zaterdag 19 februari 2011

Bord voor je kop...(2)

…nu mijn moeder geen partij meer voor mij was zocht ik mijn tegenstanders buiten de deur. Ik “genoot” in die tijd mijn onderwijs binnen de Scholengemeenschap “Nieuwelant” te Schiedam. Het was op deze school waar de kiem werd gelegd voor, wat ik noem,  het grote misverstand namelijk de veronderstelling  “dat ik wel `n aardig potje kon schaken”! Wat wilde het geval nu…?



Atypische jongelui...
Handig gebruik makend van de wetmatigheid “het gelijke trekt het gelijke aan” verzamelde ik enkele mede “atypische” jongelui om mij heen…U herkent het, als schaker,  vast wel: niet trendgevoelige individuen, types die meestal niet hun heil binnen de “veiligheid” van de groep zoeken en er doorgaans “afwijkende” sporten, meningen, filosofieën enz. op na houden. Enfin de schaakwereld loopt er van over.  Onze leraar wiskunde en boekhouden was `n leraar die sterk door de jaren `50 was gevormd, normen en waarden hoog in het vaandel, wars van experimenteel gedrag en als hoofdmotto vooral niet van de uitgezette paden geraken. Waar de meeste leerlingen de pauze benutten door stiekem `n sigaretje buiten het schoolplein te roken of de tijd invulden om indruk op leden van de andere sekse te maken, mochten wij “de nerds” gebruik maken van zijn leslokaal om onderlinge schaakcompetities te houden. Niemand van ons speelde op `n schaakvereniging (…vermoedde zelfs het bestaan van dergelijke gemeenschappen niet eens) waardoor het niveau, weliswaar puur, maar nogal discutabel was. Tijdens deze sessies wisten de andere spelers mij overigens met de nodige moeite (dat wel) te overtuigen dat mijn lange rokade niet helemaal oké was (Kb1-Tc1). De en passant regel was hier niet geheel onbekend maar iedereen had zo`n beetje `n eigen versie, om nu de strijd uitsluitend tot op het bord te beperken werd het e.p. slaan uit ons “spelreglement” geschrapt…

…de speelsterkte zal bij benadering  <1000 rating geweest zijn, maar goed, wanneer je zo iets niet beseft en nog nooit van rating of zoiets hebt gehoord dan knoei je vrolijk verder in de elitaire veronderstelling dat niemand jou nog iets zinnigs over de geheimen van het schaakspel hoeft te  vertellen. Het wilde wel eens voorkomen dat ik verloor maar dat was meer uitzondering dan regel. Langzaamaan maar zéér zeker werd mijn schaakego tot vervaarlijke proporties opgeblazen…`n proces waarvan ik mij totaal niet bewust was, dus laat staan enigszins het benul had dat zoiets onvermijdelijk `n keer gigantisch zou klappen. Zover was het voorlopig nog niet. Onze boekhoud/wiskundeleraar vertaalde zijn blijk van waardering in lichte mate naar onze cijfers betreffend zijn twee vakken, `n 5+ kon `n 6- worden wegens goede inzet en juiste werkhouding! Dit soort “cijfergesjoemel” afgemeten naar de begrippen sympathie en antipathie is, naar ik dacht, tegenwoordig minder relevant in het onderwijs…ik weet dit èchter niet zeker.  

...doorgeprikt schaakego...
Mijn ouders waren middenstanders en runden `n winkel met de misleidende naam “café”! Waarom dergelijke etablissementen zich achter dit Franse woord voor koffie schuilhouden is mij nog steeds niet geheel duidelijk…het zal wel beter klinken dan “bierhuis” of iets dergelijks. In ieder geval werd dit de plek waar mijn schaakego volledig werd doorgeprikt om vervolgens met `n ontluisterende knal te exploderen…(wordt vervolgd)

Aad Juijn