Pagina's

donderdag 18 augustus 2016

Team 1 2015/2016

                                 
  RSB seizoen 2015/2016, Team 1





RSR  IVOREN TOREN 3   –  HZP SCHIEDAM 1 

Afgelopen vrijdag speelde ons eerste team een uitwedstrijd tegen het derde team van RSR Ivoren Toren. Voor ons team stond er niets meer op het spel: geen promotie, maar ook geen degradatie. Maar het team van RSR Ivoren Toren maakte bij winst nog kans op promotie.

HZPS gehandicapt...
Ons team was zwaar gehandicapt: zowel onze eerste bordspeler, FM John van Baarle, als onze derde bord speler, David van der Mast, waren verhinderd. Daan van Loenen en Gerard Turkenburg waren bereid om in te vallen. Het zag er even nog dreigender uit, want bord 1 bleef aan onze kant een half uur lang akelig leeg. Alex Kapitonenko rijdt normaal gesproken mee met F.G. Maas, deze keer kwam Alex op het gezonde idee om met de fiets te gaan, een elektrische dat dan weer wel. Wat precies de vertraging veroorzaakte ben ik vergeten te vragen. Er werd besloten om iedereen zoveel mogelijk de kans te geven om een tegenstander van ongeveer het eigen niveau te treffen, dus de invallers speelden aan de laatste borden en de rest schoof op, zonder op wit of zwart te letten. F.G. Maas was bereid om als teamleider op te treden.

Alex: elektrische fiets...


Aan bord 5 had Frans Groeneweg (februari-rating 1767) wit tegen Arend Bongers (1845). Het werd een positionele partij, met kleine dreigingen die steeds werden gepareerd. Er werd veel afgeruild en in het eindspel zat er voor beiden geen muziek meer in en er werd tot remise besloten (0.5 – 0.5). Dit betekende automatisch dat Frans de taak had om het verslag voor de website te regelen.

Frans als eerste klaar...


Frans liep langs de borden en zag dat er nog nergens een duidelijk voordeel was.

Aan bord 2 speelde Aad Juijn (1900) met zwart tegen Alek Dabrowski (1981). Aad kwam wat agressiever te staan en probeerde spel te krijgen door de kwaliteit te offeren. Dan gaat de klok kapot. Beiden geven aan hoeveel tijd er nog ongeveer over was en het gaat verder met een nieuwe klok. Aad krijgt geen spelvoordeel, maar blijft de kwaliteit achter en Aad geeft op (1.5 – 0.5).

Aad regelmatige nederlaag...


Invaller Gerard Turkenburg (1582) speelde met zwart aan bord 8 tegen Maarten van Doorn (1838). Het idee om de invallers zoveel mogelijk een tegenstander van het eigen niveau te geven was hier dus duidelijk niet gelukt. De partij was eerst ongeveer in evenwicht, al had Maarten meer ruimte. Maarten kreeg nog meer ruimtevoordeel. Gerard kwam slecht te staan en de aanval van Maarten was niet te stoppen (2.5 – 0.5).

Gerard: vrij kansloos...


Aan bord 6 speelde Andries Schukking (1704) met zwart tegen Mark Beijen (1803). Andries kwam een pion voor, maar er waren veel zwakke pionnen. Mark krijgt overwicht op de e-lijn en begint een koningsaanval, maar Andries dreigt met een pion door te lopen. Het zag er erg ingewikkeld uit. Andries zei na afloop dat hij de dreiging had moeten negeren en met zijn pion had moeten doorlopen. Hij zou dan een gewonnen stelling bereikt hebben. Maar Andries besloot helaas te wachten met het verder oprukken van die pion en toen hij het later alsnog deed was het te laat en Andries moest opgeven (3.5–0.5).

Andries: winst gemist...


Aan bord 3 had Daniël van Loenen (1874) wit tegen Michael Fung (1869).  Het zag er lang gelijk uit. De paarden werden afgeruild en Daniël kreeg een mooie loper op het sterke veld d5. Daniël staat dreigender maar biedt remise aan. Dit wordt afgeslagen, maar enkele zetten later wordt toch remise overeen gekomen. (4 – 1).

Daniël ietsie beter...


Aan bord 7 nam invaller Daan van Loenen (1603) het op tegen jeugdspeler Sebastiaan Janse (1740). Daan kwam een pion voor. Beiden hadden een slechte pionnenstelling met beiden een geïsoleerde dubbelpion. Daan kreeg het moeilijk: zijn loper werd ingesloten, maar Daan slaagde erin die loper te bevrijden. Er ontstond een eindspel waarin beiden een toren en een loper hadden. Daan had 7 pionnen en Sebastiaan 6. Daan had veel minder tijd en biedt remise aan. Sebastiaan krijgt ingefluisterd dat remise genoeg is voor de teamoverwinning en remise is een feit (4.5 – 1.5).

Daan: uitstekende invalbeurt!


Alex Kapitonenko (2023) speelde met wit aan bord 1 tegen Herman Keetbaas (1965). Alex heeft wat meer ruimte en staat dreigender. Alex laat een toren slaan en heeft een mataanval met dame plus loper. Herman moet zijn dame geven. Alex heeft nu de dame plus 5 pionnen en Herman heeft toren, paard en 6 pionnen. Alex lijkt moeilijk verder te komen, maar ineens is de overwinning binnen. Aad vond dat zijn eigen partij in de interne competitie de spektakelprijs verdiende. Frans vindt dat Alex nu deze eervolle vermelding verdient. (4.5 – 2.5).

Alex: enige winstpunt!


Theo van Zessen (1810) had zwart aan bord 4 tegen Leo de Jager (1920). Er wordt afgeruild naar een eindspel waarin beiden 2 lopers, een paard en 7 pionnen hebben. Terwijl beiden geleidelijk weinig tijd krijgen, sneuvelen er wat pionnen en daarna komt men remise overeen.

Theo: gewiekste remise...


Hiermee verloor ons team met 5 – 3. We eindigen hiermee op de vierde plaats met 6 wedstrijdpunten uit 7 wedstrijden. Aan het begin van het seizoen hadden we ons hier meer van voorgesteld. Topscorer in ons team is Alex Kapitonenko met 4.5 punten uit 7 wedstrijden. Daarna komen Theo van Zessen met 4 punten en Frans Groeneweg met 3.5 punten.

U leest het verslag van RSR Ivoren Toren hier...

Het hele overzicht van de persoonlijke scores is:

Klik op het staatje voor vergroting...


Verslag/Fotografie: Frans Groeneweg



HZP Schiedam 1 –  Overschie 2  2-6

Foto's nemen?
Afgelopen maandag speelde ons eerste team thuis tegen het tweede team van Overschie. Teamleider FM John van Baarle kreeg maandag een afmelding: Daniël van Loenen was ziek. Hans Schrumpf was bereid zijn plaats in te nemen. Wedstrijdleider David van der Vloed had het erg rustig: gelukkig geen problemen. David nam daarom ook maar de taak op zich om de foto's voor de website te maken.

Frans Groeneweg was als eerste klaar met zijn partij en mocht daarom het verslag schrijven. Dat is vaak best leuk. Ook nu er nog (erg kleine) promotiekansen zijn en vooral als er dan geleidelijk steeds meer bordpunten zouden binnendruppelen, liefst na spectaculaire partijen. Daar zou dan een mooi verhaal van te maken zijn, waarna Aad Juijn er met de foto's en humor iets moois van maakt voor de website. Daarna een fraai persbericht naar de kranten en naar LOOKTV tot meerdere glorie van onze helden. Hoe ging het dit keer?

Frans Groeneweg (februari rating 1767) speelde met wit aan bord 8 tegen Niels van Diejen (1661). Niels veroverde via een aardige combinatie een pion. Nou ja, met een pionnetje minder valt nog prima te spelen. Maar Niels maakte van zijn extra pionnetje een PION die ondersteund door stukken met een opmars begon en dat besliste (0 – 1).

Frans: als eerste klaar, en dus schrijven


Het was inmiddels 22 uur en Frans liep voor het eerst langs de borden en zag dat er nog niets te zeggen viel over de uitslag.

Aan het eerste bord was John van Baarle (2183) met zwart in een eindspel beland met Han Smit (1925). John had een toren en 4 pionnen. Han had een loper en drie pionnen. John maakte dit eindspel fraai uit (1 – 1).

John: wint als enige! (aan HZPS zijde dan tenminste)


Theo van Zessen (1810) had wit aan bord 6 tegen Aad Everwijn (1860). Theo won via een fraaie combinatie de kwaliteit voor een pion. Maar wat later heeft Aad een aftrekschaakje en ging de dame van Theo verloren (1 – 2).

Theo: aftrekschaakje gemist


Aan bord 4 speelde Hans Schrumpf (1498) met wit tegen Jeroen van der Meer (1858). De koning van Jeroen stond nog in het centrum, maar Jeroen ging toch in de aanval: met zijn h-pion viel hij een paard aan. Toen deed Hans een zet die de schoonheidsprijs verdient: hij liet zijn paard staan en speelde een pion. Toen wreekte zich de onveilige koningspositie van Jeroen: als hij het paard zou slaan zou Hans via een loperoffer gevolgd door een pionvork op koning en dame de dame veroveren. Natuurlijk sloeg Jeroen het paard niet. Er werd wat geruild en op voorstel van Hans werd tot remise besloten. Gezien het ratingverschil natuurlijk een prima resultaat voor Hans (1.5 – 2.5)

Hans... méér dan goede invalbeurt!


Aad Juijn (1900) speelde met zwart aan bord 5 tegen Ronald Ruijtenberg (1945). Beiden hadden de dame, een toren, een loper, een paard en 3 pionnen in een ongeveer gelijke stelling. Aad veroverde met zijn dame een pion, maar daarmee kwam die dame wat buitenspel te staan. Ronald greep zijn kans en ging met veel stukken op de koning af. Aad zag dat hij mat zou lopen en gaf op (1.5 – 3.5).

Aad: kansloos eindspel


Aan bord 3 speelde David van der Mast (1922) met zwart tegen Ronald Verbeek (1807). David stond een pion voor, maar Ronald begon een koningsaanval. David verdedigde goed en dreigde de koningsaanval over te nemen, waar Ronald zich weer  tegen verdedigde. Erg gecompliceerd. Ronald biedt remise aan, maar David weigert. Ronald vervolgt met een krachtzet en David ziet niet dat Ronald ook mat in 1 dreigt (1.5 – 4.5).

David... ongelukkige nederlaag


Alex Kapitonenko (2023) had wit aan bord 2 tegen Arnout van Kempen (1852). Er werd nauwelijks iets geruild. Het bleef onduidelijk: wie dreigde er wat? Toen beiden nog enkele minuten bedenktijd hadden werd remise overeengekomen (2 – 5).

Alex kwam er niet doorheen


Aan bord 7 speelde Andries Schukking (1704) met zwart tegen Ruud-Jan Kloek (1806). Andries kwam 2 pionnen achter en verloor vervolgens via een penning een loper. Dit bleek uiteindelijk teveel.

Andries: zwaar avondje


Enkele heren van HZPS 1
praten na afloop nog wat bij...
Hiermee verloren we met 2 – 6. Een erg teleurstellend resultaat. Verbijsterend was vooral dat aan nogal wat borden we via een betrekkelijk eenvoudige combinatie achter kwamen te staan of zelfs direct verloren. Dat kan toch niet, maar wat doe je eraan? We kunnen kijken wat er dan bij andere sporten gebeurt. Bij voetbal wordt de trainer er dan uitgegooid. Prima plan, maar helaas hebben we geen trainer dus dat gaat niet. Natuurlijk trainen we wel want alle leden hebben diverse werkboeken van de Stappenmethode naast hun schaakbord liggen (hoop ik), maar de vorderingen worden niet bijgehouden.

... gewoon 'n glaasje wijn
lijkt me leuker!
Dan komt er inspiratie van de blokfluitles van mijn nichtje. Als zij het leslokaal binnenkomt vraagt een lieve blokfluitjuf aan haar of zij iedere dag geoefend heeft. Bij het positieve antwoord krijgt zij een mooie sticker in haar schrift. Idee: we schaffen ook een lieve juf aan die iedere week vraagt of we iedere dag geoefend hebben. Persoonlijk lijkt mij dat leuker dan wanneer de voorzitter dit iedere week vraagt (sorry Theo). Maar die sticker in mijn notatieboekje hoeft niet, gewoon een glaasje wijn lijkt me leuker. Bestuur: hier ligt een taak!

Verslag: Frans Groeneweg
Fotografie: David van der Vloed
Gedachtebeheer: Aad Juijn







SPIJKENISSE 3 – HZP SCHIEDAM 1  3½ - 4½

Sommige optimisten?
Afgelopen vrijdag speelde ons eerste team een uitwedstrijd tegen Spijkenisse-3. Aan het begin van het seizoen dachten sommige optimisten in ons team dat we voor het kampioenschap konden gaan en dus voor promotie naar de promotieklasse. Dit idee was gebaseerd op onze relatief hoge gemiddelde rating. Na 4 rondes zijn we van dit idee genezen: slechts 4 wedstrijdpunten uit 4 wedstrijden. We kunnen dus alleen nog strijden voor een eervolle plaats in de subtop. Voor Spijkenisse ligt dit anders: zij moeten knokken om degradatie te voorkomen.

 Bordvolgorde gewijzigd...
De bordvolgorde van ons team was gewijzigd doordat Andries Schukking vrijdag verhinderd was en hij de wedstrijdleider van Spijkenisse gevraagd had of hij vooruit mocht spelen. Dit kon vorige week vorige vrijdag: de bord 5 speler van Spijkenisse was beschikbaar. Andries zit normaal aan bord 8. Nu dus aan bord 5, wat normaal de plaats is van Aad Juijn. Aad verhuisde naar bord 7 (in verband met het aantal wedstrijden met wit of zwart). Hierdoor verhuisde Frans Groeneweg van bord 7 naar bord 8.

Andries Schukking (rating 1696) speelde in de vooruit gespeelde wedstrijd tegen Steven de Wilde (1827). Het werd remise. Frans vroeg maandag aan Andries of hij een verslagje wilde sturen voor de website. Helaas: Andries had intensief gezocht maar zijn notatiebiljet had vleugeltjes gekregen. Gelukkig liet Andries’ geheugen hem niet in de steek, zodoende kwam hij toch nog via een mailtje met de volgende beschouwing:  In een koningsindische aanval ontwikkelde zwart al snel veel druk op de damevleugel  wat er toe leidde dat mijn plan om via de koningsvleugel de zwarte koning aan te vallen nooit van de grond kwam. Toen ik op zeker moment mijn d- pion moest verdedigen met de terugtrekkende zet Pe1 had mijn tegenstander niet door dat daarmee een penning van zijn d- pion ontstond en een bevrijdende push met de c-pion naar c4 was het resultaat. Er werd toen het één en ander geruild en ik had nog een trucje waarmee ik zijn toren kon pennen met mijn loper maar hij had zoveel tegen dreiging dat ik die kwaliteit voorsprong niet vast kon houden. Volgens Fritz heb ik gewonnen gestaan maar de manier waarop zou ik nooit opgekomen zijn en na nog een rondje afruilen stond het materieel weer gelijk. Ik had nog 4 minuten en mijn tegenstander 2 en ik beoordeelde het eindspel als beduidend beter, zo niet gewonnen, voor mijn tegenstander, hetgeen door Fritz later bevestigd werd. Kortom: Tijd om remise aan te bieden wat door mijn jeugdige tegenstander na slechts kort nadenken geaccepteerd werd. Blijkbaar had ik in ieder geval duidelijk gemaakt het hem moeilijk te kunnen maken en durfde hij het met zo weinig tijd niet aan (0.5 – 0.5).

Andries... vooruit gespeeld


F.G. Maas had zoals gewoonlijk weer het halve team vervoerd. Bij binnenkomst zag hij dat Spijkenisse aanzienlijk versterkt was: Désiree Hamelink (2183) speelde voor het eerst mee in dit team en zij speelde aan het eerste bord.

Vrijdag waren er geen snelle overwinningen. Om 11 uur was de eerste partij pas uit. Dit was de partij van Frans Groeneweg (1777) met zwart aan bord 8 tegen Steyn de Lange (1708). De partij kwam langzaam op gang: beiden ontwikkelden eerst de stukken. Daarna ging Steyn met zijn d-pion naar voren op een half open lijn. Er ontstonden vervolgens open a-, d- en e- lijnen, terwijl er ook mogelijkheden waren via diagonalen. Uiteindelijk waren er lopers van ongelijke kleur en verder hadden beiden een paard en 5 pionnen. Er waren geen promotiekansen voor de pionnen en remise werd overeengekomen (1 – 1).

Frans... "wie schrijft die blijft"...


Binnen enkele seconden na afloop van deze partij was de partij aan bord 7 tussen Aad Juijn (1893) met wit tegen Villa Siu (1661) afgelopen. Aad was ineens in een matnet van dame plus paard terecht gekomen en verloor (2 – 1).

Aad... in matnet terechtgekomen


Bij  Aad en Frans is het zo dat degene die het eerst klaar is met zijn partij het verslag voor de website verzorgt. Nu met een verschil van seconden vroeg Frans of Aad het verhaal wilde maken. Maar Aad had het druk, dus de eer was aan Frans.

Omdat de partij van Frans pas om 11 uur was afgelopen had Frans geen echte informatie over de eerste drie uur van de andere partijen. Frans liep nu langs de borden en was niet optimistisch. Dat zei hij tegen Aad, die het helemaal eens was. Aad zei: “We moeten het van geluk hebben, want als het van de wijsheid moet komen zie ik het niet zitten”. Profetische woorden zoals zou blijken aan het eind van de avond.

Aan bord 2 speelde Alex Kapitonenko (2105) met zwart tegen Joey Brokaar (1941) Om 11 uur had Alex toren, loper, paard en 5 pionnen. Joey had toren, 2 paarden en ook 5 pionnen. Er werd remise overeengekomen, er zat niet meer in zei Alex (2.5 – 1.5).

Alex... remise


Aan bord 1 speelde John van Baarle (2191) met wit tegen Désiree Hamelink (2183). Om 11 uur had John dame, loper en 3 pionnen. Désiree had dame, paard en 4 pionnen, waaronder 3 verbonden vrijpionnen op de damevleugel. John kwam met een gedekte vrijpion op de 6e rij. Hierna maakte Désiree remise door eeuwig schaak (3 – 2).

FM John... remise


Daniël van Loenen (1860) speelde met zwart aan bord 4 tegen Werner Hübner (1794). In het eindspel hadden beiden een paard en 6 pionnen.  Later beiden een paard en 3 pionnen. Werner had uiteindelijk 2 pionnen en Daniël had alleen een paard. De pionnen konden de overkant niet bereiken en dus werd remise overeengekomen (3.5 – 2.5).

Daniël... remise


Theo van Zessen (1811) speelde met zwart aan bord 6 tegen Richard Koopman (1729). Om 11 uur had Theo een dame, 2 torens en 5 pionnen. Richard had dame, 2 torens en 6 pionnen. Theo zei dat hij nadat hij een pion achter kwam, geprobeerd had zo actief mogelijk te spelen. Theo dacht dat verlies mogelijk onvermijdelijk zou zijn. Maar Richard deed een ongelukkige zet en Theo kon mat geven (3.5 – 3.5). Zie de opmerking van Aad eerder die avond.

Richard en Theo... Oeps!


In de laatste partij van de avond had David van der Mast (1957) wit aan bord 3 tegen Nick Groeneweg (1804). Om 11 uur had David een toren, loper en 2 pionnen. Nick had een toren en 4 pionnen, waaronder een geïsoleerde dubbelpion. David veroverde steeds meer pionnen tot David toren, loper en 1 pion had. Nick had een toren en 1 pion. De pion van David was een randpion en David had de goede loper (bestreek het promotieveld). David won en daarmee wonnen we met 3.5 – 4.5.

David (m) enige échte winst!


Na deze vijfde ronde staat HZP Schiedam op de derde plaats. Topscorer is Theo van Zessen met  3.5 punten uit 5 wedstrijden.

Naschrift (Aad Juijn):

Pas op met wat je wenst! (Chinees gezegde)
... moeras
vol met tactische gruwelen
Toen ieder zo’n beetje plaatsgenomen had, en ik mij net had voorgesteld aan mijn jonge bevallige tegenstandster Villa Siu, gaf Richard Koopman, de tegenstander van Theo van Zessen en tevens naaste buur van mijn tegenstandster Villa, een korte maar duidelijke verhandeling over mijn door Richard benadrukte ‘schrijverskwaliteiten’. Richard kent mij met name van het RSB PK alwaar ik al enkele jaren (zes) de rondeverslagen verzorg. Richard stelde mij voor het min of meer voldongen feit, dat wanneer Villa van mij zou winnen ik er een mooi verhaal van zou maken. Mijn antwoord: “Ja maar, het is niet zeker of ik dit verslag schrijf, want de ‘schrijfwedstrijd’ gaat tussen Frans (Groeneweg) en mij, wie het eerst klaar is schrijft. Richard liet zich niet vermurwen en vervolgde zijn pleidooi en om nu in ene van zijn ‘gezeik’ af te zijn stemde ik toe. Per slot van rekening stonden de partijen op het punt van beginnen. Zoals het enigszins onheilspellend aandoende kopje “Pas op met wat je wenst!” al doet vermoeden, krijg je wat je wenst, echter meestal niet op de manier zoals je het had be- of gedacht. Villa redde de spreekwoordelijke eer voor de Spijkenissenaren en zette een prestatie van formaat neer door als enige speler van het team te winnen, (Villa heeft 232 ratingpunten minder dan dat ik heb). Toch slaagde Richard er uiteindelijk in om de hoofdrol voor zich op te eisen, maar dan toch meer in de rol van de ‘bad guy’, vanuit Spijkenisse perspectief gezien, tenminste dan. Villa speelde goed geconcentreerd en effectief. Door niet op mijn gambietje in te gaan, ontweek Villa een compleet moeras vol met tactische gruwelen, en kwam zelfs beter te staan. Uiteindelijk slaagde wit erin om toch iets van een gevaarlijke aanval in elkaar te zetten, maar vertrouwde het loperoffer niet dat wit de winst had moeten brengen. Villa slaagde er tot grote verbijstering van mijn persoontje in om als bij toverslag de aanval over te nemen, echter met de aantekening dat Villa haar kansen wel benutte! Een ‘kleine’ onnauwkeurigheid kende grote gevolgen. Ik mocht kiezen tussen mat of dameverlies… Petje af, en alle egards voor Villa. Op mijn oude dag nog een gratis lesje effectiviteit genoten, zo was de avond voor mij toch nog leerzaam. De stand was nu 2-1 voor Spijkenisse, en van de narigheid op de overige borden werd ik net niet depressief. Wat een ellende. Met kunst en vliegwerk werden enkele ‘minder’ staande partijen onzerzijds nog remise gehouden. Op het moment dat de stand 3½ - 2½ voor Spijkenisse stond waren Theo en David nog volop aan het knokken voor, ja voor wat eigenlijk? David ging winnen, dat was duidelijk, maar Theo ging het afleggen tegen… weet u het nog? Richard. Ik heb het niet kunnen volgen want ik zat slaafs de zetjes bij David te noteren. Het was plots rumoerig bij het bord van Theo en Richard, en ik hoorde Theo zich herhaaldelijk excuseren… Een zoals Frans het beschreef  ‘ongelukkige’ zet van Richard leidde tot mat van de witte koning. Zo wreed kan de schaaksport dus zijn. Ik hoop van ganser harte dat Spijkenisse zich weet te redden in de twee resterende wedstrijden, en dat het mislopen van de twee door ons 'gejatte' matchpunten hen niet fataal zal blijken. Als pleister (of zout) op de wonde van Richard kan ik de volgende overpeinzing van Wiet van Broeckhoven meegeven:  “Het enige plezierige aan je eigen fouten is, dat je er soms anderen gelukkig mee maakt”.

Verslag/Fotografie: Frans Groeneweg
Naschrift: Aad Juijn   
  




HZP Schiedam  –  Erasmus   3-5  4e ronde Klasse 1 A

Als je van oordeel bent dat alles verloren is, rest er nog altijd de toekomst... (Robert Hutchings Goddard)

HZPS 1...
Het ‘aardige’ aan deze quote is dat we hem ieder seizoen weer opnieuw in herinnering kunnen roepen, het is wellicht nog ‘n idee om deze spreuk op zo’n blauw/wit wandtegeltje te laten drukken en ergens in het speellokaal te bevestigen. Qua gemiddelde rating behoren we traditioneel tot de kanshebbers, maar daar blijft het ‘evenzo traditioneel’ dan ook bij. Opvallend is vooral de mentale instelling van de spelers van het eerste team. Over het mogelijk te behalen kampioenschap wordt aan het begin van het seizoen niet of nauwelijks (meer) gesproken. Men heeft dus wel geleerd van de voorgaande seizoenen. Dat er evenwel stiekem toch op wordt gehoopt blijkt uit het feit dat wanneer meestal halverwege het seizoen de kansen weer eens zijn verkeken (realistisch gezien) plots het relativisme de kop opsteekt. Uitdrukkingen als: “Moeten we dat eigenlijk wel willen, in de promotieklasse spelen?”, “Als je ‘n paar keer verliest dan verdien je het ook niet om te  promoveren”, de meest gehoorde is echter “Ach wat maakt het allemaal uit, we spelen toch voor ons plezier”… Die laatste categorie wantrouw ik overigens nog het meest. In de hoedanigheid van webmaster van onze veelal gerespecteerde website heb ik prima inzage in ons bezoekers verkeer. De KNSB Ratinglijst verschijnt 4 x per jaar (1 jan, 1 mei, 1 aug en 1 nov), zodra de nieuwe lijst uitkomt wordt deze direct geplaatst, en ik kan u verzekeren dat deze vier data piekmomenten in het bezoekersaantal laten zien (waaronder een behoorlijk aantal Schiedammers), met name het tabblad ‘Rating’ is dan de trekpleister. Dit wekt de indruk dat het fenomeen rating een belangrijker rol speelt dan dat de gemiddelde clubschaker ons vaak wil doen laten geloven (“Joh… ratings zeggen toch helemaal niets”). Oké, “we hoeven dus niet zozeer te promoveren” is kennelijk de ingebouwde veiligheid. Een doelstelling die voor ons team met twee vingers in de neus is te behalen. Met deze doelstelling in het achterhoofd snijdt het mes aan twee kanten, we worden niet teleurgesteld en tegelijkertijd voldoen we aan onze doelstelling…

Collectief bewustzijn?
Apen en vruchten?
Het overigens niet onomstreden "honderdste aap effect" komt voort uit het collectief bewustzijn. In de jaren ‘70 ontdekten wetenschappers die apen bestudeerden op de Japanse eilanden, dat veel apen de vruchten die aanspoelden op het strand, links lieten liggen. Ze zaten immers onder het zand. Er was echter één vrouwtje dat wel wist wat ze ermee moest doen. Ze raapte de vruchten op, liep ermee naar een bron, spoelde ze af en at ze op. Het duurde niet lang voordat ook andere, met name de jongere apen, dit gedrag 'na-aapten', en zich ook tegoed deden aan de lekkernijen. Deze groep breidde zich langzaam verder uit, totdat er blijkbaar een omslag in het bewustzijn van de groep plaatsvond, en van de ene dag op de andere alle apen hun vruchten gingen wassen. En niet alleen op hun eiland, maar ook op de omringende eilanden. Terwijl deze apenkolonies onderling niet met elkaar in contact stonden… Laten we de werking van het collectieve bewustzijn bij ons op de club eens nader beschouwen. De verlammende uitwerking van de spreuk  “Ach wat maakt het allemaal uit, we spelen toch voor ons plezier”… is zo vaak herhaald dat deze zich vast heeft gezet in ons onderbewustzijn, met als resultaat de perfecte uitvoering van het begrip “self-fulfilling prophecy”… Het lijkt dus wachten op die ene ‘schaakaap’ in ons team, die in staat is om het ‘oude denken’ 180° de andere kant om te buigen.

S.O.S bord één!
Onze teamleider en tevens kopman FM John van Baarle moest deze belangrijke wedstrijd aan zich voorbij laten gaan i.v.m. zijn gezondheid. Een nogal flinke aderlating op het eerste gezicht. FM John flanste wel de opstelling in elkaar, en meende in zijn onmetelijke wijsheid de teamleider van het tweede Gerard Turkenburg (1540) als stand-in te moeten inzetten. Het commentaar van FM John was kort maar duidelijk: “Gerard is de man in vorm”… Tja, de tendens in het team was toch iets van “Gerard met zwart tegen Pietrow (2019), dan staan we dus eigenlijk al met 0-1 achter”. Ja, en dan zou je weer zeggen dat iedereen er dus een schepje bovenop zou gooien. Het komt me voor dat de spelers dat ook inderdaad hebben gedaan, maar dat Erasmus gewoon een maat te groot was! De onderlinge gemiddelde ratingverhouding was sowieso in het voordeel van de Rotterdammers, Wij 1830 en zij 1957. Konden we na onze nederlaag in de vorige ronde tegen de IJssel nog van een collectief falen spreken, deze keer kwamen wij er gewoon niet aan te pas…

Vooruit dan maar, de gifbeker…
... gifbeker
Het schrijven van het verslag is een wedloop tussen Frans Groeneweg en mij (Aad Juijn). Wie het eerst klaar is ‘mag’ de pen ter hand nemen. Ik slaagde er wonder boven wonder in mijn verloren staande stelling zolang te rekken dat ik toch nog als laatste klaar was (en nog op wonderlijke wijze won ook, maar daar over later meer). Helaas voor mij kwam Frans met de mededeling dat hij er drie dagen tussen uit kneep met zijn vrouw Sylvia (sommige mensen sparen kosten nog moeite om onder zo’n verslag uit te komen). Wedstrijdleider David van der Vloed was kennelijk overtuigd van een probleemloze wedstrijd, na zijn korte openingsrede schoof hij aan om zijn interne wedstrijdje te spelen… David had gelijk, het werd een uitermate sportief gebeuren. Wat betreft de verslaggeving moet ik mij pardonneren met het feit dat ik praktisch niets van de partijen heb meegekregen. Enkele spelers stuurden hun geanalyseerde partijen in het geheel per mail naar mij toe. Andere spelers volstonden met een kortstondige briefing na afloop van de wedstrijd op de club en ook per mail kwamen nog wat korte beschouwingen binnen. De partij aan bord 6 (onze voorzitter) heb ik als buurman nog wel kunnen volgen…

Bloedeloos…
Aan het witte bord 4 speelde remisekoning Daniël van Loenen (1860) tegen aspirant remisekoning Leo Verhoeven (1953). In de voorgaande drie partijen wist Daniël het driemaal op remise uit te laten draaien, Leo daarentegen slaagde daar niet helemaal in, en moest één keer in winst berusten. Met een beetje gevoel voor ‘forecasting’ zal de uitkomst van deze partij niet echt een verrassing zijn. Daniël besteedde er in ieder geval weinig woorden aan, en mailde mij het volgende:  Ik had een symmetrische Engelse partij. Eerst verzuimde ik om een klein voordeel te behalen en daarna verzuimde mijn tegenstander een betere stelling te krijgen. Als snel ontstond er een flinke afruil en besloten we tot remise…
½-½

Daniël... remise


Beter ten halve gekeerd, dan ten hele verdwaald…
Aan bord drie speelde David van der Mast (1957) met zwart tegen Marvin Dekker (1998). David was in de vorige twee ronden tegen evenzoveel nederlagen opgelopen. David stuurde mij zijn complete partij met inbegrip van analyses, en hier en daar wat opmerkingen wat betreft zijn insteek/motivatie gedurende de partij. Geheel tegen zijn natuur in zette David naar eigen zeggen de partij nogal ‘tammetjes’ op. Volgens Rybka bereikte wit niet meer dan het te verwaarlozen voordeeltje van +0.48 punten. Op zet 17 biedt David remise aan, hetgeen niet door Marvin wordt gehonoreerd. Vijf zetten later komt Marvin kennelijk tot het inzicht dat er echt niet veel meer inzit, en biedt op zijn beurt remise aan. David schreef verder:  De stelling is volgens Rybka gelijk (0.02). Al met al ‘n gemakkelijke bloedeloze remise wedstrijd. Zwart is nauwelijks tot niet in de problemen geweest. Ik denk gespeeld te hebben met de rem er op. Waarschijnlijk vanwege mijn  tegenvallende resultaten dit seizoen. Het pluspuntje is dat ik met zwart toch een 2000 speler eenvoudig op remise heb gehouden…
1-1

David... remise = pluspuntje


Het genie uit Klundert…
De stand-in voor FM John van Baarle (2191) aan bord 1 (zwart) was als gezegd het genie uit het Brabantse Klundert Gerard Turkenburg (1540). Het komt mij voor dat tegenstander Andrzej Pietrow (2019) aangenaam verrast was door de absentie van FM John. De strategie die Gerard volgde was misschien wel de enige juiste. De stelling zoveel mogelijk gesloten houden, en veel stukken proberen te ruilen. Dit alles liep geheel volgens plan, de zware stukken bleven over. De pionnenstructuur van Gerard baarde wel enige zorg. Andrzej speelde in deze fase niet op zijn scherpst, en Gerard verkreeg gevaarlijke dreigingen. Met kunst en vliegwerk wist wit de dreigingen te neutraliseren, maar kon niet voorkomen dat Gerard in een gunstig toreneindspel terecht wist te komen. Twee verbonden vrijpionnen tegen de losse a en h-pion van zwart, en daarbij één toren voor ieder. Gerard wist dit eindspel tot ongeloof en verbijstering van de spelers en andere aanwezigen met vaste hand in winst om te zetten! Een topprestatie van jewelste, en ondanks ons verlies mocht dit feit toch tot het hoogtepunt van de avond worden gerekend… Formidabel Gerard!!
2-1  

Gerard... de grote openbaring!


Point of no return…
Alex Kapitonenko (2105) speelde met wit aan bord twee tegen Wim Posthumus (1917). Alex mailde zijn partij in Nederlandse notatie, maar met commentaar in het Engels naar mij toe. Het kritieke moment in de partij ontstond eigenlijk na de 12e zet. Alex had 13 korte rokade kunnen spelen, maar ging voor een pionwinst die zich volgens Alex’ berekening op de 19e zet moest aandienen. De gedachte was dat de witte koning in het centrum door de dame en de witte centrumpionnen afdoende beschermd stond. Wim bleek echter over een venijnige riposte te beschikken. Alex won inderdaad de pion maar stond nu dankzij de centrale koning volledig verloren. Op de 22e zet miste Wim een aardig dameoffer dat tot mat in twee zou leiden. Wim deed het anders en ging voor een ‘bescheiden’ kwaliteitwinst. De rest was de zogenaamde kwestie van techniek, en dat was aan Wim goed besteed…
2-2  

Alex... miscalculatie


Strijdend ten onder…
Met wit aan bord 8 had Andries Schukking (1696) de zware taak om routinier Murdoch Mac Lean (1921) af te stoppen of in een nog gunstiger geval meer. Andries mailde mij de volgende bijdrage inclusief diagram: Ik speelde met wit tegen Murdoch Mac Lean. Op de 12e zet speelde ik een pion op naar e5 met een indirecte aftrekdreiging op de toren op a8. Mijn tegenstander liet de toren echter gewoon staan en nam de pion, daarmee offerde hij dus een kleine  kwaliteit. Murdoch zei achteraf dat dit een blunder van me was, ik zag dat niet zo en ook Fritz is het niet echt met hem eens en beoordeelt de stelling als licht voordelig voor wit. Maar ik ben geen Fritz en ik denk dat het offer tegen een speler van mijn kaliber wel juist was. Murdoch had (niet lang) een loperpaar en nu ook het initiatief, ik kon niet veel meer doen dan proberen te voorkomen dat zijn stukken gingen samenwerken. Op zich lukte dat wel aardig maar ik miste een tussenschaakje waardoor ik ook nog een paard verloor tegen een pion. Qua materieel had Murdoch nu een licht voordeel met een paard en loper tegen een toren van mij en al snel wikkelde de boel af naar een voor mij verloren staand eindspel.

Diagram: Zwart speelt .. Kg5? gevolgd door Tg7 Kf6, b7 Lxb7, Txb7 Pf4, hier had ik remise gehouden als ik Tc7! gespeeld had en de pion opgehaald.

Ik had intussen nog maar 3 minuten en mijn tegenstander nog meer dan een uur. Maar dat bleek nauwelijks een voordeel voor zwart: Murdoch had moeite om de winst binnen te halen en werd daarbij ernstig gehinderd door mijn toren die nu op het vrijwel lege bord heel sterk werd. Een relatief makkelijke winstcombinatie werd door zwart gemist, en ondertussen had ik, al peentjes zwetend, een vrijpion kunnen creëren waarna Murdoch zijn loper moest geven om promotie te verhinderen. Op dit moment zag ik dat ik remise kon afdwingen maar de stand was gelijk en naast mij was Frans aan het verliezen. Aan remise hadden we dus niets. Ik probeerde een winstvariant te vinden maar Murdoch was nog steeds gevaarlijk met zijn paard en een vrijpion op g3 en ik had niet genoeg tijd om iedere zet goed door te rekenen. Daardoor wist hij mij in het nauw te brengen en terwijl er eigenlijk al niets meer aan te doen was ging ik ook eindelijk door mijn vlag.
2-3

Andries... remisewending (opzettelijk) gemist


Een erg leuke partij…
Aan het zwarte bord 7 speelde Frans Groeneweg (1777) tegen Cander Flanders (1862). Frans mailde het volgende verslag: Bij Frans ontstond er na de opening een gelijkwaardige stelling. Cander Flanders had vrijpionnen op de d- en e-lijnen. Cander had geen c- en f-pionnen. Frans had die vrijpionnen grondig geblokkeerd met de torens. Cander had naast de andere stukken een paard en een slechte loper binnen de keten. Frans had 2 paarden. Het was erg spannend: pionnen of stukken die door penningen steeds kwetsbaar waren, maar steeds net niet geslagen konden worden. Beiden probeerden hun stelling te versterken. Frans had remise aangeboden, maar dat werd afgeslagen.  Frans had toch de indruk dat het op remise afging. Geleidelijk werd er meer geruild. Tot Cander ineens een matdreiging had. Frans moest de kwaliteit offeren. Frans probeerde nog lang wat te bereiken in een verloren staand eindspel, maar Cander maakte geen fouten. Een erg leuke partij.
2-4

Frans, erg leuke partij...


Laveren en manoeuvreren…
Aan bord 6 speelde onze voorzitter Theo van Zessen (1811) met wit tegen Olivier Vrolijk (1955). Theo was mijn buurman en bij tijd en wijle kreeg ik wat mee van de partij. Door een afruil op f6 kwam de g-lijn in een vroeg stadium van de partij halfopen. Beide heren kozen voor de lange rokade. Een voorzichtig laveren en manoeuvreren kenmerkte de middenspelfase. Behoedzaamheid was troef. Theo probeerde het evenwicht van de stelling middels een remiseaanbod bekrachtigd te krijgen. Olivier speelde door. Gaandeweg werd de spoeling dunner en wikkelde zwart af naar een toreneindspel. Olivier had echter goed getaxeerd dat de zwarte vrijpion sterker was dan de witte… Theo kon het tij niet meer keren en zag in dat verder spelen nutteloos was…
2-5

Theo... niet vrolijk


What the F***…
49.Le8??
Aan het zwarte bord 5 speelde Aad Juijn (1893) tegen Frank van Zutphen (2004). In een zeer dynamische partij waarin beide spelers goed wakker moesten blijven, verkoos Aad voor de achtergebleven pion op d6. Een besluit dat in deze opening veelvuldig voorkomt. Het nadeel van deze strategie is het feit dat wit slechts op afruil hoeft te spelen, daar de zwarte pionnenstructuur in een eindspel lastig te verdedigen is. Gaandeweg worden er stukken geruild, en beetje bij beetje komt Aad slechter te staan. De statische pion op d6 is onhoudbaar, en zwart probeert wat stofwolken op te werpen. Wanneer Aad vrijwillig afstand doet van de d6 pion, teneinde zijn gebonden stukken wat meer lucht te geven, gaat het van kwaad tot erger. Er ontstaat een eindspel van 5 witte pionnen + loper tegen 4 zwarte pionnen + paard. Gestaag maakt Frank vorderingen met zijn pionnen, de tijd begint echter te drukken. Frank nog één minuut, Aad nog 6 minuten. In een gewonnen staande stelling speelde Frank het onbegrijpelijke 49.Le8?? en gaf zijn loper op ongewoon simpele wijze weg. Tijdsdruk? Frank zelf hield het op schaakblindheid… Een ongezond einde van een onderhoudende partij, gelukkig voor Frank (en dat meen ik oprecht) had deze ‘grap’ geen nare gevolgen voor de Erasmianen!
3-5

Aad... mazzelpartij


Goed, we staan dus weer tot ons middel in de aarde. Stevig in de middenmoot, en met één schuin oogje naar beneden kijkend. We moeten natuurlijk ook weer niet te gek gaan doen, want een jaartje 2e klasse reizen is toch ook niet wat we met zijn allen ambiëren. Realistisch gezien had Gerard kunnen/moeten verliezen, en dat geldt ook voor Aad, dan had het zomaar 1-7 geworden, denk daar maar eens over na…

Het verslag van Erasmus leest u hier
Het persbericht leest u hier...

De volgende wedstrijd staat voor volgend jaar op het programma, dat is op vrijdag 15 januari uit tegen Spijkenisse 3. Ik wens u allen prettige feestdagen en een gezond en creatief 2016…

Verslag: Aad Juijn
Fotografie: David van der Vloed   

     

   





DE IJSSEL 1  –  HZP  SCHIEDAM  1   4,5-3,5

China...
Afgelopen maandag speelde ons eerste team een uitwedstrijd tegen het eerste team van De IJssel. Hierbij was er een heuse primeur: via de website zouden onze verrichtingen vanuit China gevolgd worden!! Onze website is echt wereldberoemd!!




Daniël: werken in China
Degene die vanuit China zou toekijken is onze vierde bordspeler Daniël van Loenen die voor zijn werk in China is. De wedstrijdleider van De IJssel was zo vriendelijk om Daniël vorige week de wedstrijd vooruit te laten spelen. Daniël van Loenen (november rating 1860) had zwart tegen Hans Lodeweges (1883). Daniël schreef dat de partij geen moment uit evenwicht was geweest, dus remise. Daniël schreef  dat hij de enige tegenstander van De IJssel had gehad die een hogere rating heeft dan zijn HZPS tegenhanger.

Daniël.. vooruit gespeeld


Nu, als de overige zeven HZPS-ers een hogere rating hebben dan de tegenstanders, dan konden we dus vol vertrouwen op weg gaan naar De IJssel. Zoals zo vaak werd er ook nu weer een beroep gedaan op F.G. Maas om het halve team te vervoeren.

F.G. teamleider, chauffeur enz... 


Aan bord 6 had Theo van Zessen (1811) zwart tegen Frank van de Pavoordt (1784). Het was van het begin af aan heel gesloten. Moeilijk om spel te vinden. Het leek het beste om het gesloten te houden. Frank had meer mogelijkheden om de stelling te openen. Theo bood remise aan en toen was het 1 – 1.

Theo... remise


Aan bord 7 had Frans Groeneweg (1777) wit tegen Mick van de Berg (1754). Beiden speelden de pionnen agressief naar voren. Veel pionnen zouden geruild kunnen worden. De stukken konden het net gedekt houden. Frans vond ruil van pionnen geen optie: Mick zou betere velden voor zijn stukken krijgen en Frans zou zwakke pionnen krijgen. Frans had er geen zin in om het open te breken en bood remise aan. Mick dacht er kennelijk net zo over en toen was het 1.5 – 1.5 (Was het gezegde niet: wie breekt betaalt). Om nu te zeggen dat Theo en Frans een veel hogere rating hadden dan hun tegenstander zou toch erg overdreven zijn.

Om 10 uur was Frans klaar met zijn partij en mocht hij dus het verslag regelen.

Frans... remise en verslag


Aan bord 1 speelde John van Baarle (2191) met wit tegen Leon Jacobse (1883). Een groot ratingverschil, maar John zei dat hij reuma had en zich nauwelijks kon concentreren. De stelling was om 10 uur onduidelijk: John had een dubbelpion en beiden hadden een zwakke pion, terwijl beiden nog weinig stukken hadden ontwikkeld. John en Leon kwamen remise overeen (2 – 2).

FM John, ook niet verder dan remise


Aan bord 5 speelde Aad Juijn (1893) met wit tegen Justin Jacobse (1916). Hé Daniël, nog een HZPS-speler met een lagere rating dan zijn tegenstander. Aad stond een pion achter en had gerokeerd. De koning van Justin stond nog in het centrum. Aad had voor zijn pion wat dreigingen. Dit compenseerde elkaar en men vond elkaar in remise (2,5 – 2,5).

Aad, ook remise


Aan bord drie had David van der Mast (1957) wit tegen Frank Visser (1911). Er ontstond een onduidelijke stelling: David had twee verbonden vrijpionnen extra, maar zijn stukken  waren overbelast. Het was dus kwetsbaar. David bood remise aan, maar dat werd afgeslagen! Daarna ging het snel berg afwaarts met de stelling van David en David moest opgeven. Helaas, HZPS nu met  3,5 – 2,5 achter.

David... kleine tragedie


Frans vond de partij tussen Alex Kapitonenko (205) met zwart aan bord twee tegen Pim te Lintelo (1904) het spannendst. Alex zei dat hij de opening niet goed behandeld had en hij stond een stuk tegen twee pionnen achter. Alex had kort gerokeerd, maar Pim had geen    g-pion en h-pion en hij zette zijn torens op deze lijnen. Alex moest in de verdediging. Pim raakte in tijdnood. Alex slaagde er in een pion vork op twee stukken te krijgen, maar gelijktijdig had Pim een paardvork op twee torens. Na een grote afruil stond Alex een stuk voor maar Pim had een pion op de zevende rij. Pim had steeds zo'n 30 seconden bedenktijd. Na weer een grote afruil was het remise. (4 – 3).

Alex wisselende kansen, remise


Aan bord 8 had Andries Schukking (1696) zwart tegen Leen Boonstra (1630). Om 10 uur zei Andries tegen Frans  dat hij alleen bezig was om de boel vast te houden, maar geen mogelijkheden zag om iets te beginnen. Frans zei:”Het lijkt wel of je de partijen van Theo en mij beschrijft”. Andries krijgt remise aangeboden en vraagt aan Frans hoe de rest er voor staat. Op dat moment: niets van te zeggen, ongeveer gelijk. Andries besluit door te spelen. Hij komt in een verloren pionneneindspel, maar Leen behandelt het verkeerd en Andries behaalt toch remise.

Andries wisselende kansen, remise


Hiermee verloren we met 4,5 – 3,5. Onze kampioens-aspiraties kregen hierdoor een gevoelige deuk. De volgende wedstrijd zal hiervoor waarschijnlijk beslissend zijn. We spelen dan thuis tegen Erasmus, dat een wat hogere gemiddelde rating heeft dan HZP Schiedam. Maar ja, we hebben net gezien wat de voorspellende waarde is van een hogere gemiddelde rating.

Lees hier het persbericht, en lees hier het verslag van de IJssel.

Bij HZP Schiedam zijn er na drie rondes drie koplopers: Alex, Theo en Frans hebben alle drie 2,5 punt uit 3 wedstrijden.


Verslag/Fotografie: Frans Groeneweg






HZP Schiedam  –  Krimpen aan den IJssel 3   6-2  2e ronde Klasse 1 A

Frans of Aad?
... verslag
Naast de gebruikelijke spanning die zo’n RSB wedstrijd voor de spelers toch altijd wel met zich meeneemt is er binnen zo’n RSB wedstrijd nog een soort van spannende wedstrijd gaande, voor wat betreft het HZPS gedeelte tenminste. De tweekamp tussen Frans Groeneweg en Aad Juijn heeft als inzet: wie het eerst klaar is met zijn partij ‘mag’ het verslag dat u nu zit te lezen schrijven. Het werd een spannende aangelegenheid kan ik u verzekeren die met een kwartiertje verschil door Aad werd gewonnen. Dat zal ergens zo ongeveer rond elf uur geweest moeten zijn. Omdat een en ander wat vlotter leest schakelt ‘ondergetekende’ nu over in de meer familiaire ik-stand, dit in plaats van het misschien meer beleefder maar toch afstandelijker term als die vanuit het juridisch jargon geleende ‘ondergetekende’. U weet nu inmiddels toch ook wie die ik is. Goed, ik was dus eerder klaar dan Frans. Het grote probleem echter is dat ik zo ongeveer niets van de partijen heb meegekregen. Zoiets is vrij lastig vooral als je bedenkt dat een verslag juist over dit issue moet gaan. Na afloop dus maar even aan verschillende spelers gevraagd of zij de volgende dag iets over hun partij wilden mailen, en om aan de partijgegevens van onze voorzitter en ‘diehard’ anti-digitalist Theo van Zessen te komen maakte ik maandagavond de afspraak hem op woensdag even te bellen op zijn meer dan waarschijnlijk analoge vaste telefoon (010). Van enkele spelers kreeg ik korte briefings, en van weer andere spelers de gehele partij toegestuurd onder het motto van ‘kijk maar wat je er mee kan’. Verder had ik nog de ijdele hoop om uit een eventueel verslag op de Krimpense site te kunnen putten… Mogelijk had bij de Krimpenaren hetzelfde idee postgevat, maar dan omgedraaid. Op hun website staat te lezen ‘verslag ontbreekt nog’, het woordje ‘nog’ vervult voor mij de rol van de bekende strohalm…

Krimpen aan den IJssel 3 en hun duistere kant…
Krimpen 3 verloor de eerste wedstrijd van RSR Ivoren Toren 3, om precies te zijn met 2½-5½. Het zal voor Krimpen 3 een lastig seizoen worden, immers de nummers 7 en 8 degraderen. Op gemiddelde rating bivakkeren zij op plaats 6. Ik heb in een vorig verslag al eens mijn bevindingen over wat betreft de schakende Krimpenaar uit de doeken gedaan. In mijn hoedanigheid als RSB PK verslaggever heb ik twee edities ondergaan die in ontmoetingscentrum “De Tuyter”, het thuishonk van de s.v. Krimpen aan den IJssel, plaats vonden. Ik moest destijds even wennen i.v.m. de taalbarrière (klikt u hier voor nadere uitleg), en ook wat betreft het vooroordeel van een ‘zwarte kousen’ dorp te zijn, hetgeen dan weer mogelijk zou neerkomen dat er voor ‘heidenen’ als ik ben (levenswijze op Antroposofische grondslag geschoeid), bij voorbaat afstandelijkheid en afkeuring zou klaarliggen. Ik kan u echter gerust stellen. De werkelijkheid gebiedt mij te spreken van een open community, behulpzaam bij zo ongeveer alles wat je van ze wilt, en bovendien nog meer dan gemiddeld intelligent te noemen ook. O ja… NEEN, ik werk niet in een of ander promoteam van de gemeente Krimpen aan den IJssel. Als u dit zo leest kunt u maar tot één conclusie komen: Krimpenaren, de ideale schaakgemeenschap! U voelt wel op uw klompjes aan dat deze slotsom te mooi om waar te zijn is. Drie spelers van HZPS 1 zaten afgelopen maandagavond dan ook met op zijn minst gemengde gevoelens tegenover dit Krimpen 3. Om het geheugen even op te frissen kunt u hier klikken, let wel u zult even moeten door scrollen totdat u bij het wedstrijdverslag bent van het verslag van de wedstrijd Krimpen aan den IJssel 3  –  HZP Schiedam 2, deze ‘wedstrijd’ bleek dus ACHTERAF (u kunt dit woord letterlijk nemen) helemaal geen wedstrijd te zijn. De ramp voltrok zich in het vorig seizoen (2014/2015). Inderdaad alle acht gingen zij er af. Ik was destijds in de hoedanigheid van schrijvende ramptoerist (medeplichtig aan het tactische concept van toen). Andries Schukking vervulde de functie van playing teamcaptain (hoofdverantwoordelijke voor het ‘tactisch concept’ van destijds), en Frans Groeneweg, die normaliter aan het eerste bord opereerde, moest genoegen nemen met een bescheiden bijrol als figurant aan bord 5. De enige Schiedammer die deze gedenkwaardige avond niet tegen een vette nul aanliep was ikzelf, dat is dan wel weer een voordeel van het schrijven. De slagers van Krimpen 3 werden met glans kampioen van de 2e klasse A, en kwamen zodoende in de 1e klasse A terecht…

Verrassend wapenfeit…   
Krimpen 3 dus nu op bezoek bij de grote broer van HZPS 2. HZPS 1 kon deze avond in volle sterkte aantreden inclusief de drie gemotiveerde slachtoffers van vorig seizoen Schukking, Groeneweg en Juijn. De heren en enkele dame van het Krimpens achttal waren het er onderling wel over eens dat hier in Schiedam gespeeld werd met als inzet de schade zo beperkt mogelijk te houden. Toch wist het team met een, voor mij in ieder geval, verrassend wapenfeit aan te komen zetten. Gosse Romkes (2026) die vorig seizoen nog deel uitmaakte van het basisteam van Krimpen 1 (3e klasse KNSB) was deze wedstrijd als bord 1 speler van Krimpen 3 op het wedstrijdformulier terecht gekomen. Dat ‘euvel’ riep mijnerzijds een vraag op. De wedstrijdleider intern van Krimpen, Remko Moerkerken legde uit dat Gosse dit jaar wat minder tijd tot zijn beschikking heeft, maar wel in staat is om enkele wedstrijden onder RSB vlag af te werken. Vanavond was dus één van die zogenaamde ‘enkele wedstrijden’ momenten. De bordgemiddelden van beide teams was als volgt verdeeld… dat van HZPS 1 lag op 1913 ratingpunten terwijl Krimpen 3 daar ‘slechts’ 1746 ratingpunten tegenover kon stellen. Rekenkundig 167 punten gemiddeld per speler meer. In de praktijk waren er twee partijen waar het verschil niet groter dan 50 punten was (bord 4 en bord 8). De wedstrijd van vanavond stond onder leiding van onze kersverse wedstrijdleider extern David van der Vloed, die daarmee de primeur had zijn eerste wedstrijd te fluiten, en dat deed hij foutloos. Dan nu de wedstrijd nader beschouwd…

Vast en zeker…
Aan het witte bord 4 speelde Daniël van Loenen (1862) tegen Frits van Duin (1848). Dit was een van de twee borden waarbij van enig ratingverschil tussen de spelers nauwelijks sprake was. De partij was al vrij snel tot een eind gekomen. Daniël besteedde dan ook niet bijster veel woorden aan de partij, hij mailde mij de volgende korte samenvatting:  In het Engels week ik op de 4e zet al af van wat Carlsen graag speelt, maar daar kwam ik thuis pas achter. Tijdens de partij had ik al wel door dat mijn wit-voordeel akelig snel weg was. Wat volgde was een partij die geen moment uit evenwicht raakte en waarbij de hele stelling vast kwam te staan. ½-½             

Daniël... geen moment uit evenwicht


Maatje te groot…
Aan bord 2 (wit) speelde Alex Kapitonenko (2099) tegen Floris Doolaard (1711). In het oog springt het ratingverschil van bijna 400 punten. Alex mailde mij zijn gehele partij vergezeld van hier en daar enkele opmerkingen. In een partij met Nimzo-Indische kenmerken ruilde Floris na a3 de loper tegen het paard op c3. Het grote verschil met het echte Nimzo-Indisch was echter het niet onbelangrijke detail dat d4 niet was gespeeld. Alex speelde nu d3 en hiermee had zwart niet de druk tegen de witte velden. Na de witte opmars a4 verzuimde Floris te blokkeren met a5. Op de 18e zet gaat Floris definitief in de fout. Alex wint een stuk dat door een slim tussenzetje met de dame niet meer teruggewonnen kan worden op straffe van mat. 1½-½

Alex... maatje te groot


Het verrassingswapen…
Als gewoonlijk onze kopman FM John van Baarle (2200) aan bord 1 (zwart). De Krimpense troef Gosse Romkes (2026) nam tegenover John plaats. John mailde mij daags na de partij een korte maar duidelijke samenvatting: In mijn partij tegen Gosse Romkes koos ik voor de Dame Indische verdediging. Gosse verraste mij met enkele zetten die ik niet had zien aankomen. Hoewel ik niet slecht stond kon ik niet het juiste plan vinden en de stelling vervlakte. In het eindspel dat op het bord kwam en waarin tot remise werd besloten stond wit een tikkeltje beter. 2-1 Een prima prestatie van Gosse!

John... kon niet het juiste plan vinden


Beter een goede buur dan een verre vriend…
Aan bord 6 speelde Theo van Zessen (1804) met wit tegen Thomas Boeren (1666). Ik heb Theo een aantal maal proberen te bellen, maar helaas. Gelukkig was Theo die avond mijn directe buurman, en zodoende is dit de enige partij waar ik wel een en ander van mee heb gekregen. In een opening waarbij wit zijn heil normaliter op de koningsvleugel zoekt (na de zwarte korte rokade), is het zwarte spel voornamelijk gebaseerd op damevleugel activiteiten. Thomas ging niet kort rokeren, en hield de koning lange tijd in het centrum. Theo slaagde erin om een vervelende loper op f6 te krijgen, Thomas besloot uiteindelijk dan maar lang te rokeren. Dat liep echter totaal verkeerd af, de witte zware stukken kwamen via de inmiddels open b-lijn op dusdanig vervelende wijze binnen dat er voor zwarte koning geen houden meer aan was. 3-1

Theo... nette winst


Voorbij de grens van het toelaatbare…
Aad Juijn (1911) speelde aan het zwarte bord 5 tegen Bert ten Wolde (1822). Op de 10e zet week Bert af van de bekende paden. Beide spelers hadden kort gerokeerd, en de koning beveiligd met een fianchetto. Aad was in het bezit van een achtergebleven pion op d6, en Bert belegerde deze. Toen duidelijk werd dat deze pion onaantastbaar was wijzigde Bert zijn koers. Eigenlijk zat wit zonder goed plan, het zwarte plan was eenvoudig: koningsvleugel pionnen opspelen en een koningsaanval uit de hoge hoed toveren. De gehele g-lijn werd opengebroken en Aad speelde voorbij de grens van het toelaatbare (is nu eenmaal zijn ‘ding’). Stockfish 6 vond voor wit een ijzig kalme verdediging, hetgeen het zwarte plan weerlegde. Op psychologisch en dus menselijk niveau oogde de veiligheid van de koning zeer zorgelijk. In de veelheid van varianten raakte Bert de draad kwijt en kwam in onoverkomelijke problemen terecht. Op de 28e zet met ondekbaar mat in het vooruitzicht hield Bert het voor gezien. 4-1      

Aad... beslissende koningsaanval


Na deze winstpartij was er dus in ieder geval één matchpunt ‘veiliggesteld’. De toestand op de overige drie borden bood uitzicht op een ruime eindoverwinning…

… even pielen
Aan het witte bord 8 speelde Andries Schukking (1709) tegen Adrie van der Waal (1667). Dit was partij nummer twee waarbij de heren elkaar op rating niet noemenswaardig ontliepen. Andries mailde mij het volgende verslag: Ik kwam uit de opening met een verzwakte stelling maar wel veel ruimte. Om mijn tegenstander geen kans te geven gebruik te maken van die zwakheden greep ik het initiatief en begon flink te drukken met mijn centrumpionnen, terwijl ik al de nodige twijfels had of ik dat wel ging volhouden. Mijn tegenstander speelde een zet die ik niet voorzien had en toen bleek dat ik mijn hand inderdaad flink overspeeld had. Om toch tegenspel te houden offerde ik een kwaliteit. Die opzet slaagde maar het was toch duidelijk dat ik inmiddels zwaar verloren stond. Gelukkig blunderde mijn tegenstander vrijwel direct daarna een stuk weg en alhoewel ik toch nog steeds mijn handen vol had om alles te dekken stond het daarna redelijk gelijk. Mijn tegenstander had inmiddels wel een aanval op mijn koning, die totaal open stond, maar die sloeg niet door. Om toch een beslissing te forceren offerde mijn tegenstander een kwaliteit, maar omdat ik een tussenschaak had pakte dat totaal verkeerd uit voor hem en kreeg ik de keuze tussen bijna alle grote stukken gedwongen ruilen waarna ik een kwaliteit voorstond of mijn positie consolideren met een toren voorsprong. Dat laatste was strikt genomen veel beter geweest maar ik koos toch voor het eerste omdat ik dan ook een gewonnen eindspel kreeg en mijn tegenstander door gebrek aan materiaal geen vuist meer kon maken. Het was daarna nog wel even pielen en ik miste nog een eenvoudige winst maar de overwinning kwam niet meer in gevaar. 
5-1   

Andries... wint enerverende partij


Underrated?
Mijn schrijfrivaal Frans Groeneweg (1766) had de eer om een tegenstander van vrouwelijke signatuur tegenover zich te krijgen. Meike Riemens (1441) had wit. Frans mailde het volgende verslag:  Meike Riemens (wit) ging agressief van start tegen Frans Groeneweg: 1. e4 - c5 2. Pc3 - Pc6 3. f4. Met verwisseling van zetten ontstond na zo'n 7 zetten een opening die vrijwel gelijk was aan wat Theo van Zessen altijd tegen mij speelt. Er ontstond een flexibel centrum waarin beiden probeerden de ander een zwakke pion te bezorgen. Meike had haar stukken gecentreerd op de koningsvleugel, Frans richtte meer op de damevleugel. Het bleef in evenwicht. Frans offerde tijdelijk een pion op de damevleugel om daar verzwakkingen te creëren. Maar Meike begon op de koningsvleugel zodat Frans die pion pas 9 zetten later terug kon pakken. Via de open e-lijn ontstond een grote ruil. Meike hield een paard over, Frans een loper en beiden 5 pionnen. De koning van Frans was net eerder in het centrum en de b-pion van Meike sneuvelde. Frans had toen een vrijpion op de a-lijn. Die werd een dame en Meike gaf op, zij verloor door twee tempi!! Frans zei tegen Meike dat zij heel goed gespeeld had en dat haar spel overeen kwam met een veel hogere rating dan zij nu had. 6-1  

Frans... wint na taaie strijd


Verdovende middelen?
Aan het zwarte bord 3 speelde David van der Mast (1950) tegen Remko Moerkerken (1790). David mailde zijn partij door, en die heb ik dan ook nagespeeld. Het inleidende commentaar van David was vast niet bedoeld ter plaatsing, maar ik wil het u toch niet onthouden: Ik heb zonder passie gespeeld. ‘s middags voelde ik mij al warm en koud en ‘s avonds wat paracetamol gesnoept. Maar ja... ik zat niet lekker in mijn wedstrijd. Na f5 kwam ik er niet lekker aan te pas. Remko speelde vanaf het begin op koningsaanval zoals dat ook hoort in de Grand Prix aanval van het gesloten Siciliaans. David liet tot en met zet 12 zijn koning in het centrum terwijl de e-lijn inmiddels al was geopend. Waar de lange rokade nog soelaas had kunnen brengen, kwam David op het onzalige idee om 13… Kd7?! te spelen. Nu kwam Remko in het voordeel. Zwart stond wat opgevouwen en kon alleen maar verdedigen. Met een uitermate leuk loperoffer werden de pionnen d6 en c5 geëlimineerd. Ondanks dat computers wel in staat zijn om de smalle weggetjes naar zwart voordeel te vinden, is de praktijk voor mensen van een geheel andere orde. David ging direct de fout in… het geofferde stuk werd teruggewonnen. Een grootscheepse afruil vond plaats, en dat resulteerde in een toreneindspel met twee pluspionnen voor Remko. David probeerde nog lange tijd, maar kon niet voorkomen dat hij tegen de enige HZPS nul aan liep. Een grootse prestatie van Remko (160 punten minder)… Eindstand 6-2.

David... verliest van Remko


HZPS 1 rare
capriolen...
Goed, 6-2 dus. Ons team is echter ook tot rare capriolen in staat, dat hebben we vorig seizoen gezien. Toen was de tendens: we lopen even door naar de promotieklasse. We werden uiteindelijk derde, na een gelijkspel en twee verliespartijen te hebben ondergaan. Afgelopen maandag was de teneur dan ook we blikken niet vooruit, maar spelen wedstrijd voor wedstrijd, en zien dan op vrijdag 18 maart wel op welke plaats we terecht gekomen zijn. Ik wens de spelers van het voormalige slagersteam van Krimpen 3 veel succes in hun strijd om lijfsbehoud, en wij gaan op maandag 16 november onze eerste uitwedstrijd spelen. Dat gebeurt in Moordrecht tegen de IJssel 1. Het persbericht van de wedstrijd HZPS 1- Krimpen 3 leest u hier... Het verslag vanuit Krimpen 3 perspectief door Remko Moerkerken leest u hier...

Verslag/Gedachtebeheer: Aad Juijn
Fotografie: David van der Vloed/Frans Groeneweg        
        




HZP Schiedam  –  WSV  5-3  1e ronde Klasse 1 A

De schaakvereniging HZP Schiedam heeft de eerste wedstrijd gespeeld. HZPS ontving thuis het team van WSV uit Waddinxveen.

5-3...


Ook wat gewonnen?
Het was weer enige tijd geleden dat we Daniël van Loenen (onze vierde bord speler) zagen (natuurlijk samen met zijn trouwe supporter Daan van Loenen). Vraag aan Daniël: “Heb je de laatste tijd nog geschaakt?”. Enthousiast antwoord: “Zeker, ik heb aan een aantal toernooien meegedaan”. Ook wat gewonnen? Antwoord met brede grijns: “Nee, dat niet”. Je kunt kennelijk niet alles hebben.

Vader van Loenen, trouw supporter...


Bij het begin van het seizoen is natuurlijk de vraag: “Hoe staan we ervoor en hoe sterk is de concurrentie?”. Inmiddels zijn de gemiddelde ratings (maat voor de speelsterktes) van de teams bekend:

Team
Gemiddelde team rating
Erasmus 1
1957
HZP Schiedam 1
1913
RSR Ivoren Toren 3
1858
Overschie 2
1842
De IJssel 1
1804
Krimpen a/d IJssel 3
1784
WSV 1
1749
Spijkenisse 3
1727

... één ongelukkige zet!
Het ziet er dus naar uit dat HZPS meedoet aan de top, al is een hogere rating geen garantie voor een overwinning (één ongelukkige zet verandert je mooie stelling in een ruïne).

Playing captain FIDE Meester John van Baarle had het team ingedeeld. Wedstrijdleider F.G. Maas nam zijn taak zeer serieus: hij noteerde regelmatig de stand van de klokken (voor het geval er iets mis ging; geen vertrouwen in de techniek?)

Wedstrijdleider F.G. Maas...


Jan Hennevanger kwam kijken hoe het team het deed. Uiteraard kreeg hij het fototoestel van Frans in zijn handen gedrukt. En uiteraard waren de batterijen halverwege leeg. Gelukkig had Frans reserves bij zich.

Aan bord 7 speelde Frans Groeneweg (rating 1766) met zwart tegen Nico Dannis (1719). Nico speelde een gambiet (offerde een pion om beter spel te krijgen). Frans had die opening de dag ervoor bekeken en wist een karakteristieke pionzet. Nico was mogelijk zo gefocust op die pionnen in het centrum, dat hij een dameschaakje van Frans over het hoofd zag. Nico was die geofferde pion nu definitief kwijt en mocht ook niet meer rokeren. Nico probeerde nog zijn stelling te verbeteren. Maar zijn koning stond zonder pionnen in het centrum en toen twee pionnen van Frans ondersteund door alle stukken oprukten naar die arme koning hield Nico het voor gezien (1 – 0).

Frans (r) opende de score!


Deze voorsprong was van erg korte duur:aan bord 8 verspeelde Andries Schukking (1709) zijn dame tegen Ton van Nieukerke (1698) (1 – 1).

Andries... dame kwijt


Aan bord 2 speelde Alex Kapitonenko (2099) met wit tegen Eduard Philipse (1766). Een enorm ratingverschil! Alex veroverde meer ruimte en zijn stukken stonden aanvallender. Alex kreeg een gedekt paard midden in de stelling van Eduard. Zo'n paard hindert daar enorm. Alex kreeg nu ook penningen naar de koning van Eduard. Eduard hoopte de aanval te stoppen door zijn toren te offeren voor dat lastige paard. Maar de aanval van Alex ging door en toen Alex een toren voor stond gaf Eduard op (2 – 1).

Alex... ongenaakbaar!


Aan bord 3 had David van der Mast (1950) zwart tegen Hans van Woudenberg (1799). Hans veroverde het centrum met pionnen op d4, e4 en f4. David tastte eerst dit pionnencentrum aan en ging daarna in de aanval. Hij komt de kwaliteit voor en staat enorm actief. Hans geeft op (3 – 1).

David vorig jaar topscorer... begint alvast met winst!


Aan bord 4 speelde Daniël van Loenen (1862) met wit tegen Ronald Dannis (1849). Daniël verovert geleidelijk meer materiaal. Eerst een pion en daarna had hij ook nog loper plus paard tegen toren. Er werd geruild en nu had Daniël  loper plus paard plus 3 pionnen. Ronald had een toren plus 1 pion. Dit zag er prima uit tot Daniël zijn loper verloor. Het werd toch nog remise (3.5 – 1.5).

Daniël laat tegenstander naar remise glippen...


Hoewel dit een mooie voorsprong was, viel er over het eindresultaat nog niets te zeggen. Spannend genoeg dus!

Aan bord 6 had Theo van Zessen (1804) wit tegen Willem van de Hoek (1652). Theo had een koningsaanval ingezet: de f- en g-pion naar de vijfde rij, ondersteund door veel stukken. De aanval werd afgeslagen, maar Theo stond nu een stuk voor tegen 2 pionnen. Hij veroverde een pion terug. Daarna sloeg hij met zijn paard nog een pion, terwijl het paard ook nog gelijktijdig de dame en een toren aanviel. Theo kwam nu een toren voor en Willem gaf op. Hiermee was de overwinning binnen: 4.5 – 1.5

Theo... matchwinner!


Aan bord 1 speelde John van Baarle (2200) met zwart tegen Wim Mulder (1768). Ook hier dus een enorm ratingverschil. John kwam beter te staan, vooral omdat Wim een erg slechte loper had (die tegen zijn eigen geblokkeerde pionnen aan keek). John had een goede loper. Later hadden beiden 2 torens, John een paard en Wim zijn slechte loper. Na een volgende grote afruil had John alleen een paard en Wim had 2 pionnen. Maar de koning van Wim was te ver weg om zijn pionnen te steunen. De pionnen zouden verloren gaan en remise werd overeengekomen (5 – 2). Gezien het enorme ratingverschil was dit een enorme prestatie van de WSV speler.

John... niet verder dan remise


Aan bord 5 had Aad Juijn (1911) zwart tegen Peter de Louw (1738). Aad speelt altijd agressief en is best bereid om materiaal te offeren om een betere aanval te krijgen. Zo ook nu. Aad offert eerst een pion. Later zelfs een toren om de koningsstelling van Peter open te gooien. Maar Peter hapte niet.  Aad staat nu een kwaliteit achter. Maar het gaat niet goed. Later heeft Aad alleen de dame plus 6 pionnen en Peter heeft 2 torens, een paard en 5 pionnen. Een pion van Peter promoveert vervolgens tot een paard. Aad geeft op.

Aad... 'offerfeest'?!


... hier en daar schoonheidsfoutjes!
Hiermee won HZP met 5 - 3. Beginnen met een overwinning is altijd prima, maar hier en daar waren er toch wat schoonheidsfoutjes. U leest het krantenartikel hier...

Verslag: Frans Groeneweg
Fotografie: Jan Hennevanger
Gedachtebeheer: Aad Juijn






Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Welkom bij HZP Schiedam