en John veroverde nog een pion. Toen vond Iwahn dat het
genoeg geweest was en hij gaf op.
FM John: soepeltjes naar de winst... |
Hiermee was
het 1.5 – 3.5 in ons voordeel. Wouw!! Zouden we gelijk gaan spelen of zelfs
gaan winnen??? De beslissing zou vallen aan de borden 6 – 8.
Aan bord 6
speelde Andries Schukking (1692) met zwart tegen Johan van de Griend (1844).
Weer een groot ratingverschil, nu in ons nadeel. Het was erg druk voor de
koning van Andries. Toen deed Andries een opzienbarende zet: hij zette zijn
dame zo, dat die door een toren geslagen kon worden. Andries zou dan materiaal
terug winnen bij de koning van Johan. Helaas: de variant klopte niet en Andries
kwam fors in het nadeel en gaf op (2.5 – 3.5).
Andries: variant klopte niet en dus verlies... |
Aan bord 7
speelde Gerard Turkenburg (1577) met wit tegen Victor Koppelaar (1818). Leuk
voor Gerard: mag je invallen en dan zo'n ratingverschil tegen!! Toen Frans voor
het eerst keek had Gerard in het eindspel een vrijpion op de a-lijn extra!!!
Klasse Gerard!! Victor drong met een toren binnen op de tweede rij maar Gerard
sloeg die aanval af. Helaas gaf Gerard een paard weg en toen was het 3.5 – 3.5.
Gerard: paard kwijt en dus verloren... |
Toen hing
alles af van bord 8. Daan van Loenen (1603) had zwart tegen Ben Sitton (1815)
Wat een ratingverschil!!! Ben viel aan op de koningsvleugel en daardoor moest
Daan met zijn g -pion op f6 slaan en stond er dus geen g -pion meer voor zijn
koning. Beiden hadden D+T+P+6 pi, maar Daan had een slechtere pionnenstelling.
Ben viel de koningsstelling aan met dame plus toren en Daan kon die aanval niet
keren en verloor.
Ook Daan ging ten onder... |
Dordrecht bijna kampioen! |
Daarmee
verloren we met 4.5 – 3.5. Dus geen
wedstrijdpunten voor ons, maar wel veel bordpunten. Nu dus afwachten wat WSV
kan presteren: verliest WSV dan zijn we echt veilig, maar wint WSV dan zouden
onze veroverde bordpunten belangrijk kunnen worden (inmiddels is bekend dat WSV verloor, en dus is HZPS sowieso gehandhaafd).
Uiteraard
gaan de felicitaties naar het team van Dordrecht dat zijn promotiekansen weer
verbeterde.
Verslag/Fotografie:
Frans Groeneweg
Gedachtebeheer:
Aad Juijn
Erasmus 2 – HZP Schiedam 1 4 – 4
(Ronde 5)
Gezelligheidsmodus…
Voor het eerste
team van HZP Schiedam is de opdracht eenvoudig, dit seizoen. Her en der puntjes
sprokkelen en dan blijven we vanzelf uit de gevarenzone. De ervaring leert dat
je met zes matchpunten zo’n beetje veilig bent. In twee seizoenen tijd moesten
we het vertrek van drie sterke spelers met lede ogen aanzien. Jan Zoorob (1917)
en David van der Mast (1918) meenden het toch al sterke Shah Mata nog sterker
te moeten maken, en Alex Kapitonenko (2051) pakte het nog extremer aan en
flikkerde zijn schaakbord en stukken zelfs in de open haard. U begrijpt dat een
dergelijke amputatie het herzien van de ambities in de hand heeft gewerkt. We
zijn m.a.w. in de ‘gezellige’ modus van “meedoen is belangrijker dan winnen”
terecht gekomen, wel met de aantekening dat af en toe achterom gekeken moet
worden, of het degradatiespook ons niet op de hielen zit. Dit seizoen verloopt
gezien de omstandigheden echter boven verwachting, we maken het zowaar de
promotiekandidaten bepaald niet gemakkelijk. De Willige Dame kwam zelfs met de
schrik vrij, en kwam met het nodige geluk tot twee matchpunten. Een van de
teams die nog meedraait om het kampioenschap, te weten Dordrecht 2, staat voor
de volgende ronde geprogrammeerd. Ik doe niet meer aan voorspellingen, daar we
nogal onvoorspelbaar zijn, in ieder geval zullen ze er niet helemaal gerust op
zijn daar in Dordt…
Fanclub…
Fanclub HZPS... |
Teamleider Theo
van Zessen kende voor deze wedstrijd geen problemen wat betreft de opstelling,
het vervoer was even schipperen, maar werd keurig opgelost. Andries zou Frans,
Cees en Theo ophalen. Daniël zou bij het clubhuis John en Aad oppikken om dan
vervolgens zijn vader Daan bij zijn woonadres op te halen. Op weg naar Daan
drukte Daniël, ondergetekende en John nog op het hart dat wij met zijn drieën
(bord 1, 2 en 3) in ieder geval moesten winnen om vanavond met het team een
behoorlijk resultaat neer te zetten. Deze stelling werd unaniem onderschreven.
De reis was kort, voor we het wisten waren we aanbeland bij het gezellige
onderkomen van de s.v. Erasmus, het restaurant/bar gedeelte van de woonzorglocatie
“Laurens Borgsate” aan de Meidoornsingel. Andries en zijn passagiers waren reeds eerder
gearriveerd. Voor mij staat een uitwedstrijd bij Erasmus bijna gelijk aan een
thuiswedstrijd, vele bekenden (o.a. opgedaan bij mijn verslaggeving tijdens de
RSB PK’s), kortom een gemoedelijk en daardoor ontspannen sfeertje. Verrassend
te noemen was verder het feit dat er twee supporters uit wel zeer onverwachte
hoek opdoken… Jan Zoorob en David van der Mast hadden besloten hun ‘ouwe’
maatjes mentaal bij te staan. Een leuk initiatief! Er was nog een oud lid
aanwezig, maar deze speelde vanavond tegen ons. Ruud Dröge, als u hem nog kent tenminste
(… is denk ik al 20 tot 30 jaar geleden, dat wel). Naast de twee eerder
genoemde fans Jan en David, bleek de tegenstander van Theo, Gilles Donze ook
een fan van ons… Om preciezer te zijn, van onze website. Gilles is met name fan
van de ballonnetjes met teksten, de gehele sfeer deed Gilles sterk denken aan
de getekende strip “de stamgasten” van Toon (van Driel).
Toon van Driel... |
Copy-paste…
Theo: wel telefoon |
Wat betreft de
partij besprekingen, het is genoegzaam bekend dat de strijd om het verslag te
‘mogen’ schrijven er een is tussen Frans en Aad, “wie het eerst komt, het eerst
maalt”, is de afspraak. Aad was deze keer de ‘gelukkige’ winnaar van de
tweekamp die als inzet dus het toetsenbord heeft. Omdat ik vanavond meer tijd
doorbracht achter mijn bord in plaats van langs de borden lopend, vroeg ik na
afloop van de partijen aan de heren hun eigen bevindingen over hun partijen
door te mailen. Theo doet niet aan computers, laat staan dat hij de term mailen
kent. Een telefoon is er echter nog net wel in huize van Zessen, en dat bracht
uitkomst. Daan bekeek het nog slimmer, en overhandigde mij zijn notatiebiljet,
nog net niet met de mededeling “hier, zoek het zelf maar uit”. Andries baalde
zo van het herhaalde verprutsen van zijn gewonnen staande stelling, hij stuurde
mij zijn partij in een PGN bestandje, ik moest maar zien wat ik er over
schreef. De overige heren stuurden een samenvatting over hun pareltje, dat is handig
want copy-paste. Ik gebruik de kersverse februari ratings, en ga in
chronologische volgorde langs de partijen… Komt -ie!
Stom…
stom…
Aan bord 7 (wit)
speelde Cees Verhagen (1860) tegen ons oud lid Ruud Dröge (1809). Cees mailde
het volgende commentaar: Na een rustige dame pion opening besloot ik een pion
te offeren voor of dame tegen twee torens of het binnen komen op de
zevende rij met mijn toren. Zwart koos voor het laatste. Nu staat in bijna alle
boekjes die ik heb dat een toren op de zevende rij winnend is. Daar ging ik dus
ook vanuit en dacht dat ik ook nog wel even tijd had om een pionnetje terug te
winnen. Dat was echter een fout… Dit gaf zwart net tijd om zich los te wurmen.
Op de terugweg in de auto schoot me een sterkere zet te binnen. Thuis bleek met
mijn bordje bleek dit ook het geval... stom... stom. Had het zwart vele malen
moeilijker kunnen maken en waarschijnlijk meer. Sorry!
½-½
Cees: stomme remise? |
Maatje
te groot…
Bord 8 (zwart)
werd bemand door Daan van Loenen Sr. (1603). Tegenstander Davin Mostert (1810)
was qua rating duidelijk de favoriet. Davin bediende zich van een weinig
ambitieus systeem, en Daan bereikte gemakkelijk gelijkspel. Na 11 zetten waren
nog slechts de zware stukken en voor beide heren een loper (tegengestelde
kleur) plus voor beide een zevental pionnen op het bord te vinden. Daan
verzuimde tegenspel met de pionzet c5 te zoeken, maar deed dit juist met de zet
f5. Een hangpion op e6 werd het niet te redden zorgenkind. Na een foutieve
koningszet ging ook nog eens een zwarte loper verloren, en daarmee natuurlijk
de partij…
1½-½
Daan: tegenstander, maatje te groot... |
Helpende
hand…
Aan het witte bord
3 speelde Aad Juijn (1933) tegen Pim Kleinjan (1838). Pim liet zich niet in op
de door Aad aangeboden gambiet pion, en stelde zich rustig op. Toch kwam wit
langzaam maar zeker in het voordeel. Aad overschatte echter zijn kansen, en dat
bracht Pim in de gelegenheid de stelling te nivelleren. De stelling was van
dien aard dat zwart toch op zijn tellen moest passen, de witte stukken waren
dreigend aanwezig op de zwarte koningsvleugel. Pim had kennelijk geen zin meer
om voorzichtig te blijven manoeuvreren en startte een nogal onbesuisde aanval
op de witte koning en dame. Het zwarte offerfeest resulteerde uiteindelijk in
zwart torenverlies, en even later in mat achter de paaltjes… Bovendien
resulteerde het zwarte offerfeest voor ondergetekende in het schrijven van dit
verslag, waarvoor nog mijn dank Pim!
1½-1½
Aad: winst op Pim en Frans... |
Primeur…
Aan bord 1 (wit)
vinden we natuurlijk FM John van Baarle (2107). Tegenstander Leo Verhoeven (1925)
vertrouwde mij vlak voor zijn partij tegen FM John toe, nog nooit tegen FM John
te hebben gepeeld. FM John mailde mij het volgende over deze primeur: In mijn
partij tegen Leo Verhoeven ontstond de Tartakower variant van het Damegambiet,
wat mij op mijn leeftijd beter ligt dan de dubieuze
gambieten, waarmee sommige spelers mij menen te moeten bestrijden. In een
scherpe stelling offerde ik een pion, hetgeen zwart de keuze liet dit
aan te nemen of af te slaan. Mijn inziens nam zwart de juiste beslissing. Er ontstond
nu een gecompliceerd middenspel. In deze fase miste Leo een goede
verdedigingsmogelijkheid, waarna hij in een zeer passieve stelling
geraakte. In hevige tijdnood was het voor Leo ondoenlijk in deze moeilijke
stelling de beste zetten te vinden.
1½-2½
FM John: gedecideerd naar winst... |
Altijd?
Aan het zwarte
bord 4 speelde onze voorzitter en teamleider Theo van Zessen (1783) tegen
Gilles Donze (1848). Voor de partij begon Gilles met de vraag: speel jij altijd
aan bord 4? Het antwoord van onze doctorandus in het Nederlands liet zich
natuurlijk raden… Nee! Ondergetekende volgde aan het belendende bord de
conversatie, en meende te moeten verduidelijken… “Gilles bedoelt waarschijnlijk
dit seizoen”… Het antwoord van Theo: “O, dit seizoen wel”. In gewone spreektaal
gebruikt men superlatieven als ‘altijd’ vaak meer met de bedoeling van ‘meestal
of eventueel de laatste tijd’. Voor een Neerlandicus is dit natuurlijk
onbestaanbaar. De partij belandde voor Theo in bekend vaarwater. Theo had het
gevoel beter te staan, maar kon e.e.a. toch niet echt goed doorrekenen. Routinematig
vervolgde Theo zijn partij, en speelde meer op intuïtie dan op het calculerende
vermogen (naar eigen zeggen). Toen beide heren remise overeenkwamen was Gilles
daar, gezien de stelling, het meest content mee…
2-3
Theo: remise tegen website fan Gilles... |
Doorgeslagen…
Aan het witte bord 5 speelde Frans Groeneweg (1771) tegen André Boon (1852). Frans mailde het volgende verslagje: Frans Groeneweg had wit aan bord vijf tegen André Boon. André rokeerde kort. Frans had er zin in: lange rokade en de pionnen op weg naar de koningsstelling van André. André had hetzelfde idee: met de pionnen naar de koning van Frans. De dames gingen van het bord. Zowel de h -lijn als de c -lijn ging open. Meestal was de partij vrijwel in evenwicht. Tot André het initiatief naar zich toe trok en met al zijn stukken naar de koning van Frans ging en dat sloeg door.
3-3
Frans kon het niet redden... |
De
pest in…
Aan bord 6 speelde
Andries Schukking (1692) met zwart tegen Henk de Kleijnen (1786). Andries had
na de partij behoorlijk de pest in, want hij voelde op zijn klompen aan
(Andries heeft zijn roots in Friesland) dat hij het in de partij goed had laten
liggen. Daags na de partij stuurde Andries mij een PGN bestand van zijn partij,
met de aantekening dat ik er zelf maar iets van moest maken. Vooruit dan maar.
In een gesloten opening (alle pionnen bleven tot de 18e zet op het
bord) weet Andries beetje bij beetje groot voordeel tot gewonnen te staan te
realiseren. Op de 27e zet besluit Andries de stelling open te breken
d.m.v. een loperoffer (voor 2 pionnen). Stockfish geeft dan 3 nulletjes voor de
stelling. De compensatie die zwart heeft zit hem in een tweetal verbonden en
gepasseerde centrumpionnen. Wanneer Andries besluit de d- pion op veld d3 te
zetten gaat het fout, en komt Andries er niet meer aan te pas.
4-3
Andries: kansen gemist, en verloren... |
Druk bij Daniël... |
En toen lag de
druk bij Daniël van Loenen. Daniël vertelde mij na afloop van zijn partij dat
hij niet eens wist dat we met 4-3 achter stonden. Maar goed, dat was feitelijk
ook niet ter zake doend. Immers het op de heenweg gesuggereerde plan van Daniël
behelsde winst aan de eerste drie borden, en zoals u weet Daniël speelde aan
twee…
De
apotheose…
Wit speelt nu Txe6?? |
Daniël van Loenen
(1902) had zwart aan het tweede bord. Tegenstander Arno van Houten (1838) was
behoorlijk aanvallend ingesteld. Daniël mailde het volgende commentaar: Mijn laveerpartij
ging over in een hele tactische stelling waarbij mijn tegenstander allerlei
gevaarlijke dreigingen had. Volgens Stockfish volgde ik wel het juiste plan met
het familie-motto "een pion = een pion" maar het was allemaal razend
ingewikkeld. Toen ik alle gevaren het hoofd had geboden kwam ik in een complex
maar beter eindspel terecht. We hadden beiden nog maar weinig tijd en
lieten de nodige steken vallen. In het diagram neemt wit mijn pion op e6.
Terugnemen kan ik niet omdat mijn f -pion gepend staat. Maar na d1D+! moet wit
de kersverse dame slaan en is de penning opgeheven. Een zet later gaf mijn
tegenstander op en hadden we de 4-4 (en het begeerde 6e matchpunt)
binnengesleept.
4-4
Daniël sleept door winst het gelijke spel binnen... |
Persoonlijke drama's... |
Een bepaald geen
saai gelijkspelletje, persoonlijke drama’s, spannend tot de laatste partij, een
waar spektakelstuk voor de aanwezige toeschouwers. Zoals Daniël al zei, de
benodigde zes matchpunten zijn binnen, en er volgen nog twee matches, dus wie
weet overtreffen we onze doelstelling (zes matchpunten). De volgende wedstrijd
is uit tegen Dordrecht 2, de club die als het vrijdag van de rode
lantarendrager Charlois Europoort 5 wint de eenzame koploper van klasse 1B is
(wij verhuizen in dat verwachte geval naar plek vier). In de laatste ronde
ontvangen we dan nog RSR Ivoren Toren 3 dat in deze ronde knap de Willige Dame
op een gelijkspel trakteerde. Het verslag door Erasmus bril bezien vindt u hier… Het bericht dat naar de regionale pers is gestuurd vindt u hier...
Verslag/Ballonblazerij:
Aad Juijn
Fotografie: Frans
Groeneweg
HZP Schiedam 1 – De
Willige Dame 1 3.5 – 4.5 Ronde 4
De Willige Dame... |
Het eerste
team van HZP Schiedam had de eerste drie rondes gespeeld tegen de teams die nu
onderaan staan en had daar 5 wedstrijdpunten uitgehaald en dat betekende de
tweede plaats. Maar nu ontving HZP Schiedam thuis het eerste team van De
Willige Dame en dat team heeft de hoogste gemiddelde ELO rating van alle teams
in de klasse 1B.
Teamleider
Theo van Zessen kreeg bovendien bericht van onze eerste bord speler FIDE
Meester John van Baarle dat hij verhinderd was. Theo vroeg Hans Schrumpf om in
te vallen en de plaats van John in te nemen. Hans wist dat hij een veel
sterkere tegenstander zou krijgen, maar zegde toch toe om in te vallen. Wel
vroeg hij of hij wit kon krijgen. Theo belde Daniël van Loenen en Daniël wilde
wel meewerken: dus Daniël naar het eerste bord en Hans naar het tweede bord.
Klasse Hans en klasse Daniël!!
Vooraf waren
de verwachtingen aan onze kant niet hooggespannen: verlies leek onvermijdelijk,
maar mogelijk konden we wat bordpunten pakken.
Verslag schrijven... |
Frans
Groeneweg zei tegen de tegenstanders aan zijn tafel dat het weer een wedstrijd
zou worden met Aad Juijn: wie het eerst klaar zou zijn met de partij moest het
verslag regelen. Er werd geantwoord dat Frans dat verkeerd zei: Wie het, het
langst vol hield hoefde het verslag niet te schrijven.
Frans
(november rating 1754) speelde met zwart tegen Joop de Jong (november rating
1986). De partij was steeds in evenwicht. Joop probeerde een koningsaanval met
de dame, maar Frans pareerde. Remise op voorstel van Frans. De volgende dag
vond Fritz dat Frans zelfs licht in het voordeel was gekomen (ongeveer de
waarde van een pion). Na afloop van de partij vonden beiden inderdaad dat Frans
iets prettiger stond, maar gezien het ratingverschil was Frans tevreden met
remise (0.5 – 0.5).
Frans: tevreden... |
Dus werken
aan het verslag! Frans keek om zich heen en zag dat Daniël van Loenen al eerder
klaar was met zijn partij. Daniël (1885) speelde aan het eerste bord met zwart
tegen Arjon Severijnen (2147). Ook hier een groot ratingverschil. Daniël zei
dat hij iets gedrongen had gestaan, maar zijn stelling was veerkrachtig. Na een
totale afruil was het remise (1 – 1).
Daniël: knappe remise... |
Inmiddels was
het half 11 en er waren nog nergens grote ongelukken gebeurd: overal spanning.
Zoals al
vermeld speelde Hans Schrumpf (1520) met wit aan bord twee tegen Remco van
Vaalen (2127). Frans heeft het even opgezocht: Dit enorme ratingverschil
betekende dat Remco statistisch gezien 98% kans had om te winnen. Zoals al
gezegd: klasse van Hans. Hans vermeldde na afloop dat hij twee zetten had
verwisseld en daardoor de kwaliteit achter kwam. Remco viel aan op de
koningsvleugel. Na afruil won Remco. (1 – 2).
Hans: lang stand gehouden! |
Aan bord 7
speelde Cees Verhagen (1856) met zwart tegen Hans Nunnikhoven (1859). Cees had
met twee torens een sterke aanval via de open d-lijn. Cees kwam binnen op de
tweede rij. Vervolgens viel Cees met vrijwel al zijn stukken aan op de
koningsvleugel. De pion g2 voor de witte koning was in grote problemen. Hans
kwam materiaal achter en gaf op (2 – 2).
Cees trekt de stand weer gelijk... |
Aan bord 8
had Daan van Loenen (1597) wit tegen Pearl Uyttenhove (1566). Wow, wij een
hogere rating! Om 11 uur was de stand nog ongeveer gelijk, maar daarna kreeg
Daan een aanval. Hij zou materiaal veroveren via een paard vork en Pearl geeft
op. (3 – 2). Wat is hier aan de hand??? HZPS staat voor in de tussenstand!! Wie
had dat gedacht!!
Daan zet HZPS op voorsprong! |
Aad Juijn
(1896) had zwart aan bord 3 tegen Edwin van Dongen (1960). In het middenspel
hadden beiden 2 torens, de dame, een paard en 7 pionnen. Aad besloot een pion
te offeren en kreeg inderdaad initiatief.
Aad kreeg zijn pion terug, maar na afruil stond hij verloren (3 – 3).
Aad: schijnoffensief... |
Theo van
Zessen (1791) speelde aan bord 4 tegen Freek Schouten (2101). Weer een groot
ratingverschil. Theo dreigde op de koningsvleugel. Beiden kwamen in tijdnood.
De dame van Theo werd geruild voor twee torens. Theo had nog steeds aanval en
een pion meer, maar inmiddels hadden beiden nog maar ongeveer 1 minuut
bedenktijd. Remise werd overeengekomen (3.5 – 3.5).
Theo: knap remise! |
Aan bord 6
speelde Andries Schukking (1680) met wit tegen Johan Went (1737). In het middenspel kwam Andries de kwaliteit
voor. Maar Andries ging in de fout: na afruil had hij een toren en 7 pionnen en
Johan had een toren, een loper en 5 pionnen. Na verdere afruil had Andries 4
pionnen en Johan 2 pionnen en een loper, die echter het hoekveld niet bestreek.
Andries verloor. Na afloop was Andries kwaad op zichzelf. Hij wilde er niet
eens over praten of hij het eindspel remise had kunnen houden. Hij had willen
winnen!!
Andries: pechvogel van de avond... |
De Willige Dame laten ontsnappen... |
Hierdoor
verloren we met 3.5 – 4.5. Vooraf zouden we hiervoor getekend hebben, maar nu
was er het idee dat we meer verdiend hadden en dat we de Willige Dame hadden
laten ontsnappen.
Na 4 rondes
is Aad Juijn nog steeds topscorer met 3 punten. John van Baarle en Daniël van
Loenen hebben 2.5 punten.
Verslag/Fotografie:
Frans Groeneweg
OVERSCHIE 2 – HZP SCHIEDAM 1 3½ – 4½ (Ronde 3)
Er degraderen twee teams: Overschie in gevarenzone... |
Afgelopen
vrijdag speelde het eerste team van de schaakvereniging HZP Schiedam in de
derde ronde een uitwedstrijd tegen het tweede team van Overschie. In de eerste
twee rondes had HZP Schiedam gespeeld tegen de teams met de laagste gemiddelde
rating (=speelsterkte) en had daaruit drie wedstrijdpunten behaald. De overige
wedstrijden moeten tegen teams met een iets hogere gemiddelde rating dan dat
van HZP Schiedam, maar de verschillen zijn meestal gering. Maar de gemiddelde
rating van HZP Schiedam is scheef getrokken door de hoge rating van FIDE
meester John van Baarle. Daardoor kan het dat bij een ongeveer gelijke
gemiddelde rating van beide teams, toch meerdere spelers van HZP Schiedam een
lagere rating hebben dan hun tegenstander. Overschie had de wedstrijden uit de
beide eerste rondes verloren. Er degraderen twee teams, dus Overschie had nu
iets goed te maken.
Cees Verhagen
(november rating 1856) speelde aan bord 7 met wit tegen Aad Everwijn
(novemberrating 1860). Daniël vermeldde dat Cees een schijnoffer van Aad niet
gezien had. Cees verloor wat materiaal,
kreeg een slechte stelling en gaf op. Hierdoor kwam Overschie met 1 – 0 voor.
Cees: snel weer thuis! |
Aan bord 2
had Daniël van Loenen (1885) zwart tegen Marcel Terluin (1880). Daniël zei dat
hij in de opening niet het beste spel vertoond had. Er werd afgewikkeld naar
een iets minder eindspel. Marcel bood remise aan. Daniël accepteerde en het was
1½ – ½.
Daniël: vlotte remise... |
Frans
Groeneweg (1754) had wit aan bord 5 tegen Jeroen van der Meer (1846). Frans
verspeelde in de opening een pion en had moeite om zijn stukken prettig neer te
zetten. Uiteindelijk ontbrandde een strijd om de open c- lijn. Op die c- lijn
stond Frans iets beter (maar wel nog steeds met een pion achter). Frans bood
remise aan. Jeroen accepteerde omdat hij niet veel bedenktijd meer had (2 – 1).
Frans: pion achter, toch remise! |
Theo van
Zessen (1791) speelde met zwart aan bord 4 tegen Arnout van Kempen (1843). Het
werd een voorzichtige partij, waar echter wel steeds op dreigingen gelet moest
worden. Het bleef ongeveer gelijk, Theo bood remise aan en Arnout accepteerde
(2½ – 1½).
Theo: eveneens remise... |
FM John van
Baarle (2130) had wit aan bord 1 tegen Han Smit (1907). Er ontstond een dame +
toren eindspel, waarbij beide koningen onveilig stonden. John had twee pionnen
meer. Han bedreigde de dame van John via een penning. Maar John gaf schaak en
veroverde een toren, waarna Han opgaf. Nu stond het voor het eerst gelijk (2½ –
2½).
FM John: winst! |
Aan bord 3
speelde Aad Juijn (1896) met wit tegen Ronald Ruijtenberg (1953). Aad kwam
dreigender te staan en viel aan. Aad offerde een pion, waardoor hij met zijn
dame in de stelling van Ronald kon komen. Het was erg ingewikkeld met veel
dreigingen. Aad kwam 2 pionnen voor, maar belangrijker: hij bedreigde met dame
+ toren de koning in een heel open stelling. Ronald gaf op en HZP Schiedam kwam
voor (2½ – 3½).
Aad (r): winst! |
Aan bord 6
speelde Andries Schukking (1680) met zwart tegen Daan Smit (1787). Andries
speelde agressief, drong in de stelling en zette toen een enorme koningsaanval
op met vrijwel al zijn stukken: het werd erg druk vlak voor de koning van
Daan. Andries kwam een stuk voor, maar
het bleef ingewikkeld. Er werd afgeruild, Andries won het eindspel en haalde
daarmee het winnende punt voor HZP Schiedam binnen (2½ – 4½).
Andries: matchwinner! |
Gerard
Turkenburg (1595) had zwart aan bord 8 tegen Ruud-Jan Kloek die een veel hogere
rating had, n.l. 1793. Gerard gaf in de opening een pion weg en dat kwam niet
meer goed. Daarmee won HZP Schiedam met 3½ – 4½ en staat nu in de klasse 1B op
de tweede plaats achter Dordrecht. Aad Juijn is bij HZP Schiedam topscorer: hij
won alle drie partijen.
Gerard: invalbeurt... |
Het persbericht omtrent deze wedstrijd leest u hier...
Verslag/Fotografie:
Frans Groeneweg
HZP SCHIEDAM 1 – CHARLOIS EUROPOORT 5 5½-2½, 2e ronde Klasse 1B
Afgelopen
maandag speelde ons eerste team in de tweede ronde thuis tegen Charlois
Europoort 5. Vorig seizoen eindigde ons team op de vierde plaats met slechts 6
wedstrijdpunten. Maar dit seizoen moeten we het zonder Alex Kapitonenko en
David van der Mast doen. In de eerste ronde had ons team daardoor een
gemiddelde rating van slechts 1786 ELO punten. Alleen WSV 1 en Charlois
Europoort 5 hadden een lagere gemiddelde rating, resp. 1733 en 1669.
Er degraderen
twee teams en dus zijn vooral de onderlinge wedstrijden tussen WSV 1, Charlois
Europoort-5 en ons eerste team erg belangrijk voor het voorkomen van
degradatie. In de eerste ronde hadden we 4 – 4 gespeeld tegen WSV 1 en nu dus
tegen Charlois Europoort 5, dat in de eerste ronde had verloren.
Aan bord 5
had Frans Groeneweg (november rating 1754) zwart tegen Coen van Baren
(novemberrating 1637). Frans wilde in de opening te veel en kreeg een
geïsoleerde d-pion waar Coen zwaar op
leunde. Frans had de grootste moeite om die pion te verdedigen. Coen had het
betere spel en wikkelde af naar een beter eindspel dat hij keurig won (0 – 1).
Frans verloor in het eindspel... |
Het was
inmiddels half elf. Aad Juijn schaakte nog steeds en volgens afspraak had Frans
dan de taak om het verslag schrijven. Frans begon aan het verslag en kwam er
toen achter dat de partij van Aad al eerder uit was: Aad was met zijn
tegenstander hun partij aan het analyseren. Altijd nuttig. Er waren al meer
partijen uit.
Aan bord 1
had John van Baarle (2130) zwart tegen Menno Brandenburg (1721). John vond dat
hij iets minder kwam te staan en bood remise aan, mede omdat Menno minder tijd
had. Menno accepteerde. Bij het naspelen bleek dat Menno bij het eind van de
partij maar een gering voordeel had (½ – 1½).
John (la) kwam niet verder dan remise... |
Aan bord 3
had Aad Juijn (1896) zwart tegen Patrick Arends (1658). Patrick wilde met
geweld de zaak naar zijn hand zetten, en deed dit middels een schijnoffer in de
zwarte koningsstelling. Schaken is (gelukkig) geen dammen dus hoefde het stuk
niet geslagen te worden (bij aanname was het mat in 2). Deze losse flodder
kostte Patrick twee tempi. Aad verkreeg gemakkelijk spel en kwam na enkele
onnauwkeurige acties van wit twee pionnen voor, tot overmaat van ramp ging
Patrick in verloren stelling door zijn vlag.
Aad (la) won betrekkelijk eenvoudig... |
Door deze
overwinning van Aad was de tussenstand weer gelijk: 1½ – 1½.
Andries
Schukking (1680) speelde aan bord 6 met wit tegen André Osinga (1527). Andries
had een wat passieve opening en André pakte ruimte, maar speelde te vroeg met
zijn dame, waardoor Andries veel tempowinst kon behalen. Hierdoor kwamen de
dame en het paard van André klem te zitten. Het paard ging verloren, waarna
Andries met een extra stuk positioneel geleidelijk won (2½ – 1½).
Andries gedegen naar winst... |
Cees Verhagen
(1791) had zwart aan bord 7 tegen Lennart Heijnen (1573). Gerard Turkenburg had
gezien dat Cees met torens en een paard op een pion van Lennart drukte, waarbij
Cees tevens matdreigingen had. Cees maakte het vervolgens netjes af (3½ – 1½).
Cees (ra) netjes naar de winst... |
De overige
partijen waren nog bezig. Aan bord 2 had Daniël van Loenen (1885) wit tegen Jan
Hendrik Leopold (1613). Beiden hadden de dame, 2 torens, lopers van ongelijke
kleur en 7 pionnen. Daniël bedreigde de koningsstelling van Jan. Jan offerde de
kwaliteit om deze aanval te stoppen. Maar omdat hij weinig bedenktijd had, gaf
hij met een kwaliteit minder snel daarna op. Daarmee was Daniël matchwinnaar (4½
– 1½).
Daniël matchwinnaar... |
Theo van
Zessen (1791) speelde met wit aan het vierde bord tegen Gerrit Boer (1609). Om
half 11 hadden beiden de dame, loper en paard. Theo had vier pionnen en Gerrit
had drie pionnen. Maar Gerrit had gevaarlijke pionnen. Omstanders zagen dat
Gerrit met één van die pionnen door had moeten lopen en hij zou dan vrijwel
direct winnen. Maar Gerrit zag het niet. De onmiddellijke dreiging ging
voorbij. Theo bood remise aan en Gerrit accepteerde (5 – 2).
Theo (rv) ontsnapte met remise... |
Aan bord 8
speelde Daan van Loenen (1597) met wit tegen Marjolein Osinga-Reiber (1401). Om
half 11 was er nog een vol bord. Daan had de dame, 2 torens, 2 lopers en 8
pionnen. Marjolein had de dame, 2 torens, loper, paard en 8 pionnen. Er waren
weinig directe dreigingen en remise werd overeengekomen. Hiermee won ons eerste
team met 5½ - 2½. Belangrijke wedstrijdpunten en bordpunten voor ons team!!!
Daan: eieren voor geld, en dus remise... |
Na twee
rondes is Aad Juijn bij ons topscorer met 2 gewonnen partijen. Daarna komen
John van Baarle en Daniël van Loenen met 1½ punten. Het persbericht naar de papieren en digitale lokale kranten leest u hier...
Naschrift:
Onze oplettende wedstrijdleider Andries Schukking stuurde mij ter correctie het volgende en dus juiste scoreverloop:
1-0 Andries
1½-½ John
2½-½ Cees
2½-1½ Frans
3½-1½ Aad
4½-1½ Daniel
5-2 Theo
5½-2½ Daan
Naschrift:
Onze oplettende wedstrijdleider Andries Schukking stuurde mij ter correctie het volgende en dus juiste scoreverloop:
1-0 Andries
1½-½ John
2½-½ Cees
2½-1½ Frans
3½-1½ Aad
4½-1½ Daniel
5-2 Theo
5½-2½ Daan
Verslag/Fotografie:
Frans Groeneweg
WSV 1 - HZP
Schiedam 1 4-4 1e ronde Klasse 1 B
Nieuwe
ronden, nieuwe kansen?
Dit seizoen veel geluk nodig... |
Een nieuw seizoen
en dus nieuwe ronden, nieuwe kansen… zou je zeggen. Nieuwe ronden wel, maar
nieuwe kansen? Kansen waarop? Vorig seizoen speelden we met een gemiddelde rating
van 1913 (vaste basis), maar werden we desondanks toch slechts vierde van de
poule. De toenmalig 2e bordspeler Alex Kapitonenko (2051) moest zich
wegens andere bezigheden op de maandagavond bedanken, en de toenmalig 3e
bordspeler David van der Mast (1908) meende zijn carrière bij Shah Mata te
moeten voortzetten. Een en ander betekent dat iedereen naar boven toe
opschuift, en er twee man uit het tweede moeten doorschuiven. Deze nieuwe
basisspelers zijn Daan van Loenen (1609) en Cees Verhagen (1856). Dit seizoen
komen we met de vaste basis op het gemiddelde van 1826 ratingpunten uit. Pakken
we weer even de eindstand van vorig seizoen erbij, en dan moeten we constateren
dat de twee degradanten met een gemiddelde van 1778 en daar komt ‘ie… 1829 (!)
mochten afreizen naar de tweede klasse. Een lichtpuntje is misschien het feit
dat onze tegenstander van vanavond WSV 1 (vorig seizoen 1745 rating) ternauwernood
en op onderling resultaat (evenveel match en bordpunten met de nummer zeven) zich
toch nog op de veilige zesde plaats kon nestelen. We kunnen dit seizoen dus
gevoeglijk aannemen dat we degradatieschaak spelen, ieder matchpunt, bordpunt
kan bepalend zijn…
Niet
helemaal lekker?
... gemiddelde schaker |
Onze nieuwe
bondscoach dit seizoen is niemand minder dan onze voorzitter Theo van Zessen (o
wee, weet waaraan je begint!). Andries Schukking had eerder deze week getracht
telefonisch contact met Theo te zoeken, de enige optie want Theo is een notoir
computer boycotter, Theo bleek gelukkig onbereikbaar. Andries voelde zich niet
helemaal lekker, en had dus willen afmelden. Op de speeldag ging het echter
weer en dus deed Andries ‘gewoon’ mee. Cees Verhagen was wel in de gelukkige
positie gekomen om Theo te bereiken. Cees voelde zich niet helemaal lekker, en
meldde zich met succes af. Wtf is dat toch? “Niet helemaal lekker” kan geen
reden voor afmelding zijn. “Niet helemaal lekker” is de natuurlijke staat van
de gemiddelde schaker! Als je dat nu nog niet in de gaten hebt. Maar goed, de
ene Vlaardinger voor de andere ingewisseld… F.G. Maas was niet te ‘beroerd’ om
te spelen. Voor het teamgemiddelde wat ratingpunten betreft had deze wissel wel
gevolgen, we moesten nu aan de bak met 1786 ratingpunten. WSV moest de klus
klaren met 1733 aan ratingpunten.
O ja, en dan nog even
geheel ‘offtopic’: de versnaperingen aan de bar in het Anne Frank centrum waren/zijn
uitsluitend te verkrijgen door betaling met uw pinpas… contant geld is daar
kennelijk afgeschaft. Het is maar dat u het weet voor als u ingedeeld bent bij een
van de WSV teams…
Knotsgek…
... borden 5 tem 8 |
Het partijverloop
is op geen subtielere wijze te verwoorden. Ondergetekende die eerder met zijn
partij klaar was dan collega verslaggever Frans Groeneweg, en dus zoals de
afspraak luidt het verslag moest schrijven, kreeg weinig van het eerste deel
van de partijen mee. Rond kwart voor elf was mijn partij klaar. Wanneer de
partij bespiegelingen niet geheel overeenkomen met de waarheid ben ik dus bij
deze verschoond. Enkele spelers mailden mij over het verloop van hun partijen,
en een enkele speler heb ik telefonisch ‘ondervraagd’, en van weer enkele
anderen heb ik een en ander mondeling meegekregen op de speelavond zelf. Overigens
was ik wel getuige van enkele fikse eindspelmishandelingen, met name aan de
borden vijf tem acht. Oei, oei, oei… Laten we eens kijken hoe die 4-4 tot stand
kwam.
Gelijkheidsprincipe…
Aan bord 2 (zwart)
speelde Daniël van Loenen (1889) tegen Theo Goor (1662). Vaak zijn de partijen
van Daniël zeer toegankelijk voor de geïnteresseerde toeschouwer. Daniël
streeft (m.i.) naar overzichtelijke stellingen, waarin hij niet plots voor
onoverkomelijke problemen zal komen te staan. Een flink nadeel van deze
spelopvatting is natuurlijk dat je de tegenstander (ook al heeft hij ruim 200
ELO punten minder) gemakkelijk en comfortabel in de wedstrijd laat komen. De
stelling vervlakte al snel en remise werd de uitkomst… De winnaar op punten is
Theo, hij krijgt er namelijk 7 ELO punten bij en die gaan er bij Daniël uiteraard
af.
½-½
Daniël vlotjes naar remise... |
Gelijkheidsprincipe,
maar dan anders…
Aan bord 1 (wit)
uiteraard ons boegbeeld FM John van Baarle (2126) die Ronald Dannis (1831)
tegenover zich geplaatst zag. Hier een ratingverschil van grofweg 300 punten in
ons voordeel. FM John mailde mij het volgende: In mijn partij tegen Ronald Dannis werd ik
geconfronteerd met een obscuur variantje van het Budapester gambiet 1 d4 Pf6 2 c4 e5 3 e5: Pe4 Dit bleek ik vorig
jaar ook al tegen mij gehad te hebben, tegen Tjerk Tinga. Ik antwoordde toen
met 4 a3. Uiteraard was ik die partij vergeten. Nu reageerde ik met 4 Pf3. In
een iets betere stelling voor mij speelde mijn tegenstander een beetje passief
en ik kon door het bezit van de enige open lijn mijn tegenstander met
onoplosbare problemen opzadelen. Noot ondergetekende: In de partijen van FM John
lijkt het voor omstanders vaak behoorlijk gelijk te staan. ‘Gelijkstaande’
eindspelen weet FM John toch vaak te verzilveren, hij blijft namelijk duwen en
trekken totdat de meestal lager gerate tegenspeler een klein of groter
slippertje maakt…
½-1½
FM John... op zijn gemakkie naar de winst! |
Dwangbuis…
Ondergetekende Aad
Juijn (1889) trof aan het witte bord 3 Wim Mulder (1721) tegenover zich. In
mijn hoedanigheid van verslaggever van de edities 2010 tem 2015 van de persoonlijke
kampioenschappen van de RSB had ik Wim in 2011 kampioen van de B groep zien
worden. Bovendien hield Wim onze kopman FM John vorig seizoen keurig op remise.
Wanneer Wim de ruimte krijgt om zijn zeer gevaarlijke tactische kwaliteiten te
botvieren dan kan je zomaar een buitengewoon akelig avondje beleven. In een
gambiet dat Wim niet aannam kwam hij al snel ingesnoerd te staan, dat nam zulke
ernstige vormen aan dat de complete damevleugel van zwart zich in een soort van
dwangbuis bevond. Tegelijk had wit aan de andere kant een fikse koningsaanval
ingezet, de stelling liep vanzelf en er restte uiteindelijk niets anders dan
opgave…
½-2½
Aad: gelijkmatige overwinning... |
Wel of
niet slaan…
Aan bord 4 (zwart)
speelde voorzitter en tevens de bondscoach Theo van Zessen (1792) tegen Hans
van Woudenberg (1775). Toen ik even langs liep zag ik een overbezet en dus
superdruk centrum, het wemelde er van de stukken. Een partij die mij noopte tot
snel doorlopen. Zaterdagmiddag even Theo gebeld om te vragen of ‘ie er
inmiddels uit was. Er blijkt een kritiek moment in de partij te zijn geweest
waar Theo een pion op b2 had kunnen winnen, en daardoor zelf een vrijpion op b3
had kunnen overhouden. Zoals door verkeersveiligheid wordt aangegeven: “bij
twijfel niet inhalen”, zo ging Theo met deze situatie om. Het leek te
gevaarlijk, en het was allemaal niet goed te overzien, door Theo althans.
Achteraf bleek dat zwart had kunnen nemen, met goede winstkansen in het
vooruitzicht. Helaas… nu eindigde de partij in remise, en daar was Hans het meest
blij mee.
1-3
Theo vertrouwde de pionwinst niet, en dus remise... |
Een fraaie
tussenstand (voor ons dan) en nog vier borden bezig, waarvan drie borden
gelijke kansen hebben, en één bord met een pionnetje achterstand maar dynamisch
tegenspel. Maar dan beginnen er ‘gekke’ dingen te gebeuren…
“Ouwe
taaie”…
Invalkracht F.G.
Maas (1542) speelde aan het witte bord 7 tegen Bert van der Knaap (1674). Een
dikke 100 punten in ons nadeel. Daar is tijdens de partij niet veel van te
merken. F.G. onderneemt actie op de damevleugel, en ontwikkelt daar flinke
druk. Een ver opgerukte vrijpion verschijnt op b6, het zwarte loperpaar staat
passief maar heeft de zaak nog precies onder controle. Toch lijkt remise het
hoogst haalbare… totdat F.G. met een paardoffer de zaak meent te moeten
compliceren. De schrik slaat iedere rechtgeaarde HZPS’er om het hart, het ‘offer’
is een Fata Morgana! Toch laat Bert zich overbluffen en negeert het geschenk…
tot grote opluchting van de HZPS’ers. Een fikse afruil volgt en de partij komt
in een potremise toreneindspel terecht met dito resultaat! Opluchting alom, en
kudos voor F.G.
1½-3½
Invalkracht F.G. als in zijn betere jaren! |
Relativiteit
van het ‘onmogelijke’…
Als Daan van
Loenen (1609), die vanavond aan het ‘donkerzwarte’ bord 8 Theo Huijzer (1688) te
bestrijden kreeg, had geweten wat zijn lot later op de avond zou worden, dan
had hij vast niet meegedaan. Aanvankelijk deed Daan het prima. Daan hield
gemakkelijk stand, en het ene na het andere stuk werd geruild. In het eindspel
van T+L en 7 pionnen, en dat voor beide heren, leek er geen vuiltje aan de
lucht. De torens en lopers gingen ook de doos in, en nog wat pionnen gingen
eraf. Beide koningen konden niet meer in elkaars stelling verzeilen… dacht
iedere aanwezige. Daan zijn zoon Daniël merkte nog op dat al zou je willen
verliezen, dat dit zelfs onmogelijk zou zijn… en zo leek dat ook. Deze partij
lieten we los, en gingen bij de partijen kijken die er nog toe deden. Even
later toch nog even kijken bij Daan waarom die remise nog niet op het
wedstrijdformulier stond. Groot, heel erg groot was de verbijstering bij
aanschouwing van de inmiddels ontstane stelling. Daan had het op onnavolgbare
wijze klaargespeeld een pion achter te komen, en stond nu schier verloren,
hetgeen even later ook een feit werd. Ik weet nog niet hoe het heeft kunnen
gebeuren, en omdat ik geen sadist ben heb ik Daan ook maar niet meer gebeld…
2½-3½
Daan: kon wel door de grond zakken... |
Gegeven
paarden en niet in de bek kijken, of zo iets…
Aan het witte bord
6 speelde Andries Schukking (1690) tegen Peter de Louw (1762). Andries komt in
voor hem bekend vaarwater terecht, en steekt een pionnetje in de zaak. De pion
wordt uiteindelijk gewoon een pion achter, en van echte compensatie is geen
sprake. Peter blijft gedegen spelen en Andries moet blijven hopen op een
slippertje van wit. Dat slippertje blijft uit en van lieverlee verdwijnen de
stukken naast het bord. Wanneer Andries onder tijdsdruk ook nog eens een paard
cadeau doet lijkt het doek definitief gevallen. Peter doet zijn paard even
later ook in de aanbieding, maar staat in het resterende dame-eindspel nu wel 2
pionnen voor. Wanneer Peter er in slaagt om ook de dames te ruilen geeft
Andries zich meteen gewonnen…
3½-3½
Andries: kopje onder... |
Het
lekkerst voor het laatst…
Aan bord 5 speelde
Frans Groeneweg (1754) met wit tegen de precies even hoog ingeschaalde Eduard
Philipse (1754). Frans mailde mij het volgende commentaar: Frans had wit en wilde aanvallen! Eduard had
kort gerokeerd en Frans speelde g4. Eén ding was zeker: het zou geen saaie
partij worden. Het werd erg ingewikkeld, want er dreigden offercombinaties.
Maar volgens Fritz bleef het geruime tijd ongeveer in evenwicht: om beurten een
klein voordeeltje. Op de 25e zet viel Eduard een loper van Frans aan. Niets aan de hand: loper weghalen. Zo dacht
Eduard er ook over. Maar die loper dekte een essentiële pion. Frans zag het
direct na zijn zet. Eduard zag het gelukkig niet. Toch kwam Eduard licht voor
te staan. Het bleef erg ingewikkeld en uiteraard vond Fritz dat beiden af en
toe iets beter hadden kunnen spelen. Daarna niet meer genoteerd, maar Frans
kwam in een minder eindspel. Tot opluchting van zijn teamgenoten frommelde
Frans bij de stand 3½-3½ een remise bij elkaar. Noot van ondergetekende: Frans
gebruikt het eufemisme ‘minder eindspel’… de omstanders waaronder ook enkele
deskundigen waren het unaniem eens over het feit dat Frans enkele malen
verloren stond. Niettemin mogen we Frans erkentelijk zijn (en Eduard niet in
het minst) dat de partij hoe dan ook nog in remise eindigde!
4-4
Frans: toch een soort van matchwinner... |
Waren
de druiven nu zuur?
Het is maar net
wat je smaak is, of naar welke kant je het relativeert. Het is een duur punt
dat we hebben laten liggen, aan de andere kant: wanneer je met nul punten naar
huis had gegaan, had je ook niets te zeggen gehad. Winst had ook nog gekund… Kortom,
hier kom je niet uit. We richten ons maar op de volgende tegenstander, en dat
is Charlois Europoort 5.
Over
zuur gesproken…
Frans Vreugdenhil en de erfenis van John... |
Net als op
de heenweg reden John en ondergetekende in de lease wagen van Andries. Voor het
instappen gooide ik mijn peukje weg. Eenmaal in de riemen vastgesjord vroeg
Andries aan mij of ik mijn peuk had uitgemaakt, want lease wagen en niet roken
en zo. Dit deed John denken aan een ‘grappige’ ervaring die hij eens had. John
doet jaarlijks mee aan een Duits schaaktoernooi samen met zijn maat Frans Vreugdenhil
(SO Rotterdam 2). Frans heeft een auto en rijdt dan. John had een pak melk (!)
bij Frans achterin de auto gelegd maar was deze vergeten mee te nemen. Frans
heeft het pak melk nooit opgemerkt en… Jawel na daar enkele weken te hebben
gestaan transformeerde het pak melk zich in een zeer ‘zure bom’ en was pardoes tot
ontploffing gekomen! Volgens John is de auto van Frans een jaar lang een
ontzettend stinkding geweest, John heeft de Campina fabriek nog gebeld, hoe
hier mee om te gaan. Het zou een duur grapje worden om de binnenkant van de
auto geheel te reinigen maar bovenal kon men geen garantie geven dat de lucht
er dan ook werkelijk uit was… Zo hebben
we de terugweg toch nog gelachen… Het persbericht van de wedstrijd vindt u hier...
Verslag: Aad
Juijn
Fotografie:
Frans Groeneweg
Geen opmerkingen:
Een reactie posten